Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (Statenvertaling 1637) (2008)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.00 MB)

ebook (11.07 MB)

XML (23.68 MB)

tekstbestand






Editeur

Nicoline van der Sijs



Genre

non-fictie

Subgenre

vertaling
non-fictie/theologie
bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (Statenvertaling 1637)

(2008)–Anoniem Statenbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Het lxiiij. Capittel.

Het volck Godes vaert voort in sijn gebet, 't welcke het op 'teynde van het 63 capittel begonnen heeft, vers 1. biddende dat Godt haer wille verlossen, gelijck hy voormaels gedaen heeft, 3. bekennende ende belydende hare vuyle sonden, 6. ende onweerdicheyt, 8. biddende insonderheyt om de opbouwinge Ierusalems, 10.

1

Ga naar margenoot1 OCh dat ghy de hemelen Ga naar margenoot2 scheurdet, dat ghy neder quaemt, dat de bergen van u aengesichte Ga naar margenoot3 vervloten;

2

Gelijck Ga naar margenoot4 een smelt-vyer brandt, [ende] het vyer de wateren doet op-bobbelen; om Ga naar margenoot5 uwen name Ga naar margenoot6 uwe weder-partyders bekent te maken! laet [alsoo] de heydenen van u aengesichte beven.

3

Ga naar margenoot7 Doe ghy vreeslicke dingen dedet, [die] wy niet en verwachtten: Ga naar margenoot8 Ghy quaemt neder, van u aengesichte vervloten de bergen.

4

Ga naar margenoot9 Ia van outs en heeft men 't Ga naar margenoota niet gehoort, noch met ooren vernomen, Ga naar margenoot10 noch geen ooge en heeftet gesien, behalven ghy, ô Godt, [wat] Ga naar margenoot11 hy doen sal dien Ga naar margenoot12 die op hem wacht.

5

Ga naar margenoot13 Ghy ontmoet Ga naar margenoot14 den vrolicken, ende

[Folio 32r]
[fol. 32r]

die gerechticheyt doet, Ga naar margenoot15 den genen die uwer gedencken op uwe wegen: siet, Ga naar margenoot16 ghy waert verbolgen, om dat wy gesondicht hebben; in Ga naar margenoot17 de selve is de eeuwicheyt, Ga naar margenoot18 op dat wy behouden wierden.

6

Doch wy alle zijn als een onreyne, ende Ga naar margenoot19 alle onse gerechticheden zijn Ga naar margenoot20 als een wech-werpelick kleet: ende Ga naar margenoot21 Ga naar margenootb wy alle vallen af, Ga naar margenoot22 als een blat, ende onse Ga naar margenoot23 misdaden voeren ons henen-wech als een wint.

7

Ende daer en is Ga naar margenoot24 niemant, die uwen name Ga naar margenoot25 aenroept, die sich opweckt, Ga naar margenoot26 dat hy u aengrype: want ghy Ga naar margenoot27 verbercht u aengesichte voor ons, ende ghy doet ons smelten, Ga naar margenoot28 door 't middel van onse ongerechticheden.

8

Doch nu HEERE, Ga naar margenoot29 Ghy zijt onse Vader: wy zijn leem, ende ghy zijt onse Ga naar margenoot30 potte-backer, ende wy alle zijn uwer handen werck.

9

HEERE, en weest niet soo seer verbolgen, ende en Ga naar margenootc gedenckt niet eeuwichlick der ongerechticheyt: siet, aenschouwt doch, wy alle zijn u volck.

10

Ga naar margenoot31 Uwe heylige steden zijn een woestijne geworden, Zion is een woestijne geworden, Ga naar margenoot32 Ierusalem een verwoestinge.

11

Ga naar margenoot33 Ons heylich, ende ons heerlick huys, daer in onse Vaders u loofden, Ga naar margenoot34 is met vyere verbrant: ende alle onse gewenschte dingen, zijn tot woestheyt geworden.

12

HEERE, soudt ghy u Ga naar margenoot35 over dese dingen Ga naar margenoot36 inhouden? soudt ghy stille swygen, ende ons soo seer Ga naar margenoot37 bedrucken?

margenoot1
Dit hangt noch aen het laetste vers des 63. cap. zijnde een continuatie van het gebet der kercke, dat Godt sijne hulpe soude willen uyt den hemel doen blijcken tot verderf harer vyanden, ende tot harer verlossinge, voornemelick door de comste des Messie in den vleesche, waer op gesien wort. vers 4.
margenoot2
T.w. ontsteken zijnde met yver en grimmicheyt, gelijck de naest-volgende woorden sulcx breeder aenwijsen, alle gaer daer toe streckende, om Godt te bidden, dat hy sich in glorie ende macht soude willen openbaren, gelijck hy dede doe hy sijne wet gaf, Exod. cap. 19.
margenoot3
D. dat sy mochten smelten, ende als water afvlieten, als verbaest zijnde van de tegenwoordicheyt uwer Majesteyt. Siet dergelijcke allegorische maniere van spreken, Deut. 32.2. Iud. cap. 5. vers 4, 5, etc. Psal. 18.8. ende 97.5.
margenoot4
Hebr. Een vyer der smeltingen, D. gelijck een vyer 't welck 't gene datmen gieten wil, doet smelten: ende gelijck 't vyer het water doet op bobbelen.
margenoot5
D. uwe macht, met de welcke ghy u aen uwe vyanden wreeckt.
margenoot6
D. de vervolgers uwer kercke, die ghy houdt voor uwe vyanden, vergel. Act. 9.4.
margenoot7
T.w. ten tijde onser Vaderen, soo in Egypten, als in de woestijne.
margenoot8
And. op dat ghy neder quaemt, ende de bergen voor u aengesichte vervloten.
margenoot9
Dit is voornamelick te verstaen van de verborgentheden des H. Euangeliums, onbekent ende onbegrijpelick in der menschen verstant, behalven de gene die het Godt door sijnen Geest openbaert, gelijck d'Apostel Paulus dit is bewijsende uyt dese plaetse, 1.Corint. 2. vers 9, 10.
margenoota
1.Cor. 2.9. Psal. 31.19, 20.
margenoot10
Ia 't en is noyt in eeniges menschen herte, of gedachte gecomen, gelijck d'Apostel getuycht, 1.Cor. 2.9.
margenoot11
Voor, wat ghy doen sult. D. wat weldaden dat ghy doen sult. d'Apostel seyt wat Godt bereyt heeft: T.w. het Coninckrijcke der hemelen, 'twelck sulck een groote heerlickheyt is, dat sy alle menschelick verstant verre te boven gaet.
margenoot12
d'Apostel verklaert dese woorden, voor de gene die hem lief hebben, want op Godt wachten, is een vrucht der liefde. Vergel. met dese plaetse. Psal. 31.20.
margenoot13
T.w. met uwe genade ende goedertierenheyt, ende harer hulpe: gelijck de Engelen Iacob ontmoeten, Gen. 32.1. op andre plaetsen beteeckent het eene ontmoetinge tot schade of quetsinge, als Exod. 5.3.
margenoot14
Die sich met vreucht begeven om u te dienen, of, die haer in u verblijden.
margenoot15
D. die u loven en prijsen van wegen uwe wonderlicke regeringe ende bescherminge.
margenoot16
Ende derhalven hebt ghy ons geslagen.
margenoot17
T.w. uwe wegen, wetten, ende wille: of, in uwe genade ende goedertierenheyt, die ghy u volck steets bewijst.
margenoot18
D. so wy in de selve hadden gewandelt, souden wy behouden zijn geweest. And. Siet ghy waert verbolgen, om dat wy altoos tegen de selve (T.w. wegen) hebben gesondicht, nochtans zijn wy behouden.
margenoot19
D. alle onse beste wercken, of 'tgene dat wy souden mogen goets gedaen hebben: Verstaet hier by, indien ghy het nae de strengicheyt uwer rechtveerdicheyt soudt willen examineren, ons aensiende in onse eygene nature, buyten Christum. siet Phil. 3.8.
margenoot20
Hebr. als een kleet der wech-werpinge: of, als een vuyl besoetelt kleet: of, een kleet van lompen en lappen t'samen gevlickt. Siet ter contrarie hoedanige wy zijn in Cristo Iesu, Apoc. 19.8.
margenoot21
Of, wy verwelckeren. T.w. van wegen uwen toorn tegen ons ontsteken, dien wy met onse sonden veroorsaeckt hebben. Siet Psal. 90.5, 6.
margenootb
Psal. 90.5, 6.
margenoot22
Vergel. dese plaetse met Iudae vers 12. het contrarie is Psal. 1.3.
margenoot23
Dit woort begrijpt niet alleen de misdaden, maer oock de straffe der selver.
margenoot24
D. heel weynige.
margenoot25
T.w. met waren geloove, ende met oprecht berouw ende leetwesen, gelijck het betaemt.
margenoot26
T.w. om u te rugge te houden, dat ghy niet voort en gaet met ons in uwen toorn te slaen. And. die sich aen u vaste houdt.
margenoot27
Siet Deut. 31.17.
margenoot28
Of, door de kracht van onse ongerechticheden, Hebr. door de hant onser ongerechticheden. De sin is, onse sonden hebben het vyer uwes toorns ontsteken, door het welcke wy versmolten, ende verdelcht worden.
margenoot29
Godt is aller menschen Vader, ten dien aensien dat hyse alle geschapen heeft: Maer sijner uytvercorenen oock daerom, om dat hyse uyt genade tot kinderen heeft aengenomen. Siet Rom. 8.15, 16.
margenoot30
Of, formeerder, of, die ons geformeert heeft, ons herte formerende, gelijck een pottebacker uyt cley of leem, een vat formeert.
margenootc
Psal. 79.8.
margenoot31
Hebr. de steden uwer heylicheyt, T.w. Zion, ende Ierusalem, ende verstaet hier door Zion de stadt Davids, die het boven-deel der stadt van Ierusalem was, getimmert op den berch Zions: Ende door Ierusalem wort het benedendeel der stadt verstaen. ofte men kan door de heylige steden verstaen in't gemeen de steden Iuda, als zijnde steden des heyligen lants, ende van Godts heylich volck: ende voorts Zion ende Ierusalem, als volcht.
margenoot32
D. Ierusalem is verwoest. Siet Psal. 79.1.
margenoot33
T.w. de Tempel, in welcken de heylige Godtsdienst verricht wiert, ende daer Godt sijne heerlickheyt ende tegenwoordicheyt sien liet. Siet 1.Reg. 8.13, etc.
margenoot34
T.w. van de Babyloniers. want het schijnt, dat dit gebedt van den Prophete den volcke zy voor-geschreven geweest, om te spreken ten tijde van de Babylonische gevanckenisse. And. is [ge-eygent] ten vyere. Hebr. is geworden tot verbrandinge des vyers. De eerste Tempel is verbrant door Nebucadnezar, 2.Reg. 25.9. De tweede door den Keyser Titus. Siet Matt. 24.2.
margenoot35
T.w. over desen elendigen staet uwes volcks.
margenoot36
Of, ophouden. T.w. sonder wrake te doen over onse vyanden, ende sonder ons wederom te Ierusalem te brengen, om den Tempel te herbouwen, ende om uwen H. Gods-dienst te her-stellen?
margenoot37
Of, neder-slaen.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken