Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (Statenvertaling 1637) (2008)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.00 MB)

ebook (11.07 MB)

XML (23.68 MB)

tekstbestand






Editeur

Nicoline van der Sijs



Genre

non-fictie

Subgenre

vertaling
non-fictie/theologie
bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (Statenvertaling 1637)

(2008)–Anoniem Statenbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Het xiij. Capittel.

Prophetie van de vergevinge ende afwasschinge der sonden door Christum, vers 1. Van uytroeyinge des afgodischen dienstes, ende der valscher leere, 2. Van het lijden ende sterven Christi, 7. Van den onderganck der godtloosen, ende behoudenisse der uytvercorenen, na dat sy door het cruyce souden beproeft ende geloutert zijn, 8, etc.

1

Ga naar margenoot1 TE dien dage salder Ga naar margenoot2 een fonteyne Ga naar margenoot3 geopent zijn Ga naar margenoot4 voor het huys Davids, ende voor de inwoonders van Ierusalem, Ga naar margenoot5 tegen de sonde, ende tegen Ga naar margenoot6 de onreynicheyt.

2

Ende het sal te dien dage geschieden, spreeckt de HEERE der heyrscharen, dat ick uytroeyen sal uyt den lande, Ga naar margenoot7 de namen der Ga naar margenoot8 Afgoden, datse niet meer gedacht en sullen worden: ja oock Ga naar margenoot9 de propheten, ende Ga naar margenoot10 den onreynen geest Ga naar margenoot11 sal

[Folio 136r]
[fol. 136r]

ick uyt den lande wech doen.

3

Ende het sal geschieden, wanneer yemant Ga naar margenoot12 meer propheteert, Ga naar margenoot13 dat sijn vader ende sijne moeder, die hem gegenereert hebben, tot hem sullen seggen, Ga naar margenoot14 Ghy en sult niet leven, dewijle ghy valscheyt gesproken hebt in den name des HEEREN: ende sijn vader ende sijne moeder, die hem gegenereert hebben, Ga naar margenoot15 sullen hem doorsteken, wanneer hy Ga naar margenoot16 propheteert.

4

Ende het sal geschieden te dien dage, dat Ga naar margenoot17 die propheten Ga naar margenoot18 beschaemt sullen worden, een yegelick van wegen Ga naar margenoot19 sijn gesichte, wanneer hy propheteert: ende sy en sullen Ga naar margenoot20 geenen hayren mantel aendoen, om te liegen.

5

Maer Ga naar margenoot21 hy sal seggen, Ick en ben geen propheet, Ga naar margenoot22 ick ben een man die het lant bouwt, want Ga naar margenoot23 een mensche heeft my [daer toe] geworven van mijner jeucht aen.

6

Ende so yemant tot hem seyt, Ga naar margenoot24 Wat zijn dese wonden in uwe handen? so sal hy seggen, Het zijn [de wonden] daer mede ick geslagen ben [in] het huys Ga naar margenoot25 mijner liefhebbers.

7

Ga naar margenoot26 Sweert, ontwaeckt tegen mijnen Herder, ende tegen den man, Ga naar margenoot27 die mijn metgeselle is, spreeckt de HEERE der heyrscharen: Ga naar margenoota slaet dien herder, ende de schapen sullen verstroyt worden, maer ick sal mijne hant tot Ga naar margenoot28 de cleyne Ga naar margenoot29 wenden.

8

Ende het sal geschieden in den gantschen lande, spreeckt de HEERE, Ga naar margenoot30 de twee deelen daer in sullen uytgeroeyt worden, [ende] Ga naar margenoot31 den geest geven, maer Ga naar margenoot32 het derde deel sal daer in over blijven.

9

Ende ick sal Ga naar margenoot33 dat derde deel Ga naar margenoot34 in ’t vyer brengen, ende ick sal het louteren, gelijckmen silver loutert, ende ick sal’t beproeven, Ga naar margenootb gelijckmen gout beproeft: Ga naar margenoot35 Ga naar margenootc het sal mijnen Name aenroepen, ende ick sal het verhooren, ick sal seggen, Ga naar margenootd Het is mijn volck, ende het sal seggen, De HEERE is mijn Godt.

margenoot1
T.w. als de Messias sal gekomen zijn.
margenoot2
Of, Spring-ader, born-quelle. D. de genade Godes van de vergevinge der sonden door het bloet Iesu Christi, in het welcke wy gewasschen zijn.
margenoot3
T.w. geopent zijnde, of wordende, door de predicatie des H. Euangelij.
margenoot4
D. voor de geloovige kinderen Godes.
margenoot5
D. tot afwasschinge der sonde, ende aller onreynicheden uyt ende met de sonde ontstaende.
margenoot6
Het hebr. woort beteeckent eygentlick de afsonderinge van wegen de onsuyverheyt der maent-stonden, van de welcke gehandelt wort Lev. c. 12. ende c. 15.
margenoot7
D. alle afgoderye, also datse niet meer onder ulieden en sal genoemt worden. Vergel. Psal. 16.4. Hose. cap. 2.16.
margenoot8
Van het woort Afgoden, Siet 1.Sam. 31.9.
margenoot9
T.w. de valsche Propheten. And. [hare] Propheten, T.w. der Afgoden.
margenoot10
D. de valsche Leeraers, die eene onreyne leere dryven door ingevinge des boosen onreynen geestes, T.w. des duyvels. Vergel. 1.Ioh. 4.1, 2, 3.
margenoot11
Het zy door straffe uytroeyinge, Deut. 13. ofte door over-redinge tot verloocheninge des selven.
margenoot12
T.w. valschelicke makende Godt tot eenen deck-mantel sijner leugenen: oft wanneer yemant meer propheteert door in-geven des onreynen geestes.
margenoot13
De sin is, By de geloovige sal sulcken yver zijn, dat sy geenen valschen prophete ofte leeraer en sullen konnen dulden noch lijden, also dat selfs sijne eygene ouders ofte naeste bloet vrienden hem verwijsen sullen, achtervolgens de Wet Godes Deut. 13.6, 8.
margenoot14
D. ghy en zijt niet weert dat ghy leeft, ghy en behoordet niet langer te leven: Maer ghy zijt weerdich gedoodet te worden, achtervolgens de Wet Deut. cap. 13.1, etc.
margenoot15
Gedreven zijnde door eenen goddelicken yver, sullen sy hem den Richteren overleveren om gestraft te worden. Doch andre meynen dat het Hebr. woort hier beteeckent bestraffen, niet alleen met woorden, maer oock met harde slagen.
margenoot16
T.w. valschelick.
margenoot17
T.w. die valsche propheten.
margenoot18
Overtuycht zijnde van valsche leere door het klare licht der waerheyt, ende van hare eygene ouders.
margenoot19
D. sijne valsche prophetye.
margenoot20
Gelijck eertijts Elias gedaen heeft, 2.Reg. 1.8. ende Iohannes de Dooper, Matth. 3.4. Vergel. Iesa. 20.2. Dit deden de valsche propheten, om hare woorden des te grooteren schijn van heylicheyt te geven.
margenoot21
D. een yegelick deser propheten.
margenoot22
Als of hy seyde, ick hebbe die professie verlaten, De lant-bouwerye is de hanteringe die ick geleert ende gedaen hebbe van mijner jeucht aen, daer hebbe ick my nu wederom toe begeven.
margenoot23
Ofte, men heeft my gestelt over het vee, of, het vee leeren opvoeden, etc. of, want men heeft my geleert met het vee om te gaen, etc.
margenoot24
D. wat beduyden dese wonden, Hebr. slagen. D. lijck-teeckenen van wonden. Vergel. 1.Reg. 18.28. In uwe handen. verstaet hier by, ende oock voorder in u lichaem. Ofte aldus: Waerom zijn dese wonden in uwe handen? so sal hy seggen, Om dat ick geslagen ben, etc.
margenoot25
D. der gener die my lief-hebben, of beminnen, T.w. mijner ouderen, of naeste vrienden, die door harde slagen (daer ick noch de lijckteeckenen van drage) my hebben af-gewent, ende afgehouden van leugenen te spreken, ende van valsche prophetyen. Men seyt gemeynlick, harde slagen leeren wel, ende tot eenen harden noest moetmen eenen scherpen beytel gebruycken.
margenoot26
Dewijle in het naest-voor-gaende vers geseyt is, hoe de valsche Prophete van sijne eygene vrienden, zy getracteert, So neemt de Heere, namelick Godt de Vader, daer uyt aenleydinge, om te voorseggen, hoe Christus sijn lieve Soon, ende opperste Herder, als of hy oock een valsch prophete ware, geslagen ende omgebracht soude worden. Doch sulcks en soude niet by gevalle geschieden, maer nae sijne Goddelicke ordonnantie. Vergel. Matth. 26. vers 31. Ioh. c. 14. ende 16. ende 18. Actor. 2.23. ende 4.28.
margenoot27
Namelick mijn eenich geboren Soon, eenes wesens met my.
margenoota
Matth. 26.31. Marc. 14.27.
margenoot28
Door de kleyne worden hier verstaen de Discipulen Christi, die slechte onaensienlicke mannen waren, van de welcke Christus tot de gene die hem vingen, syde, Soeckt ghy my, so laet dese gaen. Ende na dat sy verstroyt waren, heeftse de Heere wederom vergadert. Ioh. cap. 18. vers 8. Doch men kan hier oock door de kleyne verstaen, de uytverkorene kinderen Godes, die kleyn zijn voor de oogen der werelt. Siet Mat. 18.10, 14.
margenoot29
T.w. om haer te versamelen, ende in ’t geloove te stercken. Van de maniere van spreken, Siet Ezech. 38. op vers 12. And. Ende ick sal mijne hant tegen de kleyne wenden: die mede vervolginge sullen lijden gelijck hare herders.
margenoot30
Hebr. de mont van tween, als Deut. cap. 21.17. D. de twee deelen. De sin is, dat verre het grootste deel der menschen soude verworpen worden, ende in sijne sonden ende ongeloove blijven liggen, ende verderven: de kleynste hoop sal salich worden. Siet Mat. 7.13. Luce 8.5, etc.
margenoot31
Vergel. soo veel de beteeckenisse des woorts belangt, Genes. 6.17. ende Numer. 17.12, 13.
margenoot32
T.w. die ick uyt genade sal verschoonen ende sparen.
margenoot33
T.w. dat derde deel, ’twelck mijne uytverkorene zijn.
margenoot34
Verstaet hier, het vyer der vervolginge, ende des kruyces. Siet Iesa. 1.25. ende 48.10. ende 1.Pet. 1.7.
margenootb
1.Pet. 1.6, 7.
margenoot35
Het derde deel, De sin is, Een yegelick deser uytverkorenen die ick alsoo sal beproeft hebben, sal mijnen name aenroepen, etc.
margenootc
Psal. 50.15. ende 91.15.
margenootd
Psal. 144. vers 15. Ioh. 20.28.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken