Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (1657)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

ebook (11.10 MB)

XML (24.25 MB)

tekstbestand






Editeurs

Hans Beelen

Nicoline van der Sijs



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/theologie
bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments

(1657)–Anoniem Statenbijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Het vj. Capittel.

In dit Capittel verhaelt de Prediker de elende der karige ende gierige menschen, die Godt het herte niet en geeft, om hare goederen te gebruycken, oordeelende dat de rijckdom den selven geensins dienlick en is, om de tijdelicke gelucksaligheyt te erlangen; maer datse ter contrarie den selven hinderlick is.

1

DAer is een quaet, dat ick gesien hebbe onder de sonne, ende het is veel onder de menschen:

2

Een man, den welcken Godt gegeven heeft rijckdom, ende goederen, ende eere: ende hy en heeft Ga naar margenoot1 voor sijne ziele geenes dinghs gebreck, van alles wat hy begeert: ende Ga naar margenoot2 Godt en geeft hem de macht niet, om daer van te eten, maer dat Ga naar margenoot3 een vreemt man Ga naar margenoot4 dien op etet: Dit is [oock] ydelheyt, ende een quade smerte.

3

Indien een man Ga naar margenoot5 hondert [kinderen] gewonne, ende vele jaren leefde, soo dat de dagen sijner jaren vele waren, doch sijne ziele niet verzadight en wierde van Ga naar margenoot6 het goet, ende Ga naar margenoot7 hy oock geen begraefnisse en hadde: Ga naar margenoot8 Ick segge dat een misdracht beter is dan hy.

4

Want Ga naar margenoot9 met ydelheyt Ga naar margenoot10 komt Ga naar margenoot11 sy, ende Ga naar margenoot12 in duysternisse gaet sy wech, ende Ga naar margenoot13 met duysternisse wort haren name bedeckt.

5

Ga naar margenoota Oock Ga naar margenoot14 en heeft sy de sonne niet gesien, noch bekent: sy heeft meer ruste, dan Ga naar margenoot15 hy. [kolom]

6

Ia al leefde Ga naar margenoot16 hy schoon tweemael duysent jaren, ende het goede niet en Ga naar margenoot17 sage: Ga naar margenoot18 en gaen sy niet alle Ga naar margenoot19 na eene plaetse?

7

Al den arbeyt des menschen Ga naar margenoot20 is voor sijnen mont: ende Ga naar margenoot21 nochtans en wort de begeerlickheyt niet vervult.

8

Want Ga naar margenoot22 wat heeft de wijse meer dan de sot? Ga naar margenoot23 wat heeft Ga naar margenoot24 de arme [meer,] Ga naar margenoot25 die voor de levendige weet te wandelen?

9

Ga naar margenoot26 Beter is ’t aensien der oogen, dan het wandelen der begeerlickheyt: Ga naar margenoot27 Dit is oock ydelheyt, ende quellinge des geestes.

10

Ga naar margenoot28 Wat oock yemant zy, alreede is sijn Ga naar margenoot29 name genoemt, ende het is bekent, Ga naar margenoot30 dat hy een mensche is: ende dat hy niet en kan rechten Ga naar margenoot31 met dien, die stercker is dan hy.

11

Voorwaer, Ga naar margenoot32 daer zijn vele dingen die de ydelheyt vermeerderen: wat heeft de mensche te meer [daer van?]

12

Want Ga naar margenoot33 wie weet Ga naar margenoot34 wat goet is voor den mensche in dit leven, [geduerende] het getal der dagen des levens sijner ydelheyt, Ga naar margenoot35 welcke hy doorbrenght Ga naar margenootb als een schaduwe? want Ga naar margenootc wie kan den mensche Ga naar margenoot36 aenseggen, wat na hem wesen sal onder de sonne?

margenoot1
D. van al dat sijn herte begeert.
margenoot2
Dat is, Godt en geeft hem niet, dat hy het vrymoedelick ende vredelick geniete, dewijle hy hem uyt dese werelt haelt, eer hy verkregen heeft het genoegen, dat hy hemselven ingebeelt hadde: Ofte, dewijle hy by levendigen lijve uyt het besit sijner goederen gestooten wort, ende sien moet dat een vreemde sijne goederen besitt: Of, al leeft hy lange, ende behoudt sijne goederen, hy het herte niet en heeft, om de goederen met genoeghte te gebruycken, ofte te genieten. Vergel. bov. 5. vers 18.
margenoot3
Hy zy dan vyant, diese met gewelt hem ontneemt: ofte, een verre bloetverwant: Of yemant anders die hem niet en bestaet.
margenoot4
T.w. rijckdom.
margenoot5
Dat is, vele, een seker getal voor een onseker.
margenoot6
Siet Iob 21. op vers 13.
margenoot7
D. dat het soo met hem stonde, dat hem geen eerlicke begraeffenisse en mochte gebeuren: Maer dat hy (die te voren in groote eere geleeft heeft) onbegraven daer henen geworpen wierde, Gelijck Saul, 1.Sam. 31. versen 8, 9, 10. Iesabel, 2.Reg. 9.35. Iojakim, Ier. 22.19. ende andere meer.
margenoot8
T.w. na het oordeel des vleesches, ende in aenmerckinge van de uyterlicke toevallen: Dewijle een misdracht of misval vry is van alle de elenden, die soodanigh een mensche onderworpen is. siet Iob 3.16.
margenoot9
D. te vergeefs, want sy dit leven, noch dese werelt niet en genietet.
margenoot10
T.w. in dese werelt, uyt ’s moeders lichaem.
margenoot11
T.w. de misdracht.
margenoot12
D. sonder dat mender van weet te spreken, ofte dat mender eenige kennisse van heeft: gelijck het gene dat in duysterheyt geschiet, van de menschen niet gesien en wort.
margenoot13
T.w. in ’t graf, onder d’aerde. De sin is, men gedenckt der selver niet meer.
margenoota
Iob 3.16. Psalm 58.9.
margenoot14
Ende volgens dien, en valt het deselve niet beswaerlick die t’ontbeeren.
margenoot15
T.w. die gierigaert, van den welcken gesproken is versen 2, 3.
margenoot16
T.w. die gierigaert.
margenoot17
D. genoote.
margenoot18
Als of hy seyde, Wat sal hem dan sijn langh leven baten? Want hy eyndelick soo wel onder d’aerde moet, als de misdraght, die niet eenen dagh op de werelt geleeft en heeft: Of, als andere, die maer weynigh tijts geleeft en hebben.
margenoot19
T.w. in ’t graf, ofte, onder de aerde, daer sy wederom tot aerde worden, soo veel het lichaem aengaet.
margenoot20
Dat is, daer toe, ende daerom, op dat de mont te eten hebbe.
margenoot21
De sin is: Of schoon de mensche voor sijnen mont genoegh heeft ter nootdruft, soo en is hy evenwel nimmermeer te dege verzadight, hy tracht altijt na meer.
margenoot22
Dit is een breeder bevestinge van het gene dat vers 7. geseyt is, T.w. dat al de arbeyt des menschen voor sijnen mont is: Hier in, seyt de Prediker, zijn alle menschen malkanderen gelijck, niemant geniett meer, dan lijfsnootdruft. Anders heeft hy bov. cap. 2. versen 13, 14. bekent, datter een groot onderscheyt is tusschen eenen wijsen, ende eenen dwaes.
margenoot23
Anders, wat [voordeel] heeft de arme, die etc. Als of hy seyde, D’een en heeft geen voordeel voor de ander, niemant geniett meer dan nootdruft.
margenoot24
Aldus wort dit woort genomen, Exod. 22.25. Levit. 19.10. Deut. 24.12. Andersins beteeckent het eygentlick elendige, ofte, bedruckte.
margenoot25
D. die wijs ende verstandigh is om onder de menschen te verkeeren ende sijnen kost te winnen. De Prediker wil dan hier besluyten, Dat de gelucksaligheyt oock daer in niet en bestaet, dat yemant een kloeck ende gauw brootwinner is, dewijle een sot mensche soo wel leeft als hy.
margenoot26
Als of hy seyde, Het is beter sich te laten genoegen met het kleyntjen dat men tegenwoordigh heeft, dan altoos met eene onverzadelicke begeerte voorder te trachten, ende meer te willen hebben. Andere verstaen ’t aldus, Dat in dese woorden een tegenwerpinge des vleeschs is tegen het gene dat de wijseman uytgesproken hadde tegen de gierigaerts, Alsof hy seyde, Nochtans is ’t beter wat te hebben, dan gantsch niet: Daerom setten eenige aldus dese woorden over, Het aensien der oogen, [seggen sy] is beter, dan het wandelen der begeerlickheyt.
margenoot27
T.w. dese onverzadelicke begeerte.
margenoot28
D. van wat staet ofte conditie yemant zy, hy zy van hoogen ofte van leegen staet, rijck of arm.
margenoot29
T.w. mensche. Als in ’t volgende geseyt wort: ende het gene hy worden soude, is al schoon voor henen van Godt in sijnen alwijsen raet besloten ende verordineert: Daerom is ’t te vergeefs, dat yemant pooght rijck, ende van hoogen staet te zijn, dien Godt arm ende van nederigen staet wil hebben: Ende derhalven is het ydelheyt dat men bekommert is over toekomstige saken.
margenoot30
D. een swacke ende brossche creature, T.w. van stof ende aerde gemaeckt, gelijck het Hebreeusch woort Adam, (’t welck hier in den text staet) beteeckent.
margenoot31
T.w. met of tegen Godt, als over hem klagende, om dat hy hem in desen, ofte in dien staet gestelt heeft. Hoe soude doch stof ende assche met den Richter der gantscher aerde kunnen in het recht treden? Siet Iob 4.17, etc. ende 9.2, 3. ende 14.1, etc. ende cap. 25. ende 34.23.
margenoot32
De sin is, Het behoorde den mensche genoegh te zijn dat hy selve ydelheyt is, al en voeghde hy tot de ydelheyt niet vele andere dingen die de ydelheyt vermeerderen. Anders, als men vele dingen heeft (D. vele goederen, ende hooge ampten besit) soo vermeerdert men de ydelheyt.
margenoot33
Te weten, van, of uyt hemselven.
margenoot34
Verstaet dit alsoo, Namelick, wat hem oprecht goet is, soodanigh, dat het hem oprechte gerustigheyt soude kunnen aenbrengen.
margenoot35
Anders, die hy (te weten, Godt) gemaeckt (of gestelt) heeft, als een schaduwe.
margenootb
Psalm 144. vers 4. Iacob. 4.13, 14.
margenootc
Eccles. 8.7.
margenoot36
Of, te kennen geven, aenwijsen, bekent maken.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken