Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (1657)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

ebook (11.10 MB)

XML (24.25 MB)

tekstbestand






Editeurs

Hans Beelen

Nicoline van der Sijs



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/theologie
bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments

(1657)–Anoniem Statenbijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Het vj. Capittel.

Wetten van de gelofte der Nazireerschap, vers 1, etc. van de reynigheyt daer in gevoordert, 3. van de wijse hoe een Nazireer, die verontreynight was, moeste versoent worden, 9. van de ceremonien die men gebruycken moeste, als de gelofte volbracht was, 13. van het formulier der zegeninge, het welcke de Priesteren moesten volgen in het zegenen der Gemeynte, 22.

1

ENde de HEERE sprack tot Mose, seggende:

2

Spreeckt tot de kinderen Israëls, ende seght tot hen: wanneer een man ofte eene vrouwe sich af gescheyden sal hebben, belovende de gelofte eenes Ga naar margenoot1 Nazireers, om sich den HEERE af te sonderen;

3

Van wijn ende stercken dranck sal hy sich af sonderen, wijn-edick, ende edick van stercken Ga naar margenoot2 dranck en sal hy niet drincken, nochte eenige Ga naar margenoot3 vochtigheyt van druyven sal hy drincken, nochte versche, ofte gedrooghde druyven eten.

4

Alle de dagen sijner Nazireerschap en sal hy niet eten van yets dat van den Ga naar margenoot4 wijnstock des wijns gemaeckt is, van de keernen aen tot de Ga naar margenoot5 basten toe.

5

Alle de dagen der gelofte sijner Nazireerschap, en sal’t Ga naar margenoota scheermes over sijn hooft niet gaen: tot dat die dagen vervult sullen zijn, die hy sich den HEERE sal af gesondert hebben, sal hy Ga naar margenoot6 heyligh zijn, latende de locken van het hayr sijnes hoofts wassen.

6

Alle de dagen, die hy sich den HEE-

[Folio 61v\Nazireerschap.Priesterlicke zegen.]
[fol. 61v\Nazireerschap.Priesterlicke zegen.]

RE sal afgesondert hebben, en sal hy tot het Ga naar margenoot7 lichaem eens dooden niet gaen.

7

Om sijnen vader, ofte om sijne moeder, om sijnen broeder, ofte om sijne suster, om hen en sal hy sich niet verontreynigen, als sy doot zijn: want Ga naar margenoot8 de Nazireerschap sijnes Godts is op sijn hooft.

8

Alle de dagen sijner Nazireerschap is hy den HEERE heyligh.

9

Ende soo de gestorvene by hem onversiens haestlick gestorven ware, dat hy Ga naar margenoot9 het hooft sijner Nazireerschap soude verontreynight hebben: soo sal hy op den dagh sijner reyninge sijn hooft Ga naar margenoot10 bescheeren, op Ga naar margenoot11 den sevenden dagh sal hy het bescheeren.

10

Ende op den achtsten dagh sal hy twee tortelduyven, ofte twee Ga naar margenoot12 jonge duyven brengen tot den Priester, tot de deure van de Tente der t’samenkomste:

11

De Priester nu sal eene bereyden ten sond-offer, ende eene ten brand-offer, ende sal voor hem versoeninge doen, van dat hy Ga naar margenoot13 aen den Ga naar margenoot14 dooden lichame Ga naar margenoot15 gesondight heeft: alsoo sal hy sijn hooft op dien selven dagh Ga naar margenoot16 heyligen.

12

Daer na sal hy de dagen sijner Nazireerschap den HEERE Ga naar margenoot17 afsonderen, ende sal Ga naar margenoot18 een lam, dat eenjarigh is, brengen ten schult-offer: ende de vorige dagen sullen Ga naar margenoot19 vallen, om dat sijn Nazireerschap verontreynight was:

13

Ende dit is de wet Ga naar margenoot20 des Nazireers: ten dage, als de dagen sijner Nazireerschap sullen vervult zijn, sal hy Ga naar margenoot21 dit brengen tot de deure van de Tente der t’samenkomste:

14

Hy dan sal tot sijne offerhande den HEERE offeren een volkomen Ga naar margenoot22 eenjarigh lam ten brand-offer, ende een volkomen Ga naar margenoot23 eenjarigh oylam ten sond-offer, ende eenen volkomenen ram ten danck-offer.

15

Ende eenen korf ongesuerde [koecken,] koecken van meelbloeme, met olie gemenght, ende ongesuerde vladen met olie bestreken: mitsgaders Ga naar margenoot24 haer spijs-offer, ende hare dranck-offeren.

16

Ende de Priester sal ’t voor het aengesichte des HEEREN Ga naar margenoot25 brengen: ende sal sijn sond-offer, ende sijn brand-offer bereyden.

17

Hy sal oock den ram ten danck-offer den HEERE bereyden, met den korf der ongesuerde [koecken:] ende de Priester sal sijn spijs-offer, ende Ga naar margenoot26 sijn dranck-offer bereyden.

18

Als dan sal de Nazireer aen de deure der Tente der t’samenkomste Ga naar margenoot27 Ga naar margenootb het hooft sijner Nazireerschap bescheeren: ende hy sal het hoofthayr sijner Nazireerschap nemen: ende hy sal het leggen op het vyer dat onder het danck-offer is.

19

Daer na sal de Priester een gezoden schouder nemen van den ram, ende eene ongesuerde koecke uyt den korf, ende eene ongesuerde vlade: ende hy salse op de handen des Nazireers leggen, na dat hy sijne Ga naar margenoot28 Nazireerschap af geschoren heeft.

20

Ende de Priester sal die Ga naar margenootc bewegen ten Ga naar margenoot29 beweegh-offer, voor het aengesicht des HEEREN, ’t is een heyligh dingh voor den Priester, met de borst des beweegh-offers, ende met de Ga naar margenoot30 schouder des hef-offers: ende daer na sal die Nazareer wijn drincken.

21

Dat is de wet des Nazireers, die sijne offerhande den HEERE voor sijn Nazireerschap sal belooft hebben, Ga naar margenoot31 behalven wat sijne hant bekomen sal: na sijne gelofte, dewelcke hy belooft sal hebben, alsoo sal hy doen Ga naar margenoot32 na de wet sijner Nazireerschap.

22

Ende de HEERE sprack tot Mose, seggende:[kolom]

23

Spreeckt tot Aaron ende sijne sonen, seggende: Alsoo sult ghylieden de kinderen Israëls Ga naar margenoot33 zegenen, seggende tot hen:

24

De HEERE Ga naar margenoot34 zegene u, ende behoede u:

25

De HEERE Ga naar margenoot35 doe sijn aengesicht over u lichten, ende zy u genadigh:

26

De HEERE Ga naar margenoot36 verheffe sijn aengesicht over u, ende Ga naar margenoot37 geve u Ga naar margenoot38 vrede.

27

Alsoo sullen sy Ga naar margenoot39 mijnen naem op de kinderen Israëls leggen: ende ick salse zegenen.

margenoot1
Het Hebr. woort Nazir geschreven met de letter zain, beteeckent eenen afgesonderden, T.w. van de werelt, om sich gantschelick tot de bedenckinge van Goddelicke dingen, ende de waerneminge van den heyligen Godesdienst over te geven. De Nazireen waren een figure die in Christo niet letterlick, maer geestelick vervult is. siet oock van dese Iudic. 13.5. en Thren. c. 4. vers 7. en Amos 2.11. Sy zijn te onderscheyden van de gene die met de letter Tsade geschreven worden, ende genaemt Natsareen, van de stadt Natsareth, alsoo oock de Heere Christus een Nazarener genoemt wort, Matth. 2.23. ende de Christenen Nazareen, Actor. c. 24. vers 5. De Nazireen nu waren tweederley, I. Die Godt daer toe expresselick verkoos, als Simson, Iudic. 13.5. ende (soo eenige houden) Ioannes de Dooper, Luce 1.15. II. Die door vrywillige gelofte soodanige wierden, van dewelcke hier gesproken wort.
margenoot2
Siet Levit. 10. op vers 9.
margenoot3
Ofte, sap.
margenoot4
Alsoo Iudic. 13.14. D. die wijndruyven draeght, ende wijn voort brenght. Het tegendeel is een wijnstock, die dat niet en doet. Hagg. 2.20.
margenoot5
Ofte, pellekens.
margenoota
Iudic. 13.7. 1.Sam. 1.11.
margenoot6
D. den Heere geheylight, ende toege-eygent.
margenoot7
Hebr. ziele. Siet Levit. 19. op vers 28. ende hier ond. vers 11.
margenoot8
D. het teecken sijner Nazireerschap, ofte afsonderinge, T.w. het lange hayr, ’t welcke hy, soo lange sijne gelofte duerde, moeste ongeschoren laten. Vergl. onder de versen 9, 19.
margenoot9
Siet boven op vers 7.
margenoot10
D. sijn hayr tot den huyde toe, met een scheermes af nemen.
margenoot11
Soo lange moeste een mensche die eenen dooden aengeroert hadde, voor onreyn gehouden worden. siet Lev. 15.13. Vergel. ond. 12.14.
margenoot12
Hebr. sonen der duyven.
margenoot13
Of, by, ontrent.
margenoot14
Hebr. ziele.
margenoot15
Verstaet dese sonde van de ceremoniale onreynigheyt, dewelcke hy gekregen hadde, mits aengeroert te zijn van het doode lichaem, ofte daer by geweest te zijn, hoewel tegen sijn wete, ende wille.
margenoot16
Siet Levit. 8. op vers 30.
margenoot17
T.w. op een nieuw sich onthoudende van die dingen dewelcke vermelt zijn bov. versen 3, 4, 5, 6, 7. wederom aenvangende sijne Nazireerschap, als of hy te voren niet gedaen en hadde, om daer in soo veel dagen als hy belooft hadde te volherden.
margenoot18
Hebr. een sone sijns jaers.
margenoot19
D. voor niet, ende te vergeefs zijn, ende in geene reeckeninge komen.
margenoot20
D. van ’t offer des Nazireers.
margenoot21
T.w. dit offer, het welcke gemelt wort in de volgende versen 14, 15.
margenoot22
Hebr. eenen sone sijns jaers.
margenoot23
Hebr. eene dochter hares jaers.
margenoot24
Spijs offer, ende dranck-offer worden soo onderscheyden, dat het eerste is geweest van drooge, het ander van vochtige dingen. siet van het spijs-offer Levit. 2. op vers 1. ende van het dranck-offer Lev. 23. op vers 37. ende van beyde onderscheydelick genoemt, gelijck hier, Ioël 1.9, 13.
margenoot25
Ofte, offeren.
margenoot26
Vergl. Gen. 35. de aent. op vers 14.
margenoot27
Siet boven op vers 9.
margenootb
Actor. 21.24.
margenoot28
D. het hayr, het welcke hem in sijne Nazireerschap gewassen is.
margenootc
Exod. 29.27.
margenoot29
Hoe ’t beweegh-offer van het hef-offer te onderscheyden zy, siet Levit. c. 7. op vers 30.
margenoot30
Of, achterbout.
margenoot31
D. uytgenomen het gene hy boven de voorgemelte offerhande noch vrywillighlick, na sijn vermogen beloven ende offeren wilde. Meer mochte hy wel doen, maer niet min, zijnde de offerhande die in dese wet voor geschreven wort, soo wel den armen, als den rijcken opgeleyt.
margenoot32
And. boven, of, behalven.
margenoot33
D. als Priesteren ende Dienaren Godts in de algemeyne by een komste, alle goet, welvaren, ende saligheyt der Gemeynte van Gode toe wenschen.
margenoot34
Siet Gen. 12. op vers 2.
margenoot35
Het aengesicht Godes betekent sijne voorsichtigheyt, ende tegenwoordigheyt, om te straffen, ofte, te zegenen. Van het aengesicht der straffe, ofte wrake siet Levit. cap. 17. vers 10. Psalm 34.17. ende 51. vers 11. Van het aengesicht der gunste, ende zegeninge, is hier gesproken, als oock 2.Chron. 30.9. Psalm 13.2. etc. Godt nu wort geseyt sijn aengesicht te doen lichten, als hy sijne genade, zegen, ende weldadigheyt dadelick bewijst, Psalm 31.17. ende 80. versen 4, 8, 20, ende 119.135. ende Dan. 9.17.
margenoot36
D. hebbe gedurighlick de oogen sijner genadiger voorsichtigheyt over u, om uwen ingangh, ende uytgangh te bewaren, tot uwen besten, het welcke Godt niet en doet, als hy geseyt wort sijn aengesicht te verbergen, ofte, af te keeren, Deut. 32.20. Ezech. 7.22.
margenoot37
Hebr. sette, D. voege u vrede toe, ofte geve u vrede.
margenoot38
Siet Genes. 37. op vers 14.
margenoot39
Dit geschiedde eensdeels met aenroepinge des Goddelicken naems, anderdeels met uytstreckinge harer handen over de Gemeynte, als ofse den zegen des Heeren, om den welcken sy baden, den geheelen volcke van Godts wegen dadelick hadden willen toe brengen, ende over geven.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken