Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (1657)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

ebook (11.10 MB)

XML (24.25 MB)

tekstbestand






Editeurs

Hans Beelen

Nicoline van der Sijs



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/theologie
bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments

(1657)–Anoniem Statenbijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Het iiij. Capittel.

De Israëliten worden van de Philistijnen geslagen, vers 1, etc. daer over doen sy de Arke des verbonts van Silo in het leger brengen, 3. Die met groot juychen des volcks ontfangen wort, 5. het welck de Philistijnen verbaest maeckt, 6. Doch grijpen wederom moedt, 9. De Philistijnen slaen de Israëliten ten tweeden male, 10. De Arke wort genomen, ende de beyde sonen Eli blijven doot, 11. Als dit Eli geboodtschapt wert, 12. Wert de geheele stadt bedroeft, 13. ende Eli alles hoorende, valt achterwaerts van sijnen stoel, ende breeckt den hals, ende sterft, 14. Ende sijne schoondochter sterft in den arbeyt, 19. Na dat sy haren sone Icabod genoemt hadde, 21.

1

ENde Ga naar margenoot1 het woort Samuels geschiedde aen gantsch Israël: ende Israël toogh uyt den Philistijnen te gemoete ten strijde, ende legerden sich by Ga naar margenoot2 Eben Haëzer, maer de Philistijnen legerden sich by Ga naar margenoot3 Aphek.

2

Ende de Philistijnen stelden haer in slaghorden om Israël te ontmoeten: ende als sich Ga naar margenoot4 de strijt uytspreydde, soo wert Israël voor der Philistijnen aengesichte geslagen: want Ga naar margenoot5 sy sloegen Ga naar margenoot6 in de slaghorden in den velde, ontrent vier duysent man.

3

Als het volck [wederom] in ’t leger gekomen was, soo seyden de Oudtste van Israël, Waerom heeft ons de HEERE heden geslagen voor het aengesichte der Philistijnen? Ga naar margenoot7 laett ons van Silo tot ons nemen de Arke des verbonts des HEEREN, ende laet die in ’t midden van ons komen, op datse ons verlosse van de hant onser vyanden.

4

Het volck dan sandt na Silo, ende men bracht van daer de Arke des verbonts des HEEREN der heyrscharen, die Ga naar margenoota tusschen Ga naar margenoot8 de Cherubim woont: ende de twee sonen Eli, Hophni ende Pinehas, waren Ga naar margenoot9 daer met de Arke des verbonts Godes.

5

Ende ’t geschiedde als de Arke des verbonts des HEEREN in ’t leger quam, soo juychte gantsch Israël met een groot gejuych, alsoo dat de aerde dreunde.

6

Als nu de Philistijnen de stemme des juychens hoorden, soo seyden sy, Wat Ga naar margenoot10 is de stemme deses grooten juychens in het leger der Hebreen? doe vernamen sy, dat de Arke des HEEREN in het leger gekomen was.

7

Daerom vreesden de Philistijnen: want sy seyden, Godt is in het leger gekomen: ende seyden, Wee ons, want diergelijcke en is gisteren [noch] eergisteren niet geschiet.

8

Wee ons, wie sal ons redden uyt de hant Ga naar margenoot11 deser heerlicker Goden? dit zijn de-

[Folio 119r\ Israël geslagen. Arke. Dagon.]
[fol. 119r\ Israël geslagen. Arke. Dagon.]

selve Goden, die de Egyptenaers met alle plagen geplaeght hebben by Ga naar margenoot12 de woestijne.

9

Zijt sterck, ende weest mannen, ghy Philistijnen, op dat ghy de Hebreen niet misschien en dienet, Ga naar margenootb gelijck als sy u-lieden gedient hebben, soo zijt mannen, ende strijdet.

10

Doe streden de Philistijnen ende Israël wert geslagen, ende vloden een yegelick in Ga naar margenoot13 sijne tenten, ende daer geschiedde een seer groote Ga naar margenoot14 nederlage, soo datter van Israël vielen dertigh duysent voetvolcks.

11

Ende Ga naar margenootc de Arke Godes wert genomen: ende de twee sonen Eli, Hophni ende Pinehas, storven.

12

Doe liep daer een Benjaminiter uyt de slaghorden, ende quam te Silo des selvigen daegs: ende Ga naar margenoot15 sijne kleederen waren gescheurt, ende Ga naar margenoot16 daer Ga naar margenootd was aerde op sijn hooft.

13

Ende als hy quam, siet soo sat Eli op eenen stoel aen de zijde des weghs, uytsiende: want sijn herte was tsitterende van wegen de Arke Godes: als die man quam, om [sulcks] te verkondigen in de stadt, doe Ga naar margenoot17 schreeuwde de gantsche stadt.

14

Ende als Eli de stemme des geroeps hoorde, soo seyde hy, Wat is de stemme deser beroerte? doe haestede hem die man, ende hy quam, ende bootschapt’et Eli.

15

(Eli nu was een man van acht ende negentigh jaren, ende sijne oogen Ga naar margenoot18 stonden Ga naar margenoote stijf, dat hy niet sien en konde.)

16

Ende die man seyde tot Eli: Ick ben die, die uyt de slaghorden kome, ende ick ben heden uyt de slaghorden gevloden: hy dan seyde, Wat is’er geschiet, mijn sone?

17

Doe antwoordde Ga naar margenoot19 hy, die de boodtschap bracht, ende seyde, Israël is gevloden voor het aengesichte der Philistijnen, ende daer is oock een groote nederlage onder den volcke geschiet: daer en boven zijn uwe twee sonen Hophni ende Pinehas gestorven, ende de Arke Godes is genomen.

18

Ende het geschiedde, als hy van de Arke Godes vermeldde, soo viel hy achterwaerts van den stoel af, aen de zijde der Ga naar margenoot20 poorte, ende brack den necke, ende sterf, want de man was oudt ende swaer: ende hy richtede Israël veertigh jaer.

19

Ende sijne schoondochter, Pinehas huysvrouwe, was bevrucht, sy soude baren: als dese de tijdinge hoorde, dat de Arke Godes genomen was, ende haer schoonvader gestorven was, ende haer man, soo Ga naar margenoot21 kromde sy haer, ende baerde, want Ga naar margenoot22 hare Ga naar margenoot23 weën overvielen haer.

20

Ende ontrent den tijt hares stervens, soo spraken de vrouwen die Ga naar margenoot24 by haer stonden, Vreest niet, want ghy hebt eenen sone gebaert: doch sy en antwoordde niet, ende en Ga naar margenoot25 nam het niet ter herte.

21

Ende sy noemde ’t jonghsken Ga naar margenoot26 Icabod, seggende, De Eere is wech gevoert uyt Israël, om dat de Arke Godes gevangelick wech gevoert was, ende om hares schoonvaders, ende hares mans wille.

22

Ende sy seyde, De Ga naar margenoot27 Eere is gevangelick wech gevoert uyt Israël, want de Arke Godes is genomen.

margenoot1
D. de Prophetie die Samueli van den Heere geopenbaert was, heeft hy den volcke verkondight, ende is volbracht. siet cap. 3. versen 11, 21.
margenoot2
D. steen der hulpe, helpsteen. Dese plaetse heeft eerst naderhant desen name gekregen. siet ond. 7. vers 12. alsoo wort Luz Gen. 12. Bethel genoemt, welcken name Iacob deser plaetse lange daer na eerst gegeven heeft, Gen. cap. 28.
margenoot3
Een stadt in de stamme Iuda gelegen, Ios. 15. vers 53. Doch daer is een ander Aphek in de stamme Issaschar, 1.Sam. c. 29. oock een in de stamme Ascher, Ios. 19.30 Iudic. 1.31.
margenoot4
D. de krijghslieden die streden. Hy wil seggen, als nu alle de benden ende compagnien beyder zijds aen malkanderen gekomen waren om te vechten: soo sloegense, etc.
margenoot5
T.w. de Philistijnen.
margenoot6
Hy wil seggen, geduerende de bataelje, doe de bende legers noch in hare slaghordre stonden.
margenoot7
Dit hebben sy gedaen, sonder Godt om raet te vragen, meynende dat dese uyterlicke ceremonie haer soude kunnen beschermen, ofte verlossen uyt de handen harer vyanden.
margenoota
2.Sam. 6.2. Psalm 80.2. ende 99.1.
margenoot8
Van tusschen dewelcke Godt tot Mose ende andere sprack, Exod. 25.22. Num. 7.89.
margenoot9
T.w. in ’t leger.
margenoot10
D. beduydet.
margenoot11
Of, deses heerlicken Godes.
margenoot12
D. in de schelfzee, welcke leyt aen de woestijne Etham. Siet Exod. 13.20. ende cap. 14.
margenootb
Iudic. 13.1.
margenoot13
D. in sijn huys, gelijck onder 13.2. ende 1.Reg. cap. 12. vers 16, etc.
margenoot14
Hebr. slagh.
margenootc
1.Sam. 2.34. Psalm 78.61.
margenoot15
Tot een teecken van droeffenisse, ende dat hy quade tijdinge bracht. Van dese maniere van doen, siet d’aenteeck. op Genes. 37.29. Iosu. 7.6, etc. ende 2.Sam. 1.2, 11.
margenoot16
Siet dergelijcke exempel Iosu. 7.6. ende 2.Sam. 1.2.
margenootd
Iosu. 7.6.
margenoot17
D. de inwoonders der stadt riepen ende schreeuwden overluyt van droefheyt, als sy hoorden, dat de Arke des verbonts genomen was.
margenoot18
Hebr. stonden.
margenoote
1.Sam. 3.2.
margenoot19
Ofte, de boodtschapper.
margenoot20
Verstaet dit van de stadts-poorte.
margenoot21
T.w. van pijne ende benauwtheyt die sy gevoelde.
margenoot22
Hebr. hare nooden wendden sich over haer.
margenoot23
Anghsten, benauwtheden, noot.
margenoot24
Of, over haer.
margenoot25
Hebr. sy en sette haer herte daer niet [op,] D. sy en wiert door sulcke woorden niet beweeght: Sy en verquickten haer herte niet.
margenoot26
D. waer is de heerlickheyt? And. daer is geen eere. Als of sy seyde, Alle eerlickheyt ende treffelickheyt van Israël is ons nu benomen, nu de Arke ons benomen is, welcke Israël groote heerlickheyt ende vermaertheyt toebracht. Want sy was een teecken der genadige tegenwoordigheyt Godes onder sijnen volcke. Dese manier van spreken wort oock gebruyckt Psalm 26.8. ende 78.61.
margenoot27
Dese vrouwe beklaeght meer, ende is bedroefder om de gemeene schade, dan om haer eygen verlies. siet oock boven vers 18.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken