Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (1657)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

ebook (11.10 MB)

XML (24.25 MB)

tekstbestand






Editeurs

Hans Beelen

Nicoline van der Sijs



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/theologie
bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments

(1657)–Anoniem Statenbijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Het xvj. Capittel.

1 Door de gelijckenisse van de voorsichtigheyt van een onrechtveerdigh rentmeester leert Christus, dat men van den onrechtveerdigen Mammon sal vrienden maken. 13 ende dat men den Mammon niet en moet dienen. 14 Bestraft der geltgieriger Pharizeen geveynstheyt ende hooghmoedt. 16 Leert dat de wet ende de Propheten tot op Ioannem geduert hebben, ende tot den minsten tittel vervult moeten worden. 18 ende handelt van de echtscheydinge. 19 Stelt voor de gelijckenisse van den rijcken man, ende den armen Lazarus, ende beyder verscheydene staet, soo in dit leven, als hier namaels.

1

ENde hy seyde oock tot sijne discipelen, Daer was een seker rijck mensche, welcke eenen Ga naar margenoot1 rentmeester hadde, ende dese wiert by hem verklaeght, als die sijne goederen Ga naar margenoot2 doorbracht.

2

Ende hy riep hem, ende seyde tot hem, Hoe hoore ick dit van u? Geeft reeckenschap van uw’ Ga naar margenoot3 rentmeesterschap: want ghy en sult niet meer konnen rentmeester zijn.

3

Ende de rentmeester seyde by hemselven, Wat sal ick doen, dewijle mijn heere dit rentmeesterschap van my neemt? Graven en kan ick niet, te bedelen schame ick my.

4

Ick weet wat ick doen sal, op dat, wanneer ick van het rentmeesterschap afgeset sal wesen, Ga naar margenoot4 sy my in hare huysen ontfangen.

5

Ende hy riep tot hem een yegelick van de schuldenaers sijns heeren, ende seyde tot den eersten, Hoe veel zijt ghy mijnen heere schuldigh?

[Folio 36v]
[fol. 36v]

6

Ende hy seyde, Hondert Ga naar margenoot5 vaten olie. Ende hy seyde tot hem, Neemt uw’ hantschrift, ende nedersittende schrijft haestelick vijftigh.

7

Daer na seyde hy tot eenen anderen, Ende ghy, hoe veel zijt ghy schuldigh? Ende hy seyde, Hondert Ga naar margenoot6 mudden terwe. Ende hy seyde tot hem, Neemt uw’ hantschrift, ende schrijft tachtentigh.

8

Ende de Ga naar margenoot7 heere Ga naar margenoot8 prees den onrechtveerdigen rentmeester, om dat hy voorsichtelick gedaen hadde: want de Ga naar margenoot9 kinderen deser werelt zijn voorsichtiger dan Ga naar margenoota de kinderen des lichts in haren geslachte.

9

Ende ick segge u-lieden, Ga naar margenootb Maeckt u selven Ga naar margenoot10 vrienden uyt den onrechtveerdigen Ga naar margenoot11 Mammon, op dat wanneer Ga naar margenoot12 u ontbreken sal, sy u mogen Ga naar margenoot13 ontfangen in de eeuwige tabernakelen.

10

Die getrouw’ is in ’t minste, die is oock in het Ga naar margenoot14 groote getrouw’: ende die in Ga naar margenoot15 het minste onrechtveerdigh is, die is oock in het groote onrechtveerdigh.

11

Soo ghy dan in den Ga naar margenoot16 onrechtveerdigen Mammon niet getrouw en zijt geweest, wie sal u Ga naar margenoot17 het ware vertrouwen?

12

Ende soo ghy in Ga naar margenoot18 een anders [goet] niet getrouw en zijt geweest, wie sal u Ga naar margenoot19 het uwe geven?

13

Ga naar margenootc Geen huysknecht en kan twee heeren dienen: want of hy sal den eenen haten, ende den anderen lief hebben: ofte hy sal den eenen Ga naar margenoot20 aenhangen, ende den anderen verachten. Ghy en kondt Gode niet dienen ende den Mammon.

14

Ende alle dese dingen hoorden oock de Pharizeen, Ga naar margenootd die geltgierigh waren, ende sy beschimpten hem.

15

Ende hy seyde tot haer, Ghy zijt, die u selven rechtveerdight voor de menschen: maer Ga naar margenoote Godt kent uwe herten. Ga naar margenootf Want Ga naar margenoot21 dat hooge is onder de menschen, is een grouwel voor Godt.

16

Ga naar margenootg De wet, ende de Propheten [zijn] tot op Ioannem: van dier tijt af wort het Ga naar margenoot22 Koninckrijcke Godts Ga naar margenoot23 verkondight, ende een yegelick doet Ga naar margenoot24 gewelt op het selve.

17

Ga naar margenooth Ende het is lichter dat de hemel ende de aerde voorby gaen, dan dat een Ga naar margenoot25 tittel der wet Ga naar margenoot26 valle.

18

Ga naar margenooti Een yegelick die sijn wijf Ga naar margenoot27 verlaet, ende een andere trouwt, die doet overspel: ende een yegelick die de verlatene van den man trouwt, die doet [oock] overspel.

19

Ende daer was een seker rijck mensche, ende was gekleet met Ga naar margenoot28 purper ende Ga naar margenoot29 seer fijn lijnwaet, levende alle dage vrolick ende prachtigh.

20

Ende daer was een seker bedelaer, met name Lazarus, welcke lagh voor sijn Ga naar margenoot30 poorte, vol sweeren,

21

Ende begeerde verzadight te worden van de kruymkens, die van de tafel des rijcken vielen: maer oock de honden quamen ende leckten sijne sweeren.

22

Ende het geschiedde dat de bedelaer stierf, ende van de Engelen gedragen wiert in den Ga naar margenoot31 schoot Abrahams.

23

Ende de rijcke stierf oock, ende wiert [kolom] Ga naar margenoot32 begraven. Ende als hy in de helle sijne Ga naar margenoot33 oogen ophief, zijnde in de pijne, sagh hy Abraham van verre, ende Lazarum in sijnen schoot.

24

Ende hy riep ende seyde, Vader Abraham ontfermt u mijner, ende sendt Lazarum, dat hy het uyterste sijns vingers in het water doope, ende verkoele mijn tonge: Ga naar margenootk want ick lijde smerten in dese vlamme.

25

Maer Abraham seyde, Ga naar margenootl Kint, gedenckt dat ghy uw’ goet ontfangen hebt in uw’ leven, ende Lazarus desgelijcks het quade: ende nu wort hy vertroost, ende ghy lijdt smerten.

26

Ende boven dit alles, tusschen ons ende u-lieden is een groote Ga naar margenoot34 klove gevestight, soo dat de gene die van hier tot u willen over gaen, niet en souden konnen, noch oock die [daer zijn,] van daer tot ons over komen.

27

Ende hy seyde, Ick bidde u dan vader, dat ghy hem sendet tot mijns vaders huys.

28

Want ick hebbe vijf broeders: dat hy haer [dit] betuyge, op dat oock sy niet en komen in dese plaetse der pijninge.

29

Abraham seyde tot hem, Ga naar margenootm Sy hebben Ga naar margenoot35 Mosem ende de Propheten: datse die Ga naar margenoot36 hooren.

30

Ende hy seyde, Neen vader Abraham: maer soo yemant van de dooden tot haer henen ginge, sy souden haer bekeeren.

31

Doch [Abraham] seyde tot hem, Indien sy Mosem ende de Propheten niet en hooren, soo en sullen sy oock, alwaer ’t datter yemant uyt den dooden opstonde, haer niet laten Ga naar margenoot37 geseggen.

margenoot1
Gr. huyshouder, ofte, huysbesorger, die gestelt is over den ontfangh ende uytgeef der goederen.
margenoot2
Gr. verstroyde, ofte, verquiste.
margenoot3
Ofte, bedieninge, Nam. uwes ampts.
margenoot4
Namelick, de schuldenaers mijns heeren.
margenoot5
Gr. Batos, ’t welck beteeckent een groote mate van natte waeren, waer van siet 1.Reg. 7.26.
margenoot6
Gr. Coros, ’t welck beteeckent een groote mate van drooge waeren, 1.Reg. 4.22.
margenoot7
Namelick, deses rentmeesters.
margenoot8
Niet van wegen sijne onrechtveerdigheyt, maer van wegen dese sijne voorsichtigheyt, om hemselven tegen het toekomende te voorsien.
margenoot9
Gr. sonen, D. die niet anders en soecken dan dingen deses werelts, gelijck daer tegen gestelt worden de kinderen des lichts, D. die door den Heyligen Geest verlicht zijnde soecken het gene dat hemelsch is, Ioan. c. 12. vers 36. Ephes. c. 5. vers 8. 1.Thess. capit. 5. versen 5, 8. 1.Ioan. 1.5, 6.
margenoota
Ephes. 5.8. 1.Thess. 5.5.
margenootb
Matth. 6.19. ende 19.21. 1.Timoth. 6.19.
margenoot10
Dat is, maeckt door uwe mildadigheyt tegen den armen, voornamelick den geloovigen, dat deselve over u niet en klagen, maer u mogen zegenen voor Godt. siet Deut. 24. vers 13.
margenoot11
Van dit woort siet Matth. 6.24.
margenoot12
Ofte, wanneer ghy sult beswijcken, namelick, door den doot: als alle uwe wereltsche goederen u sullen begeven. Ofte, verlaten sult, Namel. den Mammon.
margenoot13
Namelick, als getuygen van uwe mildadigheyt ende liefde aen haer bewesen.
margenoot14
Gr. vele.
margenoot15
Ofte, het weynighste.
margenoot16
Om dat de rijckdommen veeltijts ofte onrechtveerdelick verkregen, ofte niet recht besteedt of gebruyckt en worden. Andere setten ’t over, valsch, of, bedrieghlick, om dat het gestelt wort tegen het ware goet, vers 11.
margenoot17
D. de ware, onverganckelicke, ende hemelsche rijckdommen, Matth. 6.20.
margenoot18
Namelick, dat u Godt maer voor eenen tijt en leent, om niet alleen voor u, maer oock voor andre te gebruycken.
margenoot19
D. dat ghy altijt ende eeuwelick sult behouden.
margenootc
Matth. 6.24.
margenoot20
D. hem aen den eenen houden.
margenootd
Matth. 23.14.
margenoote
Psalm 7.10.
margenootf
1.Sam. 16.7.
margenoot21
D. wat de wereltsche ende vleeschelicke menschen hoogh achten.
margenootg
Matth. 11.12, 13.
margenoot22
Dat is, de vervullinge van het gene de wet ende de Propheten van den Messias voorseght hebben.
margenoot23
Gr. ge-euangelizeert.
margenoot24
Siet Matth. 11. vers 12.
margenooth
Psalm 102.27. Iesa. 40.8. ende 51.6. Matth. 5.18.
margenoot25
Siet Matth. cap. 5. vers 18.
margenoot26
Dat is, dat niet volbracht en werde het gene in de wet ende Propheten voorgeseght ende geleert wort.
margenooti
Matth. 5.32. ende 19.9. Marc. cap. 10. vers 11. 1.Corinth. cap. 7. vers 10.
margenoot27
Te weten, anders als om hoererije, gelijck uytgedruyckt wort Matth. 5. vers 32. ende 19.9.
margenoot28
Dat is, met purpere kleederen. Siet Matth. 27. vers 28. Marc. cap. 15. vers 17.
margenoot29
Gr. Byssos: dit was een soorte van seer fijn doeck, ofte lijnwaet, het welck Plinius seght dat tegen gout gewaerdeert wiert, Histor. Nat. lib. 19. cap. 10. ende wort van sijde uytdruckelick onderscheyden, Apoc. 18. vers 12.
margenoot30
Ofte, poortael, voorpoorte.
margenoot31
Dat is, in den hemel, ofte, in het paradijs, alwaer de geloovige met Abraham den vader aller geloovige sullen vergadert worden, rusten, aensitten, ende vertroost worden, Matth. cap. 8. vers 11. ende Ioan. 13.23.
margenoot32
Namelick, met groote pracht ende statie. Van Lazari begraeffenisse en wort niet vermelt, maer in plaetse van dien, alles wat sijn ziele wedervaren is.
margenoot33
Dese woorden gelijck oock eenige navolgende en moeten niet eygentlick verstaen worden, want de ziele een geestlick wesen zijnde, en heeft noch ooge, noch tonge, noch vinger: maer by gelijckenisse, om daer mede uyt te drucken soo de grootheyt der pijnen in de helle, als d’onveranderlickheyt van den staet der zielen na dit leven, soo in den hemel, als in de helle zijnde.
margenootk
Iesa. 66.24. Marc. 9.44.
margenootl
Iob 21.13.
margenoot34
Ofte, afgront, D. een wijde ende diepe tusschenscheydinge, door Godts wille ende macht vast gemaeckt.
margenootm
Iesa. 8.20. ende 34.16. Ioan. 5.39. Actor. 17.11.
margenoot35
D. de schriften Mosis ende der Propheten.
margenoot36
D. gehoorsaem zijn.
margenoot37
Of, overreden.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken