Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (Statenvertaling 1637) (2008)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.00 MB)

ebook (11.07 MB)

XML (23.68 MB)

tekstbestand






Editeur

Nicoline van der Sijs



Genre

non-fictie

Subgenre

vertaling
non-fictie/theologie
bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (Statenvertaling 1637)

(2008)–Anoniem Statenbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Psalm xxj.

David danckt Godt, voor sich, ende in den name der kercke, voor d’ontfangene victorien ende den gesegenden staet sijns Coninckrijcks, zijnde een voor-beelt des eeuwigen Conincks ende Coninckrijcks Iesu Christi: ende propheteert de bestandicheyt van beyden, mitsgaders den onderganck aller vyanden van dien, tot Godes lof.

1

EEn Psalm Davids, voor den Ga naar margenoot1 Opper-sang-meester.

2

ô HEERE, de Coninck is verblijdt over uwe sterckte; ende hoe seer is hy verheugt over u heyl?

3

Ghy hebt hem sijns herten wensch gegeven; ende Ga naar margenoot2 d’ uytsprake sijner lippen en hebt ghy niet geweert, Ga naar margenoot3 Sela!

4

Want ghy komt hem voor met segeningen van’t goede; op sijn hooft settet ghy eene Kroone van fijnen goude.

5

Het Ga naar margenoot4 leven heeft hy van u begeert, Ga naar margenoot5 ghy hebt het hem gegeven; Ga naar margenoot6 lengte van dagen, eeuwichlick ende altoos.

6

Groot is sijne eere door u heyl; Majesteyt ende heerlickheyt hebt ghy hem toegevoegt.

7

Want ghy settet hem [tot] Ga naar margenoot7 segeningen in eeuwicheyt; ghy vervrolickt hem door vreuchde met u Ga naar margenoot8 aengesicht.

8

Want de Coninck vertrouwt op den HEERE, ende door de goedertierenheyt des Alderhoochsten en sal hy niet Ga naar margenoot9 wanckelen.

9

Uwe hant sal Ga naar margenoot10 alle uwe vyanden Ga naar margenoot11 vinden; uwe rechter-hant sal uwe haters vinden.

10

Ghy sultse setten als eenen vyerigen oven ter tijt uwes [toornigen] Ga naar margenoot12 aengesichts; De HEERE salse in sijnen toorn verslinden, ende het vyer salse verteeren.

11

Ghy sult hare Ga naar margenoot13 vrucht van der aerde verdoen; ende haer Ga naar margenoot14 zaet van de kinderen der menschen.

12

Want sy hebben quaet tegen Ga naar margenoot15 u aengeleyt; sy hebben een schendelicke daet bedacht, [doch] sullen niets vermogen.

13

Want ghy sultse setten tot een Ga naar margenoot16 wit, met uwe Ga naar margenoot17 pezen sult ghy op haer aengesicht toeleggen.

14

Verhoogt u, HEERE, in uwe sterckte; so sullen wy singen, ende uwe macht met Psalmen loven.

margenoot1
Siet Psal. 4 op vers 1.
margenoot2
D. ’t gene hy tot u in sijn gebedt uytgesproken ende van u begeert heeft.
margenoot3
Siet Psal. 3. op vers 3.
margenoot4
Als hy van wegen sijne vyanden in doots perijckel was. verstaet met Godts genadigen segen, daer by. Vergel. Psal. 30.6. ende 133.3.
margenoot5
And. ghy hebt hem gegeven lengte van dagen, etc.
margenoot6
D. een lanck leven. Vergel. Deut. 30.20. dit siet wel eensdeels nae het lichaem op David, die in goeden ouderdom is gestorven, maer streckt sich oock voorts op den Messiam, Davids zaet nae den vleesche, (Siet Iesa. 53.10.) ende wijders op David ende alle leden Christi, ten aensien dat sy door ’t geloove in hem het eewich leven hebben.
margenoot7
Vergel. Gen. 12. op vers 2. Iesa. 19.20. Ezech. 34.26.
margenoot8
Siet Num. 6. op versen 25, 26. ende Psal. 16.11.
margenoot9
Als boven Psal. 15.5.
margenoot10
And. sal [wrake] vinden voor alle, etc. ofte, sal genoechsaem zijn voor alle uwe vyanden, te weten, om die te dempen.
margenoot11
D. Aentreffen, grijpen ende straffen.
margenoot12
D. uwes toorns, dat is, wanneer ghyse in toorne sult aensien, oordelen ende straffen. Vergel. Psal. 34.17. ende Gen. 32.20. Levit. 17.10. ende 20.6. Ierem. 3.12. ende 4.26. Thren. 4.16. merckt, dat het aengesicht Godts hier genomen wort voor sijnen toorn, ende bov. vers 7. voor sijn gunst. Vergel. Psal. 25.18, 19.
margenoot13
De vrucht haers lichaems (als de Schrift spreeckt), dat is, hare kinderen: anders wort oock door de vrucht van yemants hant verstaen, ’t gene hy door sijnen arbeyt verkrijcht, ofte overwint. Prov. 31.16, 31.
margenoot14
D. kinderen ofte nakomelingen.
margenoot15
Want Godt rekent hem selven aengedaen te worden, datmen sijnen volcke aendoet. siet Gen. 20. op vers 6.
margenoot16
Hebr. schouder, ofte, dijck. dat is, eene opgehoochde ofte uytstekende plaetse, daer op ghy, als op een doelwit, sult micken, om haer recht in’t gesicht te treffen.
margenoot17
Hebr. koorden, dat is, de peze van den boge. verstaet, de pijlen op uwen boge toerichten.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken