Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (Statenvertaling 1637) (2008)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.00 MB)

ebook (11.07 MB)

XML (23.68 MB)

tekstbestand






Editeur

Nicoline van der Sijs



Genre

non-fictie

Subgenre

vertaling
non-fictie/theologie
bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (Statenvertaling 1637)

(2008)–Anoniem Statenbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Het xxviij. Capittel.

Davids laetste bevel aen de Vorsten, vers 1, etc. Ende aen Salomo, aengaende het onderhouden aller geboden Godes, ende by namen der opbouwinge des Tempels, 9. Hy geeft Salomo een voor-beelt van ’t gantsche gebouw, mitsgaders aller vaten daer toe gehoorende, 14. Corte wederhalinge der vermaninge Davids aen Salomo, 20.

1

Ga naar margenoot1 DOe vergaderde David te Ierusalem alle Overste van Israël, de Overste der stammen, ende Ga naar margenoot2 de Overste der verdeelingen den Coninck dienende, ende de Overste der duysenden, ende d’Overste der honderden, ende de Overste van alle have, ende vee des Conincks, ende Ga naar margenoot3 sijner sonen, met Ga naar margenoot4 de Kamerlingen ende de helden, ja allen kloecken helt.

2

Ende de Coninck David Ga naar margenoot5 stont op sijne voeten, ende hy seyde, Hoort my mijne broeders, ende mijn volck, Ick hadde in mijn herte Ga naar margenoot6 een huys der ruste voor de Arke des verbonts des HEEREN te bouwen, ende voor den Ga naar margenoot7 voet-banck der voeten onses Godts, ende ick hebbe gereetschap gemaeckt om te bouwen.

3

Ga naar margenoota Maer Godt heeft tot my geseyt, Ghy en sult mijnen Name geen huys bouwen: want ghy zijt een krijchs-man, ende ghy hebt Ga naar margenoot8 veel bloets vergoten.

4

Nu heeft my de HEERE de Godt Israëls verkoren uyt mijnes vaders gantsche huys, dat ick tot Coninck over Israël wesen soude Ga naar margenoot9 in eeuwicheyt, want hy heeft Ga naar margenoot10 Iuda tot eenen Voorganger verkoren, ende mijnes vaders huys in het huys Iuda: ende onder de sonen mijnes vaders heeft hy een welgevallen aen my gehadt, Ga naar margenootb dat hy my ten Coninck maeckte over gantsch Israël.

5

Ende uyt alle mijne sonen (want de HEERE heeft my veel sonen gegeven) so heeft hy mijnen sone Salomo vercoren, dat hy sitten soude op den stoel des Coninckrijcks des HEEREN over Israël.

6

Ende Ga naar margenootc hy heeft tot my geseyt, Uw’ sone Salomo, die sal mijn huys, ende mijne voor-hoven bouwen: want ick hebbe hem my uytverkoren tot eenen sone, ende Ga naar margenootd ick sal hem tot eenen vader zijn.

7

Ende ick sal sijn Coninckrijcke bevestigen tot Ga naar margenoot11 in eeuwicheyt: Indien hy sterck wesen sal om mijne geboden ende mijne rechten te doen, Ga naar margenoot12 gelijck te desen dage.

8

Nu dan, voor de oogen des gantschen Israels, de gemeynte des HEEREN, ende voor de ooren onses Godts, Ga naar margenoot13 houdet ende soecket alle de geboden des HEEREN uwes Godts: op dat ghy lieden dat goede lant erffelick besittet, ende uwen kinderen na u tot in eeuwicheyt doet erven.

9

Ende ghy, mijn sone Salomo, kent Ga naar margenoot14 den Godt uwes vaders, ende dient hem met een volkomen herte, ende met eene willige ziele: want Ga naar margenoote de HEERE door-soeckt alle herten, ende hy verstaet Ga naar margenoot15 al het gedichtsel der gedachten: indien ghy hem soeckt, hy sal van u gevonden worden: maer indien ghy hem verlaett, hy sal u tot in eeuwicheyt verstooten.

10

Siet nu toe, want de HEERE heeft u verkoren, dat ghy een huys ten Heylichdom bouwet, weest sterck, Ga naar margenoot16 ende doet het.

11

Ende David gaf sijnen sone Salomo een Ga naar margenoot17 voorbeelt des voorhuyses, met sijne behuysingen, ende sijne schat-kameren, ende sijne opper-salen, ende sijne binnen-kameren, ende van het huys Ga naar margenoot18 des versoen-decksels,

12

Ende een voor-beelt van alles dat Ga naar margenoot19 by hem Ga naar margenoot20 door den Geest was, [namelick] van de voorhoven des Huyses des HEEREN, ende van alle kameren rontom: Ga naar margenoot21 tot de schatten des Huyses Godes, ende tot de schatten der heylige dingen,

13

Ende Ga naar margenoot22 van de verdeylingen der Priesteren ende der Leviten, ende van alle werck des dienstes van het Huys des HEEREN, ende van alle vaten des dienstes van het Huys des HEEREN.

14

Ga naar margenoot23 Het gout [gaf hy] nae’t goutgewichte, tot alle vaten Ga naar margenoot24 van elcken dienst: [oock silver] tot alle silveren vaten by gewichte, tot alle de vaten Ga naar margenoot24 van elcken dienst.

[Folio 197v]
[fol. 197v]

15

Ende ’t gewichte tot de goudene Candelaers, ende hare goudene Lampen, nae ’tgewichte Ga naar margenoot25 eenes yegelicken Candelaers, ende sijner Lampen: oock tot de silveren Candelaers nae ’t gewichte eenes Candelaers ende sijner Lampen, nae den dienst eenes yegelicken Candelaers.

16

Oock [gaf hy] ’tgout nae ’tgewichte Ga naar margenoot26 tot de Tafelen der toerichtinge, Ga naar margenoot27 tot elcke tafel: ende ’tsilver tot de silveren Tafelen.

17

Ende louter gout tot de krauwelen, ende tot Ga naar margenoot28 de spreng-beckens, ende tot de schotelen: ende tot goudene bekers, ’tgewichte Ga naar margenoot29 tot elcken beker: desgelijcx tot silveren bekers, tot elcken beker ’tgewichte.

18

Ende tot den reuck-altaer geloutert gout in gewichte: ende gout tot het voor-beelt Ga naar margenoot30 des wagens [te weten] der Cherubim, die [de vleugels] souden uytbreyden, ende de Arke des verbonts des HEEREN overdecken.

19

Dit alles Ga naar margenoot31 heeftmen my [seyde David] Ga naar margenoot32 by geschrifte te verstaen gegeven van de hant des HEEREN, [te weten] alle de wercken deses voor-beelts.

20

Ende David seyde tot sijnen sone Salomo, Ga naar margenootf Weest sterck, ende hebt goeden moet, ende doet het, en vreest niet noch en weest niet verslagen: want de HEERE Godt, mijn Godt, sal met u zijn, hy en sal u niet begeven, noch hy en sal u niet verlaten, tot dat ghy al het werck ten dienste des Huyses des HEEREN sult volbracht hebben.

21

Ende siet, daer zijn de verdeylingen der Priesteren ende der Leviten tot allen dienste des Huyses Godes: ende by u zijn tot allen wercke allerley vrywillige, met wijsheyt tot allen dienste, oock de Vorsten, ende ’tgantsche volck, [bereydt] tot alle uwe Ga naar margenoot33 bevelen.

margenoot1
Hier keert de schrijver deses boecx wederom tot de Historie die hy begonnen hadde, bov. cap. 22.
margenoot2
Van de welcke siet oock bov. 27.1, etc.
margenoot3
And. sijne sonen.
margenoot4
Siet de aenteeck. op Genes. 31. vers 36.
margenoot5
Met dit opstaen gaf hy te kennen de eere die hy den woorde Godes toedroech, ’twelck hy van Godt ontfangen hadde, ende der vergaderinge wilde voor-dragen. Vergel. Iud. 3.20.
margenoot6
T.w. den Tempel, in welcken de Arke sekerlick mochte rusten, sonder voortaen van d’eene plaetse tot d’andere te moeten verdragen worden, gelijck voor desen dickwijs geschiet was. Siet 2.Sam. 7.1.
margenoot7
Aldus wort de Arke des verbonts genoemt, ten aensien dat de Heere daer op tusschen de Cherubim sat, 2.Sam. 6.2. ende antwoorde gaf.
margenoota
2.Sam. 7.5. 1.Reg. 5.3. 1.Chron. 22.8.
margenoot8
Hebr. bloeden.
margenoot9
D. mijn leven lanck, want dat is de eeuwe der menschen. Doch ten aensien onses Heeren Iesu Christi des soons Davids, is het een eeuwich blijvende Coninckrijcke, dat nimmermeer eynden en sal, Luc. 1.33. Siet 2.Sam. 7.13.
margenoot10
D. de stamme Iuda. Siet Genes. 49.8. ende 1.Chro. 5.2.
margenootb
1.Sam. 16.12.
margenootc
2.Sam. 7.13. 2.Chron. 1.9.
margenootd
2.Sam. 7.14.
margenoot11
Siet vers 4.
margenoot12
Dat is, gelijck hy tot op desen dach onderwesen is, ende tot noch toe, achtervolgens de goede onderwijsinge, sich bevlijticht heeft wel te doen, met het onderhouden van mijne geboden.
margenoot13
Voor, soeckt ende onderhoudt, D. beneersticht u te soecken ende t’onderhouden.
margenoot14
D. Dien Godt, die een wel-gevallen aen my gehadt heeft (als vers 4) ende dien ick getrouwelick gedient hebbe.
margenoote
1.Sam. 16.7. ond. 29.17. Psal. 7.10 Ierem. 11.20. ende 17.10. ende 20.12. Apocal. 2.23.
margenoot15
D. Al wat de menschen dencken of versieren.
margenoot16
D. volmaeckt het, brengt het ten eynde.
margenoot17
Vergel. Exod. 25. op vers 40.
margenoot18
Dit was het decksel dat op de Arke des verbondts lach, daer op de Cherubim stonden, ende was als de throon, ofte sit-stoel Godes. Doch door het versoen-decksel verstaet hy de Arke des verbondts selve, die in het alder-heylichste des Tempels moste gestelt worden.
margenoot19
D. in sijn gemoet.
margenoot20
Verst. door den H. Geest, die David heeft geopenbaert hoe alle dese dingen mosten gemaeckt wesen in den Tempel, vers 19. Gelijck eertijts Godt Mosi oock geopenbaert heeft het voor-beelt des Tabernakels, ende alles wat hy meer moste maken, ende heeft hem sulcks op den berch vertoont, ende verklaert. Siet Exod. 31.3.
margenoot21
T.w. om de schatten daer in te bewaren. And. van de schatten, verstaende een voor-beelt van de plaetsen daer in de schatten des huyses souden bewaert worden, ofte de schatten selve.
margenoot22
Siet van dese verdeylingen boven in de capitt. 24. 25. ende 26.
margenoot23
De goudene vaten ende gereetschap wierden gebruyckt in den Tempel ter plaetse die het heylige genaemt wert: maer de silveren vaten ofte gereetschap inden voorhof der Priesteren. And. Van gout nae’t gout gewichte. Verstaende, dat hier vervolcht wort het voor-beelt van alles.
margenoot24
Hebr. des dienstes, ende des dienstes. D. soo wel des dienstes die men in ’t heylige dede, als diemen in den voor-hof dede.
margenoot24
Hebr. des dienstes, ende des dienstes. D. soo wel des dienstes die men in ’t heylige dede, als diemen in den voor-hof dede.
margenoot25
Hebr. des Candelaers, des Candelaers. Ende alsoo hier ond.
margenoot26
T.w. op de welcke de toon-brooden in ordre zijn gestelt geworden, nae ’t bevel godes door Mosen gegeven.
margenoot27
Hebr. tot tafel ende tafel.
margenoot28
In de welcke men het bloet der offer-handen ontfing, ende daer mede men den Altaer in de offer-handen besprengde, Siet Exod. 24.6.
margenoot29
Hebr. tot beker ende beker.
margenoot30
Aldus noemt hy de Cherubim, om dat de Heere met besondere teeckenen sijner tegenwoordicheyt wort geseyt te sitten tusschen de Cherubim; Siet 1.Sam. 4.4. ende sy worden geseyt sijnen wagen te zijn. Siet Psal. 18.11. Ezech. 1.24, 25, 26. ende 10.13, 16.
margenoot31
Ofte: heeft hy (T.w. de Heere) te verstaen gegeven, etc.
margenoot32
So en heeft dan David hier in niet gehandelt uyt volkomene Conincklicke macht, ordonnerende den Godtsdienst nae sijn eygen goet-duncken: maer hy heeft dit gedaen als een prophete Godts, 2.Chron. 8.14 door de ingevinge des H. Geestes, als hier vers 12. ende oock door Gad ende Nathan. 2.Chro. 29.25. Aldus heeft oock Godt de Heere Mose een voor-beelt, ofte patroon aengewesen van alles dat hy maken soude, Exod. 25.40. ende 26.30. ende Hebr. 8.5.
margenootf
Deut. 31.7, 8. Ios. 1.7.
margenoot33
Of woorden, of wercken.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken