Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (1657)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

ebook (11.10 MB)

XML (24.25 MB)

tekstbestand






Editeurs

Hans Beelen

Nicoline van der Sijs



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/theologie
bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments

(1657)–Anoniem Statenbijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Psalm xxj.

David danckt Godt, voor sich, ende in den name der Kercke, voor de ontfangene victorien ende den gezegenden staet sijns Koninckrijcks, zijnde een voorbeelt des eeuwigen Koninghs ende Koninckrijcks Iesu Christi: ende propheteert de bestandigheyt van beyden, mitsgaders den ondergangh aller vyanden van dien, tot Godes lof.

1

EEn Psalm Davids, voor den Ga naar margenoot1 Oppersanghmeester.

2

O HEERE, de Koningh is verblijdt over uwe sterckte; ende hoe seer is hy verheught over u heyl?

3

Ghy hebt hem sijns herten wensch gegeven; ende Ga naar margenoot2 de uytsprake sijner lippen en hebt ghy niet geweert, Ga naar margenoot3 Sela!

4

Want ghy komt hem voor met zegeningen van het goede; op sijn hooft settet ghy eene kroone van fijnen goude.

5

Het Ga naar margenoot4 leven heeft hy van u begeert, Ga naar margenoot5 ghy hebt het hem gegeven; Ga naar margenoot6 lenghte van dagen, eeuwighlick ende altoos.

6

Groot is sijne eere door u heyl; majesteyt ende heerlickheyt hebt ghy hem toegevoeght.

7

Want ghy settet hem [tot] Ga naar margenoot7 zegeningen in eeuwigheyt; ghy vervrolickt hem door vreughde met u Ga naar margenoot8 aengesicht.

8

Want de Koningh vertrouwt op den HEERE, ende door de goedertierenheyt des Alderhooghsten en sal hy niet Ga naar margenoot9 wanckelen.

9

Uwe hant sal Ga naar margenoot10 alle uwe vyanden Ga naar margenoot11 vinden; uwe rechter hant sal uwe haters vinden.

10

Ghy sultse setten als eenen vyerigen oven ter tijt uwes [toornigen] Ga naar margenoot12 aengesichts; De HEERE salse in sijnen toorn verslinden, ende het vyer salse verteeren.

11

Ghy sult hare Ga naar margenoot13 vrucht van der aerde verdoen; ende haer Ga naar margenoot14 zaet van de kinderen der menschen.

12

Want sy hebben quaet tegen Ga naar margenoot15 u aengeleyt; sy hebben een schendelicke daet bedacht, [doch] sullen niets vermogen.

13

Want ghy sultse setten tot een Ga naar margenoot16 wit, met uwe Ga naar margenoot17 pezen sult ghy op haer aengesicht toeleggen.

14

Verhooght u, HEERE, in uwe sterckte; soo sullen wy singen, ende uwe macht met Psalmen loven.

margenoot1
Siet Psalm 4. op vers 1.
margenoot2
D, het gene hy tot u in sijn gebedt uytgesproken ende van u begeert heeft.
margenoot3
Siet Psalm 3. op vers 3.
margenoot4
Als hy van wegen sijne vyanden in doots perijckel was. Verstaet met Godts genadigen zegen: daer by vergelijckt Psalm 30. vers 6. ende 133.3.
margenoot5
Anders, ghy hebt hem gegeven lenghte van dagen, etc.
margenoot6
D. een langh leven. Vergel. Deut. 30. vers 20. dit siet wel eensdeels na het lichaem op David, die in goeden ouderdom is gestorven, maer streckt sich oock voorts op den Messiam, Davids zaet na den vleesche, (siet Iesa. 53.10.) ende wijders op David ende alle leden Christi, ten aensien dat sy door het geloove in hem het eeuwigh leven hebben.
margenoot7
Vergel. Gen. 12. op vers 2. Iesa. 19. vers 24. Ezech. 34. vers 26.
margenoot8
Siet Numer. 6. op versen 25, 26. ende Psalm 16.11.
margenoot9
Als bov. Psal. 15. vers 5.
margenoot10
And. sal [wrake] vinden voor alle, etc. Ofte, sal genoeghsaem zijn voor alle uwe vyanden, te weten, om die te dempen.
margenoot11
Dat is, aentreffen, grijpen ende straffen.
margenoot12
Dat is, uwes toorns, D. wanneer ghyse in toorne sult aensien, oordeelen ende straffen. Vergel. Psalm 34.17. ende Genes. c. 32. vers 20. Levit. c. 17. vers 10. ende 20.6. Ier. 3. vers 12. ende 4.26. Thren. 4.16. Merckt, dat het aengesicht Godts hier genomen wort voor sijnen toorn, ende boven vers 7. voor sijn gunst. Vergelijckt Psalm 25.18, 19.
margenoot13
De vrucht haers lichaems (als de Schrift spreeckt) Dat is, hare kinderen: anders wort oock door de vrucht van yemants hant verstaen, het gene hy door sijnen arbeyt verkrijght, ofte overwint, Prov. 31.16, 31.
margenoot14
D. kinderen ofte nakomelingen.
margenoot15
Want Godt reeckent hemselven aengedaen te worden, dat men sijnen volcke aendoet. Siet Genes. 20. op vers 6.
margenoot16
Hebr. schouder, ofte, dijck, Dat is, eene opgehooghde ofte uytstekende plaetse, daer op ghy, als op een doelwit, sult micken, om haer recht in het gesicht te treffen.
margenoot17
Hebr. koorden, Dat is, de peze van den boge. Verstaet de pijlen op uwen boge toerichten.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken