Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taal
    • Limburgse literatuur
    • Friese literatuur
    • Surinaamse literatuur
    • Zuid-Afrikaanse literatuur
  • Selecties
    • Onze kinderboeken
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Publiek Domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Hergebruik
    • Disclaimer
    • Informatie voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid
De fragmenten van De tweede Rose

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1,02 MB)

Scans (8,55 MB)






Editeur
K.H. Heeroma



Genre
poëzie

Subgenre
roman
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

De fragmenten van De tweede Rose

(1958)–anoniem Rose, Die

Vorige Volgende
[p. 120]

Fragment Bu 2+

 
+......... ......... ......... ......... .........
 
............ in gere manieren23
 
Maer si hem iegen v verfieren24-36
25
Ende v verraden ende verspreken25
 
Ende oec veriagen ende versteken26
 
Nochtan verdraget v vriendelike
 
Ende gaet van hem wel houeschelike
 
Ende laetse bliuen in den moet
30
.Ij. dage of viere dat dunct mi goet
 
Ende of die euelmoet gesochte31
 
So gebaert ofs v niene rochte
 
Hare vrienscap no min no mere
 
Dat sal v vordren harde sere
35
Want dorpre herten sijn so geheut35
 
So meer dat men hem bidt of vlent36
 
 
 
+......... ......... ......... ......... .........
 
......... ......... ......... ......... .........
 
Eenstrekelike niet vorwert gaen64
65
Want hi heuet menegen wederspoet
 
Nv goet gelaet nv euelmoet
 
Bedi moet hi menegen winc67
 
Vanden soeken dats ware dinc
[p. 121]
 
Als nv volgen als nv vlien
70
Sal hem van minnen goet gescien
 
Dus orcont mi dat herte miin
 
Als dan .iii. dage dan leden sijn72
 
Ende ghi waent of cont gheweten
 
Dat gesacht es ende geseten74
75
Die euelmoet der drie portiere
 
Gaet weder totem also sciere
 
 
 
+......... ......... ......... ......... .........
 
......... ......... ......... ......... .........
 
Als men hare minne te voren leget104
105
Ende peinst te hant in haren moet
 
Ja wete god noch benic goet
 
Wetende lieuelic ende scone107
 
Sidemeer dat sulke persone
 
Mi pinen minne te voren te leggene
110
So hoe dat metten ontseggene
 
Of metten orloue henen ga
 
Jc weet dat wel alsict versta
 
Dat sine te bet met herten ian
 
Dien versoekere / geualt hem dan114
115
Dat minne wel ontfaet ende goet115
 
So heeft hi dan daer hi na stoet116
 
 
 
+......... ......... ......... ......... .........
 
......... ......... ......... ......... .........
 
Die wale wachten niene can143
 
Haren moet want nochtan
145
Sine sijn nemmer so ouermodech
[p. 122]
 
Maer wildi bidden nerenstelike146 homoedech; verg. voor de constructie van de zin Ab 1, 131-6 en Al 806-815.
 
Ghine sult ontfaen sijn sekerlike
 
En ghine sult vinden ane hem genade148
 
Maer wildi doen bi minen rade
150
Ghine sult bidden nemmer wort
 
Ghine leedt die sake ten ende vort
 
Want si sijn some so gemoet152
 
Velsochtise ende ghi niet volstoet153
 
Jn uwe bede si souden hem
155
Beromen dies ic seker bem155
 
Ende met v hare sceren houden
+
De nummering van de regels gaat uit van de veronderstelling dat dit fragment het derde kwart van een blad is (zie de inleiding, blz. 31).
+
ro a
23
in gere manieren: alleen de onderste helft der letters bevindt zich op de strook, maar de lezing staat m.i. wel vast.
24-36
aanvullingen grotendeels naar Verwijs, maar regelmatig op 6 à 7 lettertekens gebracht; wezenlijk anders is alleen mijn aanvulling van 31-2, waar Verwijs heeft Ende hem en Ende u gebaert, wat m.i. geen goede zin oplevert.
25
hem verfieren, ‘een hoge borst opzetten; verg. Ab 2, 22; Verwijs heeft ten onrechte versieren, maar De Hoop Scheffer geeft al de juiste lezing.
26
versteken, ‘verstoten"; verg. Al 489.
31
‘als de boosheid bedaart’; verg. r. 74.
35
geheut, ‘geaard’ (zie Ts. 74, 59); De Hoop Scheffer en Verwijs hebben ten onrechte gehent.
36
vlent, 1. vleut, ‘vleit’.
+
ro b
64
Eenstrekelike, ‘in één streek, rechtstreeks’; geen andere plaatsen in Mnl. W.
67
winc, ‘behendigheid’ (Mnl. W. 9, 2153; verg. ook 8, 1235).
72
het tweede dan zal wel geschrapt moeten worden.
74
gesachten en gesitten betekenen beide ‘tot bedaren komen’ (verg. Mnl. W. i.v.).
+
vo a
104
verg. voor de uitdrukking Bl 2, 192.
107
wetende, ‘welgemanierd, hoofs’ (Mnl. W. 9, 2394).
114
na versoekere staat in het hs. een leesteken.
115
minne, 1. menne (De Hoop Scheffer). goet, ‘in het bezit van goed stelt’.
116
daer hi na stoet: De Hoop Scheffer heeft ten onrechte daer hi naer stoet, Verwijs daer naer hi stoet.
+
vo b
143
volgens De Hoop Scheffer; voor mij niet meer met zekerheid te lezen.
146
na 145 moet een regel ontbreken met rijm op -odech, bv. No so fier no so
148
En, 1. Ende.
152
gemoet, ‘gezind’ (verg. geheut in r. 35).
153
Velsochtise, 1. Versochtise (Verwijs).
155
Beromen: De Hoop Scheffer heeft ten onrechte Veromen gelezen; Verwijs verbetert dit (met Jonckbloet, Gesch. Mnl. Dichtk. 3, 338) tot Beromen, maar blijft Veromen voor de lezing van het hs. houden.

Vorige Volgende