Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (1657)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

ebook (11.10 MB)

XML (24.25 MB)

tekstbestand






Editeurs

Hans Beelen

Nicoline van der Sijs



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/theologie
bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments

(1657)–Anoniem Statenbijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Het vij. Capittel.

Nehemia hanght de deuren der stadtpoorten op, bestelt de dienaers des tempels, ende goede wacht aen de stadtpoorten, ende door de gantsche stadt, vers 1, etc. bedenckt, door Godts ingeven, middel, om Ierusalem met genoeghsame inwoonders te versien, ende in goede ordre te brengen, waer toe hy goet vindt voor eerst al het volck te versamelen, ende te oversien het geslacht-register der gener, die met Zerubbabel waren opgetogen uyt de gevangenisse, het welcke hy vindt, ende hier wederhaelt, 4. Vrywillige gaven der Oversten ende des volcks, 70.

1

VOorts geschiedde het als de muer gebouwt was, dat ick de Ga naar margenoot1 deuren op-richtede, ende de Poortiers, ende de Sangers, ende de Leviten werden Ga naar margenoot2 bestelt;

2

Ende ick gaf bevel mijnen broeder Hanani, ende Hananja den Oversten van de burcht Ga naar margenoot3 te Ierusalem, want hy was Ga naar margenoot4 als een man van getrouwigheyt, ende Godtvreesende boven velen.

3

Ende ick seyde tot hen; Laet de poorten van Ierusalem niet geopent worden, tot dat de Ga naar margenoot5 sonne heet wort, ende terwijlen Ga naar margenoot6 sy daer bystaen, laetse de deuren Ga naar margenoot7 sluyten, betast ghyse dan: Ende dat men wachten sette, inwoonders van Ierusalem, een yegelick op sijne wacht, ende een yegelick tegen sijn huys over.

4

De stadt nu was wijt van Ga naar margenoot8 ruymte ende groot, doch des volcks was weynigh

[Folio 211v\Geslacht-register.]
[fol. 211v\Geslacht-register.]

daer Ga naar margenoot9 binnen: ende de huysen en waren Ga naar margenoot10 niet gebouwt.

5

Soo gaf mijn Godt in mijn herte, dat ick de Ga naar margenoot11 Edelen, ende de Overheden, ende het volck Ga naar margenoot12 versamelde om de Ga naar margenoot13 geslachten te reeckenen: Ende ick vondt het Ga naar margenoot14 geslacht-register der gener, die in het Ga naar margenoot15 eerste waren opgetogen, ende vondt daer in geschreven [aldus:]

6

Ga naar margenoota Ga naar margenoot16 Dit zijn de kinderen van dat lantschap, die optogen uyt de gevangenisse, der wechgevoerden, die Nebucadnezar, Koningh van Babel, wech gevoert hadde; ende [die] weder gekeert zijn na Ierusalem ende na Iuda, een yegelick tot sijne stadt:

7

Dewelcke quamen met Zerubbabel, Iesua, Nehemja, Azarja, Raamja, Nahamani, Mordechai, Bilsan, Mispereth, Bigvai, Nehum [ende] Baëna. [Dit] is het getal der mannen van den volcke Israëls:

8

De kinderen van Parhos waren twee duysent, hondert ende twee ende seventigh.

9

De kinderen van Sephatja, drie hondert, twee ende seventigh.

10

De kinderen Arachs, ses hondert, twee ende vijftigh.

11

De kinderen Pahath-Moabs, van de kinderen Iesua ende Ioabs; twee duysent, ende acht hondert, [ende] achtien.

12

De kinderen Elams, duysent, twee hondert, vier ende vijftigh.

13

De kinderen van Zatthu, acht hondert, vijf ende veertigh.

14

De kinderen van Zaccai, seven hondert, ende sestigh.

15

De kinderen van Binnui, ses hondert, acht ende veertigh.

16

De kinderen van Bebai, ses hondert, acht ende twintigh.

17

De kinderen van Azgad, twee duysent, drie hondert, twee ende twintigh.

18

De kinderen Adonikams, ses hondert, seven ende sestigh.

19

De kinderen van Bigvai, twee duysent, seven ende sestigh.

20

De kinderen van Adin, ses hondert, vijf ende vijftigh.

21

De kinderen Aters, van Hizkia, acht ende negentigh.

22

De kinderen Hasums, drie hondert, acht ende twintigh.

23

De kinderen van Bezai, drie hondert, vier ende twintigh.

24

De kinderen Hariphs, hondert [ende] twaelf.

25

De kinderen van Gibeon, vijf ende negentigh.

26

De mannen van Beth-lehem ende Netopha, hondert, acht ende tachtentigh.

27

De mannen van Anathoth, hondert, acht ende twintigh.

28

De mannen van Beth-Azmaveth, twee ende veertigh.

29

De mannen van Kirjat-Iearim, Cephira, ende Beëroth, seven hondert, drie ende veertigh.

30

De mannen van Rama ende Gaba, ses hondert, een ende twintigh.

31

De mannen van Michmas, hondert, ende twee ende twintigh.

32

De mannen van Beth-el ende Ai, hondert, drie ende twintigh.

33

De mannen van ’t ander Nebo, twee ende vijftigh.

34

De kinderen des anderen Elams, duysent, twee hondert, vier ende vijftigh.

35

De kinderen Harims, drie hondert, ende twintigh.

36

De kinderen van Iericho, drie hondert, vijf ende veertigh.

37

De kinderen van Lod, Hadid ende [kolom] Ono, seven hondert, ende een ende twintigh.

38

De kinderen van Senaa, drie duysent, negen hondert, ende dertigh.

39

De Priesters: De kinderen van Iedaja, van den huyse Iesua, negen hondert, drie ende seventigh.

40

De kinderen Immers, duysent, twee ende vijftigh.

41

De kinderen Pashurs, duysent, twee hondert, seven ende veertigh.

42

De kinderen Harims, duysent [ende] seventien.

43

De Leviten: De kinderen van Iesua, van Kadmiël, van de kinderen Hodeva, vier ende seventigh.

44

De Sangers: De kinderen Asaphs, hondert, acht ende veertigh.

45

De Poortiers; De kinderen Sallums, de kinderen Aters, de kinderen Talmons, de kinderen Hakubs, de kinderen van Hattita, de kinderen van Sobai, hondert, acht ende dertigh.

46

De Nethinim: De kinderen van Ziha, de kinderen van Hasupha, de kinderen van Tabbaoth,

47

De kinderen van Keros, de kinderen van Sia, de kinderen van Padon,

48

De kinderen van Lebana, de kinderen van Hagaba, de kinderen van Salmai,

49

De kinderen Hanans, de kinderen Giddels, de kinderen Gahars,

50

De kinderen van Reaja, de kinderen van Rezin, de kinderen van Nekoda,

51

De kinderen Gazzams, de kinderen van Uzza, de kinderen van Paseah,

52

De kinderen van Besai, de kinderen van Meunim, de kinderen van Ga naar margenoot17 Nephussim,

53

De kinderen van Bakbuk, de kinderen van Hakupha, de kinderen van Harhur,

54

De kinderen van Bazlith, de kinderen van Mehida, de kinderen van Harsa,

55

De kinderen van Barkos, de kinderen van Sisera, de kinderen van Thamah,

56

De kinderen van Nesiah, de kinderen van Hatipha.

57

De kinderen der knechten van Salomo: De kinderen van Sotai, de kinderen van Sophereth, de kinderen van Perida,

58

De kinderen van Iaëla, de kinderen van Darkon, de kinderen van Giddel,

59

De kinderen van Sephatja, de kinderen van Hattil, de kinderen van Pochereth van Zebaim, de kinderen van Amon.

60

Alle de Nethinim, ende de kinderen der knechten van Salomo, waren drie hondert, twee ende negentigh.

61

Oock togen dese op van Thelmelah, Thelharsa; Cherub, Addon, ende Immer: Maer sy en konden harer vaderen huys, noch haer zaet niet toonen of sy uyt Israël waren.

62

De kinderen van Delaja, de kinderen van Tobia, de kinderen van Nekoda, ses hondert, twee ende veertigh.

63

Ende van de Priesteren, de kinderen van Habaja, de kinderen van Koz: de kinderen van Barzillai, die eene vrouwe van de dochteren Barzillai des Gileaditers genomen hadde, ende na haren naem genoemt was.

64

Dese sochten haer geschrift, willende haer geslachte reeckenen, maer het en wert niet gevonden: Daerom werden sy als onreyne van het Priesterdom geweert.

65

Ende Hattirsatha seyde tot hen, dat sy van de Ga naar margenoot18 heylighste dingen niet souden eten: tot datter een Priester stonde met Urim ende Thummim.

66

Dese gantsche gemeynte te samen,

[Folio 212r\Wetboeck gelesen, etc.]
[fol. 212r\Wetboeck gelesen, etc.]

was twee ende veertigh duysent, drie hondert ende sestigh.

67

Behalven hare knechten ende hare maeghden, die waren seven duysent, drie hondert, seven ende dertigh: Ende sy hadden twee hondert, ende vijf ende veertigh Sangers ende Sangerssen.

68

Hare peerden seven hondert, ses ende dertigh: hare muylen, twee hondert, vijf ende veertigh:

69

Kemelen, vier hondert, vijf ende dertigh: Ezelen, ses duysent, seven hondert, ende twintigh.

70

Ga naar margenoot19 Een deel nu van de Hoofden der vaderen gaven tot het werck: Ga naar margenoot20 Hattirsatha gaf ten schatte, aen gout, duysent Ga naar margenoot21 drachmen, vijftigh sprenghbeckens, vijf hondert ende dertigh Priesterrocken.

71

Ende [andere] van de Hoofden der vaderen gaven ten schatte des wercks, aen gout, twintigh duysent drachmen, ende aen silver, twee duysent, ende twee hondert ponden.

72

Ende dat de overige des volcks gaven, was aen gout, twintigh duysent drachmen, ende aen silver twee duysent mijnen: ende seven ende sestigh Priesterrocken.

73

Ende de Priesters, ende de Leviten, ende de Poortiers, ende de Sangers, ende [sommige] van Ga naar margenoot22 den volcke, ende de Nethinim, ende gantsch Ga naar margenoot23 Israël woonden in hare steden.

margenoot1
In de stadtpoorten. vergel. bov. 6.1. ende 3. op vers 3.
margenoot2
Om op hare diensten te passen.
margenoot3
And. over, ofte aengaende Ierusalem. Te weten, gaf hy hem bevel.
margenoot4
Dat is hier, hy was in der daet ende waerheyt een getrouw man. Siet van gelijcke beteeckeninge deses woordekens, Genes. 27. vers 12. ende de aenteeckeninge aldaer.
margenoot5
Dat is, dat het hooge dagh is.
margenoot6
De Poortiers, ofte dien ’t openen ende sluyten der poorten bevolen is, ofte aldus: Wanneer sy, die daer by staen, de poorten sullen hebben gesloten, betast ghyse dan: om te sien, ofse wel gesloten zijn, ende dat om de veelheyt der vyanden van buyten ende van binnen. Anders, terwijlen sy noch op zijn, Te weten, het volck.
margenoot7
Te weten, aen den avont.
margenoot8
Ofte, begrijp. Hebr. handen. siet Genes. 34. vers 21. Iudic. 18.10. Iesa. 22.18. met de aenteeckeninge.
margenoot9
Hebr. in het midden van haer.
margenoot10
Verstaet niet over al, noch ten vollen.
margenoot11
Hebr. de witten. siet bov. 2. op vers 16.
margenoot12
Dat is, uyt alle plaetsen tegen den eersten der sevender maent dede opkomen, om te doen het gene in de vijf volgende capittelen verhaelt wort.
margenoot13
Om door dat middel te weten, wat geslachten van oudts tot Ierusalem gehoorden, op dat het getal der inwoonderen mochte worden vermeerdert, ende andere, des noot, daer bygevoeght worden.
margenoot14
Hebr. het boeck der geslacht-reeckeninge.
margenoot15
Die met den Vorst Zerubbabel uyt de gevangenisse waren opgetogen onder den Koningh Cores, ofte, Cyrus.
margenoota
Ezra 2.1, etc.
margenoot16
Siet van dit register, Ezra 2. op vers 2, ende de andere aenteeck. aldaer op dat gantsche Capittel.
margenoot17
And. Nephisckesim.
margenoot18
Hebr. heyligheyr der heyligheden.
margenoot19
Tot hier toe is het register (waer van Ezra cap. 2. op vers 2.) wederhaelt: Nu volght wat onder Nehemia tot vorderinge van den Godtsdienst, na het goet exempel, Ezra cap. 2. vers 68, etc. gedaen zy.
margenoot20
D. Nehemia selfs, als ond. 8.10. ende 10.1. Siet wijders Ezra cap. 2. op vers 63.
margenoot21
Van drachmen ende mijnen, siet Ezra 2. op vers 69.
margenoot22
Siet Ezra 2. op vers 70.
margenoot23
Dat uyt de Babylonische gevangenisse was wedergekeert.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken