Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (Statenvertaling 1637) (2008)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.00 MB)

ebook (11.07 MB)

XML (23.68 MB)

tekstbestand






Editeur

Nicoline van der Sijs



Genre

non-fictie

Subgenre

vertaling
non-fictie/theologie
bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (Statenvertaling 1637)

(2008)–Anoniem Statenbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Het xx. Capittel.

Siet den inhoudt deses Capittels, 2.Sam. 11.1. ende Capit. 12.26. ende capit. 21.

1

Ga naar margenoot1 ’T geschiedde nu ten tijde der wederkomste des jaers, ten tijde als de Coningen Ga naar margenoot2 uyt-trocken, so voerde Ioab de heyr-kracht, ende hy verdorf der kinderen Ammons lant, ende hy quam, ende belegerde Ga naar margenoot3 Rabba, maer David bleef te Ierusalem: ende Ioab sloech Rabba, ende Ga naar margenoot4 verwoestese.

2

Ga naar margenoot5 Ende David nam de kroone hares Conincks van sijn hooft, ende hy bevontse in gewichte een talent gouts, ende daer was edel-gesteente aen: ende sy wert op Davids hooft [gesett]: Ga naar margenoot6 ende hy voerde seer veel roofs uyt de Stadt.

3

Hy voerde oock het volck uyt dat daer in was, ende Ga naar margenoota hy saegdese met der sage, ende met yseren dorsch-wagens, Ga naar margenoot7 ende met bylen, ende alsoo dede David alle de steden der kinderen Ammons: Doe keerde David wederom, met al het volck, nae Ierusalem.

4

Ende ’t geschiedde daer na, als de crijch met Philistijnen te Ga naar margenoot8 Gazer opstont: doe sloech Sibbechai de Husathiter Ga naar margenoot9 Sippai, die van de kinderen Ga naar margenoot10 Rapha was, ende Ga naar margenoot11 sy wierden t’ondergebracht.

5

Daerna wasser noch een krijch tegen de Philistijnen, ende Elhanan de sone Ga naar margenoot12 Iaïrs versloech Lachmi den broeder Goliats des Gethiters, wiens spiessen-hout was als een wevers-boom.

6

Daerna wasser noch een crijch te Gath: ende daer was Ga naar margenoot13 een seer lanck man, ende Ga naar margenoot14 sijne vingeren waren ses en sesse, vier en twintich, ende hy was oock Rapha geboren.

7

Ende Ga naar margenoot15 hy hoonde Israël: maer Ionathan de sone Ga naar margenoot16 Simea des broeders Davids versloech hem.

8

Dese waren Rapha geboren te Gath: ende Ga naar margenoot17 sy vielen door de hant Davids, ende door de hant sijner knechten.

margenoot1
Siet de naerder verklaringe van verscheydene duystere plaetsen deses capit. 2.Sam. 11.1, etc. ende 12.26, etc.
margenoot2
T.w. te velde, met hare heyrlegers.
margenoot3
De hooftstadt der Ammoniten. Siet 2.Sam. 12.26. ende 29.
margenoot4
D. hy destrueerde de stadt, ende wierpse te gronde.
margenoot5
Siet 2.Sam. 12. vers 27, etc.
margenoot6
Hebr. ende den roof der stadt voerde hy uyt, gantsch vele, ofte, die seer vele was.
margenoota
2.Sam. 12.31.
margenoot7
And. ja met sagen.
margenoot8
Siet 2.Sam. 5. vers 25. ende cap. 21.18.
margenoot9
Hy wort Saph genoemt 2.Sam. 21. vers 18.
margenoot10
Siet Deuter. 2. vers 11.
margenoot11
T.w. de Philistijnen.
margenoot12
Hy wort Iaare Oregim genoemt, 2.Sam. 21.19.
margenoot13
Hebr. een man van mate. D. daer veel aen te meten was, dat is, een seer groot of lang man. Als Num. 13.33. ende 2.Sam. 21.20.
margenoot14
D. hy hadde aen yeder hant ses vingeren, ende aen yeder voet ses teen, makende t’ samen xxiiij soo vingeren, als teen.
margenoot15
Siet 1.Sam. 17. vers 10.
margenoot16
Anders, Samma, 1.Sam. 16.9.
margenoot17
Siet 2.Sam. 21. op vers 22.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken