Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (1657)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

ebook (11.10 MB)

XML (24.25 MB)

tekstbestand






Editeurs

Hans Beelen

Nicoline van der Sijs



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/theologie
bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments

(1657)–Anoniem Statenbijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Psalm xxiij.

David stelt in sijn eygen persoon, als in eenen spiegel, voor oogen, de gelucksaligheyt van een oprecht kint Godes, soo in het lichamelicke, als in ’t geestelicke, onder het lieflick beleyt ende de herderlicke voorsorge sijns genadigen Godts, in den oppersten Herder der zielen, onsen Heere Iesu Christo.

[Folio 243v]
[fol. 243v]

1

EEn Psalm Davids. Ga naar margenoota De HEERE is mijn herder, my en sal niets ontbreken.

2

Hy doet my Ga naar margenoot1 neder liggen in Ga naar margenoot2 grasige weyden; hy voert my Ga naar margenoot3 sachtkens aen seer Ga naar margenoot4 stille wateren.

3

Hy Ga naar margenoot5 verquickt mijne ziele; hy leydt my in’t Ga naar margenoot6 spoor der gerechtigheyt, om sijns naems wille.

4

Ga naar margenootb Al gingh ick oock in een dal der Ga naar margenoot7 schaduwe des doots, ick en soude geen quaet vreesen, want ghy zijt Ga naar margenoot8 met my; uwen stock, ende uwen Ga naar margenoot9 staf, die vertroosten my.

5

Ghy richt de Ga naar margenoot10 tafel toe voor mijn aengesichte, Ga naar margenoot11 tegen over mijne tegenpartijders; Ghy Ga naar margenoot12 maeckt mijn hooft vet met Ga naar margenoot13 olie, mijn Ga naar margenoot14 beker is overvloeijende.

6

Immers sullen my het goede ende de Ga naar margenoot15 weldadigheyt volgen alle de dagen mijns levens; ende ick sal in het Huys des HEEREN Ga naar margenoot16 blijven in Ga naar margenoot17 lenghte van dagen.

margenoota
Iesa. 40.11. Ierem. 23.4. Ezech. 34.23. Ioan. 10.11. 1.Petr. 2.25. Apocal. 7.17.
margenoot1
Vergel. Ezech. cap. 34. vers 15.
margenoot2
Hebr. weyden van gras, of, grasscheutkens. Anders, in grasige koijen, ofte, hutten, dat is, die rontomme omgeven zijn met groene grasige auwen, ofte weyden.
margenoot3
Als Exod. 15.13. ende Psalm 31.4.
margenoot4
Hebr. wateren der stilten, Dat is, die seer sacht ende stil zijn loopende, tot wateringe der beesten seer bequaem.
margenoot5
Hebr. hy doet weder keeren, ofte, hy brenght weder, Dat is, hy richt op, hy verquickt: gelijck een herder de schapen, door hitte ende dorst verflaeuwt zijnde, met lieflicke wateren weder te rechte brenght ende verquickt. siet Ruth 4. op vers 15. Psalm 19. op vers 8. Proverb. cap. 25. op vers 13. Ofte, hy doet mijne ziele weder keeren, Te weten, op het rechte padt.
margenoot6
Hebr. de sporen.
margenootb
Psalm 3.6. ende 118.6.
margenoot7
Dat is, op schrickelick duystere ende gevaerlicke wegen, sulcks David in sijn ballinghschap ontwijfelick dickwils sal gebeurt zijn. Wat dese maniere van spreken voorts beteeckent, is te sien Iob cap. 3. op vers 5. ende cap. 10. op versen 21, 22. ende 24.17. Psalm 44. vers 20. ende 107. versen 10, 14. Ierem. cap. 2. vers 6, etc.
margenoot8
Siet Genes. cap. 21. op vers 22. ende cap. 31. op vers 3.
margenoot9
Te weten, herders staf, die te gelijck voor een steunsel dient: alsoo blijft de Propheet in de gelijckenisse van den herder. Siet Levit. cap. 27. vers 32. Ezech. 20.37. Mich. 7.14. Zachar. 11.7, etc.
margenoot10
Siet Proverb. 9. vers 2, etc.
margenoot11
Dat sy het tot haren spijt moeten aensien ende lijden. Siet Psalm 112.10.
margenoot12
Dat is, ghy salft mijn hooft overvloedighlick, soo dat het als vet ende vloeijende is van olie.
margenoot13
Verstaet welrieckende olie ofte balsem. Siet Ruth cap. 3. op vers 3. ende Proverb. cap. 21. op vers 17. De sin is, Ghy vervrolickt my uytermaten seer. Vergelijckt Psalm 45.8. ende 133.2. Eccles. 9.8. Iesa. 61.3.
margenoot14
Siet Psalm 11. op vers 6.
margenoot15
Des Heeren, die hy den sijnen belooft ende bewijst.
margenoot16
Anders, rusten, Te weten, in des Heeren tabernakel, om hem met sijn volck te dienen, ende te loven: het welcke sommige niet alleen op dit leven duyden, maer oock op het toekomende: alsoo oock de volgende woorden.
margenoot17
Dat is, langen tijt: ofte, eeuwighlick. Vergelijckt Psalm 21. op vers 5. ende 93.5. Iesa. 53.10.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken