Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (Statenvertaling 1637) (2008)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.00 MB)

ebook (11.07 MB)

XML (23.68 MB)

tekstbestand






Editeur

Nicoline van der Sijs



Genre

non-fictie

Subgenre

vertaling
non-fictie/theologie
bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (Statenvertaling 1637)

(2008)–Anoniem Statenbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Het xxij. Capittel.

Van diefstal, vers 1, etc. van schade die yemants beest in eenes anderen lant doet, 5. van schade die door het vyer komt, 6. van schade aen goederen, diemen heeft ontfangen te bewaren, 7. van schade aen eenich geleent dinck, 14. van een maecht die tot hoerdom verleydt wort, 16. van tooverye, 18. van de onkuyscheyt met beesten, 19. van afgoderye, 20. datmen de vreemdelingen, weduwen, noch weesen niet beschadigen en sal, 21. van woecker, 25. van verpandinge der kleederen, 26. van eeringe der Overicheyt, 28. van de eerstelingen, 29. van het eten der verscheurde dieren, 31.

1

WAnneer Ga naar margenoota yemant eenen osse, ofte kleyn vee steelt, ende slachtt het, ofte verkoopt het, die sal vijf runderen voor eenen osse weder geven, ende vier schapen voor een kleyn vee.

2

Indien een dief gevonden wort Ga naar margenoot1 in’t doorgraven, ende hy wort geslagen dat hy sterft: Ga naar margenoot2 ten sal hem geen bloetschult zijn.

3

Ga naar margenoot3 Indien de Sonne Ga naar margenoot4 over hem opgegaen is, so sal ’t Ga naar margenoot5 hem een bloetschult zijn: hy sal ’t Ga naar margenoot6 volkomelick wedergeven: heeft hy niet, so sal hy verkocht worden voor sijne dieverye.

4

Indien de diefstal levendich Ga naar margenoot7 in sijne hant Ga naar margenoot8 voorseker gevonden wort, Ga naar margenoot9 het zy osse, ofte esel, ofte kleyn vee: hy sal ’t dobbel weder geven.

5

Wanneer yemant een velt, ofte Ga naar margenoot10 wijngaert laet afweyden, ende hy sijn beest [daer inne] drijft, dat het in eenes anderen velt weyde: die sal ’t van ’t beste sijnes velts, ende van ’t beste sijnes wijngaerts wedergeven.

6

Wanneer een vyer uyt gaet, Ga naar margenoot11 ende vatt Ga naar margenoot12 de doornen, so dat de koorn-hoop verteert wort, ofte ’t staende koorn, ofte ’tvelt: hy die den brant heeft aengesteken, sal ’t volkomelick wedergeven.

7

Wanneer yemant sijnen naesten gelt, Ga naar margenoot13 of vaten te bewaren geeft, ende ’t wort uyt dies mans huys gestolen: indien de dief gevonden wort, hy sal ’t dobbel weder geven.

8

Indien de dief niet gevonden en wort, so sal de heere des huyses tot de Ga naar margenoot14 goden gebracht worden, Ga naar margenoot15 of hy niet sijne hant aen sijnes naesten have geleyt en heeft.

9

Over alle sake van onrecht, over eenen osse, over eenen esel, over kleyn vee, over kleedinge, over al ’t verlorene, Ga naar margenoot16 ’t welck yemant seyt dat het sijne is: Ga naar margenoot17 beyder sake sal voor de goden komen: welcken de goden verwijsen, die sal ’t sijnen naesten dobbel wedergeven.

10

Wanneer yemant aen sijnen naesten eenen esel, ofte osse, ofte kleyn vee, ofte eenich beest te Ga naar margenoot18 bewaren geeft: ende het sterft, ofte ’t wort verzeert, ofte wech gedreven, dat het Ga naar margenoot19 niemant en siet:

11

So sal Ga naar margenoot20 des HEEREN eedt tusschen hen beyden zijn, of hy niet sijne hant aen sijns naesten have geslagen heeft: ende de heere der selver Ga naar margenoot21 sal [dien] aen-nemen, ende Ga naar margenoot22 hy en sal ’t niet weder geven.

12

Maer indien ’t van hem Ga naar margenoot23 sekerlick gestolen is, hy sal ’t sijnen heere wedergeven.

13

Ist gewisselick verscheurt, dat hy Ga naar margenoot24 het brenge tot getuyge: so en sal hy ’t verscheurde niet wedergeven.

14

Ende wanneer yemant van sijnen naesten wat Ga naar margenoot25 begeert, ende ’t wort beschadicht, ofte ’t sterft: sijn heere daer niet by zijnde, hy Ga naar margenoot26 sal ’t volkomelick wedergeven.

15

Indien sijn heere daer by geweest is, hy en sal ’t niet weder geven: Ga naar margenoot27 indien het gehuert is, so ist voor sijn huere gekomen.

16

Wanneer nu yemant een maecht verlockt, Ga naar margenoot28 die niet ondertrouwt en is, ende hy ligt by haer: die sal haer sonder uytstel eenen bruytschat geven, datse hem ter vrouwe zy.

17

Indien haer vader Ga naar margenoot29 gantschelick weygert haer aen hem te geven, so sal hy gelt Ga naar margenoot30 geven, Ga naar margenoot31 nae den bruytschat der maechden.

18

Ga naar margenootc De Ga naar margenoot32 tooveresse en sult ghy niet laten leven.

19

Ga naar margenootd Al wie by een beest ligt, Ga naar margenoot33 die sal sekerlick gedoodt worden.

20

Ga naar margenoote Wie den Goden Ga naar margenoot34 offert, behalven den HEERE alleen, Ga naar margenoot35 die sal verbannen worden.

21

Ga naar margenootf Ghy en sult oock den vreemdelinck geenen overlast doen, noch hem onderdrucken: want ghy zijt vreemdelingen geweest in Egypten-lande.

22

Ga naar margenootg Ghy en sult geen weduwe nochte weese beleedigen.

23

Indien ghyse Ga naar margenoot36 eenichsins beleedicht: ende indien sy Ga naar margenoot37 eenichsins tot my roepen, Ick sal haer geroep Ga naar margenoot38 sekerlick verhooren.

24

Ende mijn toorn sal ontsteken, ende ick sal u lieden met den sweerde dooden: ende uwe wijven sullen weduwen, ende uwe kinderen weesen worden.

25

Ga naar margenooth Indien ghy mijn volck dat by u

[Folio 37v]
[fol. 37v]

arm is, gelt leent, so en sult ghy tegen het selve niet zijn, als een woeckeraer: ghy en sult op het selve geenen Ga naar margenoot39 woecker leggen.

26

Ga naar margenooti Indien ghy Ga naar margenoot40 eenichsins Ga naar margenoot41 uwes naesten Ga naar margenoot42 kleedt te pande neemt: so sult ghy ’t hem weder geven, Ga naar margenoot43 eer de Sonne Ga naar margenoot44 onder-gaet.

27

Want dat alleen is sijn decksel, ’tis sijn kleedt over sijne huyt: waer in soude hy liggen? ’t sal dan geschieden, wanneer hy tot my roept, dat ick ’t sal hooren, want ick ben genadich.

28

Ga naar margenoot45 De goden en sult ghy niet vloecken: ende de Ga naar margenootk Overste in uwen volcke en sult ghy niet lasteren.

29

Ga naar margenoot46 Uwe volheyt, ende Ga naar margenoot47 uwe tranen en sult ghy Ga naar margenoot48 niet uytstellen: Ga naar margenootl Den eerst-geborenen uwer sonen Ga naar margenoot49 sult ghy my geven.

30

Ga naar margenootm Desgelijcx sult ghy doen met uwe ossen, [ende] met uwe schapen: seven dagen sullense by hare moeder zijn, ten achsten dage sult ghyse my geven.

31

Ghy nu sult my Ga naar margenoot50 heylige lieden zijn: Ga naar margenootn daerom en sult ghy geen vleesch eten, Ga naar margenoot51 dat op den velde gescheurt is, ghy sult het den hont voorwerpen.

margenoota
2.Sam. 12.6.
margenoot1
Als Matt. 24.43. Hebr. in doorgravinge, ofte, met een doorgravende instrument.
margenoot2
Hebr. ten sal hem geen bloeden zijn. D. hem (te weten den doodt-slager des diefs) en sal geen bloet toegerekent worden, hy en sal daerom als een dootslager niet gestraft worden. Aldus wort het woort bloeden genomen. Num. 35.27. ende elders.
margenoot3
D. indien het klaer dach is als de dief inbreeckt, die hem dan dootslaet, diens bloet sal daerom vergoten worden.
margenoot4
T.w. over den dief, doe hy geslagen wert.
margenoot5
T.w. den dootslager.
margenoot6
Hebr. wedergevende weder geven. Hy, te weten, den dief, van welcken vers 1. gesproken is, welcke sake hier vervolcht wort.
margenoot7
D. by hem, het zy in sijn huys, of stal, eer dat hy ’t gestolene geslacht ofte verkocht heeft.
margenoot8
Hebr. gevonden wordende gevonden wort.
margenoot9
Hebr. van den osse, tot den esel.
margenoot10
Verstaet hier by, ofte yet dergelijcke, als hof, ofte tuyn, jonge boomskens of hagen, etc.
margenoot11
Hebr. ende het vindt de doornen.
margenoot12
Verstaet hier by, of het stroo, of, hoy, of yet dergelicke, dat lichtelick in brande komt.
margenoot13
D. huysraet.
margenoot14
D. Overicheden, als Exod. 21.6.
margenoot15
Verstaet hier by, om te ondersoecken.
margenoot16
And. die seyt dat het dat is, ofte, dat hy het is.
margenoot17
T.w. des klagers, ende des beklaegden.
margenoot18
T.w. voor gelt.
margenoot19
T.w. die daer van getuygen konde.
margenoot20
D. de eedt, daer mede de Heere tot getuyge wort aengeroepen.
margenoot21
D. met den eedt te vreden zijn, ende sich vergenoegen laten.
margenoot22
T.w. de bewaerder.
margenoot23
Hebr. stelende gestolen is.
margenoot24
D. yets, ofte, wat van ’t verscheurde, als Amos 3.12.
margenoot25
Verstaet hier by, ende hy leent het hem.
margenoot26
Hebr. sal ’t weder-gevende weder-geven, dat is, betalen.
margenoot27
De sin is: hy die het gehuert heeft, sal vry zijn, met de bedongene huere te betalen.
margenoot28
Een onder-troude maegt te beslapen was de doot. Deut. 22.23.
margenoot29
Hebr. weygerende weygert.
margenoot30
Hebr. wegen, eertijts woechmen malkanderen het gelt toe.
margenoot31
Dit was vijftich Sikel silvers, Deut. 22.29. dat zijn ontrent xij. Rijcxdaelders ende eenen halven.
margenootc
Deuter. 18.10, 11.
margenoot32
Verstaet dit oock gesproken te zijn van de tooveraers, Deut. 18.10.
margenootd
Levit. 18.23. ende 20.15.
margenoot33
Levit. 20.15. beveelt Godt, dat het beest oock sal gedoot worden.
margenoote
Deut. 17.2, 3, 4, 5.
margenoot34
Onder den name van offerhande doen, moetmen oock verstaen allerley dienst ende eerbiedinge. Deut. 17.3.
margenoot35
D. hy sal gehouden worden voor vervloeckt, ende hy sal uytgeroeyt worden.
margenootf
Levit. 19.34.
margenootg
Zach. 7.10.
margenoot36
Hebr. beleedigende beleedicht.
margenoot37
Ofte: eernstelick. Hebr. Roepende roepen.
margenoot38
Hebr. verhoorende verhooren.
margenooth
Levit. 25.36, 37. Deuter. 23.19, 20. Psal. 15.5. Proverb. 28.8. Ezech. 18.8.
margenoot39
Het Hebr. woort Neschech heeft sijnen name van bijten, om dat de woecker d’ arme lieden bijt ende verteert.
margenooti
Deuter. 24.12, 13.
margenoot40
Hebr. te pande nemende, te pande neemt.
margenoot41
Verstaet hier by, indien hy een arm man is, die maer een cleet en heeft, als blijckt uyt vers 27. Deuter. 24.12, 13.
margenoot42
Verstaet hier onder oock decksel.
margenoot43
Ofte, tegen, terwyle dat de Sonne onder gaet.
margenoot44
Hebr. ingaet. Te weten, in haer slaep-kamer, gelijck David spreeckt, Psal. 19.6.
margenoot45
Siet Exod. 21, 6. ende verstaet hier door de Overste, soo wel de voor-staenders der Kercke, als der politijcke regeringe, van dien tijt. als blijckt uyt de woorden Pauli, Act. 23.3.
margenootk
Actor. 23.3, 4, 5.
margenoot46
D. de vol-rijpe vruchten, of de vruchten die vol ende rijpe zijn, als Num. 18.27.
margenoot47
Aldus worden de wijn ende olye genoemt, om datse als tranen vlieten wanneer sy uytgeperst worden.
margenoot48
Verstaet hier by, maer ghy sultse my te rechter tijt betalen.
margenootl
Exod. 13.2, 12.
margenoot49
Ofte rantsoenen met vijf Sikelen silvers, die men den Priesters des Heeren gaf. Num. 18.16.
margenootm
Exod. 23.19. Levit. 22.27. Ezech. 44.30.
margenoot50
Hebr. mannen der heylicheyt. D. leydende een heyliger ende Godtsaliger leven als de Heydenen.
margenootn
Levit. 22.8. Ezech. 44.31.
margenoot51
Levit. 17.15. worden hier by gevoecht de beesten die van selfs sterven.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken