Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (Statenvertaling 1637) (2008)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.00 MB)

ebook (11.07 MB)

XML (23.68 MB)

tekstbestand






Editeur

Nicoline van der Sijs



Genre

non-fictie

Subgenre

vertaling
non-fictie/theologie
bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (Statenvertaling 1637)

(2008)–Anoniem Statenbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Het xxxj. Capittel.

Wee over de Ioden die hulpe gingen soecken in Egypten, ende Godt den Heere niet en sochten, vers 1. De Heere belooft, dat hy Ierusalem sal beschutten, 4. indien sy haer tot hem bekeerden, 6. Ende dat hy Assur slaen, ende op de vlucht brengen sal, 7.

[Folio 16v]
[fol. 16v]

1

WEe Ga naar margenoot1 den genen die in Egypten Ga naar margenoot2 om hulpe aftrecken, ende steunen Ga naar margenoot3 Ga naar margenoota op peerden, ende vertrouwen op wagenen, om datter vele zijn, ende op ruyters, om dat die seer machtich zijn: ende Ga naar margenoot4 en sien niet op den Heyligen Israëls, ende Ga naar margenoot5 en soecken den HEERE niet.

2

Nochtans is Ga naar margenoot6 hy Ga naar margenoot7 oock wijs, ende hy doet het Ga naar margenoot8 quaet komen, ende Ga naar margenoot9 en treckt sijne woorden niet te rugge: maer hy sal sich opmaken Ga naar margenoot10 tegen het huys der boosdoenders, ende Ga naar margenoot11 tegen de hulpe der gener die ongerechticheyt wercken.

3

Want de Egyptenaers zijn menschen, ende geen Godt, ende hare peerden zijn vleesch, ende geen geest: ende de HEERE sal sijne hant Ga naar margenoot12 uytstrecken, dat de helper struyckelen sal, ende die geholpen wort, sal neder-vallen, ende sy sullen altesamen te niete komen.

4

Want alsoo heeft de HEERE tot my geseyt, Gelijck als een Leeuw, ende een jonck-leeuw over sijnen roof brult, wanneer schoon Ga naar margenoot13 een volle menichte der herderen t'samen-geroepen wort tegen hem, en verschrickt hy voor hare stemme niet, noch en vernedert hem niet Ga naar margenoot14 van wegen harer veelheyt: alsoo sal de HEERE der heyrscharen Ga naar margenoot15 nederdalen, Ga naar margenoot16 om te stryden Ga naar margenoot17 voor den berch Zions, ende Ga naar margenoot18 voor haren heuvel.

5

Ga naar margenoot19 Ga naar margenootb Gelijck vliegende vogelen, alsoo sal de HEERE der heyrscharen Ierusalem beschutten, beschuttende sal hyse oock verlossen, Ga naar margenoot20 doorgaende, sal Ga naar margenoot21 hyse oock uythelpen.

6

Ga naar margenoot22 Bekeert u Ga naar margenoot23 tot [hem Ga naar margenoot24 van] den welcken de kinderen Israëls Ga naar margenoot25 diepe afgeweken zijn.

7

Want Ga naar margenoot26 te Ga naar margenootc dien dage sullen sy Ga naar margenoot27 verwerpen een yeder Ga naar margenoot28 sijn silvere afgoden, ende Ga naar margenoot28 sijn gouden afgoden, welcke u uwe handen [ter] sonde gemaeckt hadden.

8

Ende Ga naar margenoot29 Assur sal vallen door het sweert, Ga naar margenoot30 niet eens mans, ende het sweert, niet eens menschen, sal hem verteeren: ende hy sal Ga naar margenoot31 voor het sweert vlieden; ende sijne jongelingen Ga naar margenoot32 sullen versmelten Ga naar margenoot33.

9

Ende Ga naar margenoot34 Ga naar margenootd hy sal van vreese door-gaen Ga naar margenoot35 [nae] sijnen rotzsteen, ende sijne Vorsten sullen Ga naar margenoot36 voor de baniere Ga naar margenoot37 verschricken: spreeckt de HEERE, Ga naar margenoot38 die tot Zion vyer, ende te Ierusalem eenen oven heeft.

margenoot1
Dit deden die van Ierusalem.
margenoot2
T.w. tegen Sanherib den Coninck van Assyrien. Verg. 2.Reg. 18. vers 21, 24.
margenoot3
Verstaet de stercke peerden van Egypten, als blijckt vers 3.
margenoota
Psal. 20.8. Ierem. 17.5.
margenoot4
Siet boven cap. 29. vers 19.
margenoot5
T.w. met den gebede, ofte, raetvragen hem niet.
margenoot6
T.w. de Heere.
margenoot7
Niet weyniger, maer meer dan ghylieden. als of de Prophete seyde, De Heere weet wel, hoe hy sijne gerichten ende dreygementen sal in 't werck stellen, of schoon de Ioden allerley middelen bedencken om te ontcomen: Waren sy wijs, sy souden hem raet vragen.
margenoot8
D. straffen, ongeluck over de ongehoorsame.
margenoot9
Maer hy doet wat hy dreycht.
margenoot10
D. tegen de godtloose ende ongehoorsame Ioden.
margenoot11
Verstaet de Egyptenaers, die de Ioden souden ter hulpe komen.
margenoot12
Of, toewenden, neygen.
margenoot13
Of, een groot getal. Hebr. de volheyt der herderen. D. al watter voor herders ontrent zijn.
margenoot14
Of, om dat harer een groot getal is. And. van wegen het gewoel.
margenoot15
T.w. uyt den hemel.
margenoot16
T.w. tegen de Assyriers.
margenoot17
D. voor Ierusalem, of voor zijn volck. Siet de vervullinge 2.Reg. 19.35. And. op den berch Zion.
margenoot18
Of, op haren heuvel. Verstaet hier door desen heuvel, den berch Moria, op den welcken de Tempel stont. hy wort genoemt een heuvel Zions, om dat hy leeger, of kleynder is, dan de berch Zion, daer de stadt Davids op lach.
margenoot19
And. gelijck de vogelen (rontom haren nest) vliegen. T.w. om dat te beschermen.
margenootb
Deut. 32.12.
margenoot20
Of, voorby gaende, of, overspringende. In het Hebr. is 't selve woort daer Pascha, of, doortocht, van komt. Verstaet dan dit alsoo, hy sal de Assyriers in korter tijt verdelgen, T.w. in eener nacht, gelijck hy eertijts de Egyptenaers gedaen heeft, Exo. 12.12. etc.
margenoot21
Of, sal hy haer, T.w. de burgeren van Ierusalem.
margenoot22
Of, keert weder, T.w. ghy afvallige onder de Ioden.
margenoot23
T.w. tot den Heere, den welcken ghy grootelicx vertoornt hebt.
margenoot24
Hebr. die de afwijckinge, of, afval diepe gemaeckt hebben.
margenoot25
D. seer, wijt, verre.
margenoot26
T.w. als haer de Heere te huys soecken sal door de Assyriers, komende om haer te bekrijgen.
margenootc
Iesa. 2.20.
margenoot27
Dewijle sy sullen sien ende bevinden, datse haer niet helpen en kunnen.
margenoot28
Hebr. de afgoden sijnes silvers, ende de Afgoden sijnes gouts, als cap 30. vers 22.
margenoot28
Hebr. de afgoden sijnes silvers, ende de Afgoden sijnes gouts, als cap 30. vers 22.
margenoot29
D. De Assyriers.
margenoot30
Maer door het sweert des Engels. Siet 2.Reg. 19.35.
margenoot31
T.w. voor het sweert des Engels. Hebr. voor het aengesichte des sweerts.
margenoot32
Hebr. sullen tot smeltinge zijn. D. 't herte in 't lijf sal haer beven ende versmelten van angst en vreese.
margenoot33
Eenige verduytschen dit 8. vers aldus, Dan sal Assur door het sweert vallen, niet eenes machtigen mans, ende het sweert niet eenes gemeenen mans, sal hem verteeren: Maer hy sal voor het sweert (D. is van vreese des sweerts) vluchten, ende sijne Iongelingen sullen op tribuyt gebracht worden.
margenoot34
T.w. de Coninck van Assyrien.
margenootd
2.Reg. 19.36, 37, 38.
margenoot35
Of, tot sijnen rotzsteen. D. hy sal nae sijne vaste stadt Nineve toevluchten, Siet 2.Reg. 19.36. And. ende haer rotzsteen sal van vreese wech-trecken.
margenoot36
D. voor het teecken des strijts, 't welck hen de Engel geven sal. Of, voor den Engel des Heeren, diese als met eene opgeworpene baniere vervolgen sal.
margenoot37
Of, nedervallen, of, vernielt worden.
margenoot38
D. die te Zion woont, ende te Ierusalem sijne huys houdinge heeft: Ende die derhalven niet lijden en sal, dat de Assyriers hem daer uyt sullen stooten.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken