Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments (1657)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

ebook (11.10 MB)

XML (24.25 MB)

tekstbestand






Editeurs

Hans Beelen

Nicoline van der Sijs



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/theologie
bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Biblia, dat is: De gantsche H. Schrifture, vervattende alle de canonijcke Boecken des Ouden en des Nieuwen Testaments

(1657)–Anoniem Statenbijbel–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Het viij. Capittel.

1 Den Apostel beantwoort noch een vrage aengaende het eten van afgoden-offer, ende toont dat het niet genoegh en is daer toe, dat men weet dat den afgodt niet en is. 5 ende dat wy maer een Godt, ende een Heere en hebben. 7 dewijle daer vele swacke zijn, die door sulcken doen souden aenstoot lijden. 10 ende vryheyt mochten nemen om sulcks oock te doen, na haer exempel, met een quade conscientie, ende alsoo verloren gaen. 12 Verklaert dat soodanige tegen Christum sondigen. 13 daer selfs niemant om het gebruyck van eenige spijse sijnen broeder en behoort te ergeren.

[Folio 89r]
[fol. 89r]

1

AEngaende nu de dingen die Ga naar margenoot1 den afgoden geoffert zijn, Wy weten dat Ga naar margenoot2 wy alle te samen kennisse hebben. De kennisse maeckt Ga naar margenoot3 opgeblasen, maer Ga naar margenoot4 de liefde sticht.

2

Ende soo yemant Ga naar margenoot5 meynt yet te weten, die en heeft noch niets gekent, gelijck men behoort te kennen.

3

Maer soo yemant Ga naar margenoot6 Godt lief heeft, die is Ga naar margenoot7 van hem gekent.

4

Ga naar margenoota Aengaende dan het eten der dingen die den afgoden geoffert zijn, Wy weten, Ga naar margenootb dat een afgodt Ga naar margenoot8 niets is in de werelt, Ga naar margenootc ende datter geen ander Godt en is dan een.

5

Want hoewel daer oock zijn Ga naar margenoot9 die goden genaemt worden, ’t zy in den hemel, het zy op der aerden ( Ga naar margenoot10 gelijck’er vele Goden ende vele Heeren zijn)

6

Ga naar margenootd Nochtans en hebben wy Ga naar margenoot11 [maer] eenen Godt, den Vader, Ga naar margenoote Ga naar margenoot12 uyt welcken alle dingen zijn, ende wy Ga naar margenoot13 tot hem, Ga naar margenootf ende [maer] Ga naar margenoot14 eenen Heere, Iesum Christum, Ga naar margenoot15 door welcken alle dingen zijn, ende Ga naar margenoot16 wy door hem.

7

Doch in allen Ga naar margenoot17 en is de kennisse niet: Ga naar margenootg maer sommige Ga naar margenoot18 met een conscientie des afgodts Ga naar margenoot19 tot noch toe eten als [yet] dat den afgoden geoffert is: ende hare conscientie swack zijnde Ga naar margenoot20 wort bevleckt.

8

Ga naar margenooth Ga naar margenoot21 De spijse nu en maeckt ons Gode niet aengenaem. Want het zy dat wy eten, wy en Ga naar margenoot22 hebben geenen overvloet: ende het zy dat wy niet en eten, wy en hebben geen gebreck.

9

Ga naar margenooti Maer siet toe dat Ga naar margenoot23 dese uwe macht niet eeniger wijse Ga naar margenoot24 een aenstoot en worde den genen die swack zijn.

10

Want soo yemant u, Ga naar margenoot25 die de kennisse hebt, siet Ga naar margenoot26 in der afgoden tempel aensitten, en sal de conscientie des selven die swack is, niet Ga naar margenoot27 gestijft worden Ga naar margenoot28 om te eten de dingen die den afgoden geoffert zijn?

11

Ga naar margenootk Ende sal de broeder die swack is, Ga naar margenoot29 door uwe kennisse Ga naar margenoot30 verloren gaen, [kolom] Ga naar margenoot31 om welcken Ga naar margenoot32 Christus gestorven is?

12

Doch ghylieden, alsoo tegen de broeders sondigende, ende hare swacke conscientie Ga naar margenoot33 quetsende, sondight Ga naar margenoot34 tegen Christum.

13

Ga naar margenootl Daerom Ga naar margenoot35 indien de spijse mijnen broeder ergert, soo en sal ick in eeuwigheyt geen vleesch eten, op dat ick mijnen broeder niet en ergere.

margenoot1
Het Griecksch woort Eidolon, het welck wy afgodt noemen, beteeckent allerley beelt ofte gelijckenisse, ende in het gemeyn al wat buyten ofte beneven Godt, eenige Godtsdienstige eere aengedaen wort, ende wort hier genomen voor een beelt daer door men eenigen afgodt eert, ofte dat men Godtlicke ofte Godtsdienstige eere aendoet, onder wat schijn dat het oock zy. Dewijle nu de Heydenen een deel van de offeranden die sy haren afgoden opofferden, gebruyckten tot maeltijden, die sy tot haren huyse, ofte oock in de tempelen der afgoden hielden, daer de Christenen oock somwijlen toe genoodt wierden, soo is den Apostel gevraeght of het oock haer geoorloft was het zy buyten, het zy binnen de tempelen der afgoden, haer tot sulcke maeltijden te begeven: waer op den Apostel ten deele in dit Capittel, ten deele in het tiende, antwoort.
margenoot2
Namelick, die van Godt ende sijne nature, mitsgaders van de Christelicke vryheyt, behoorlick onderrecht zijn. Want hy neemt selve daer na de swacke hier van uyt, vers 7. ende schijnt hier de Apostel de woorden te verhalen, die eenige lieden onder haer gebruyckten om haer doen te verschoonen.
margenoot3
D. eygendunckigh ende verachters des naesten, wanneer de kennisse sonder liefde ende rechte Godtvreesentheyt is, gelijck de volgende woorden mede brengen.
margenoot4
D. maeckt dat de kennisse gebruyckt worde tot stichtinge van ons ende onsen naesten. Siet Rom. 14.19.
margenoot5
Namel. sonder byvoeginge van de liefde, als voren.
margenoot6
Namel. ende volgens oock sijnen naesten om Godes wille, welcke twee dingen niet en konnen gescheyden zijn, 1.Ioan. 4.20. ende cap. 5. versen 1, 2.
margenoot7
Dat is, voor de sijne gekent, gelijck Ioan. 10. vers 14. Rom. 8. vers 29. ende derhalven oock van hem geleert, gelijck sommige het woordt kennen nemen. Siet oock 1.Corinth. cap. 13. vers 12. ende Galat. 4. vers 9.
margenoota
Rom. 14.14.
margenootb
1.Corinth. 10.19.
margenoot8
Dat is, geen Godt en is, noch geen Goddelicke kracht en heeft om de spijsen te bezoetelen ofte te heyligen: anders soo zijn de afgoden oock yet in de werelt, namelick gout, silver, steenen, sonne, mane, afgestorven menschen, boose geesten, ende diergelijcke die de Heydenen voor goden hielden, maer en hebben geen Goddelicke kracht, gelijck sy meynden: waerom sy oock in Godts woort ydelheden ende leugenen genaemt worden.
margenootc
Deuter. 4.39. Ephes. 4.6.
margenoot9
Namelick, van de blinde menschen die sulcke schepselen, ofte oock haer eygene versieringen, voor goden hielden, Rom. 1.21, etc.
margenoot10
Namel. soodanige versierde goden, ofte oock die Godts woort selve Goden noemt, als daer zijn de Engelen ende Overheden, Psalm 8.6. ende 82.1.
margenootd
Malach. 2.10. Ephes. 4.6.
margenoot11
Namel. die waerlick ende wesentlick de eeuwige Godt is.
margenoote
Rom. 11.36.
margenoot12
D. door wiens schickinge ende almachtige kracht. Siet dergelijcks Rom. 11.36.
margenoot13
Dat is, tot sijnen dienst, ende tot sijner eere, Prov. 16.4. ende 1.Cor. 10.31.
margenootf
Ioan. 13.13. 1.Corinth. 12.3. Philip. 2.11.
margenoot14
Namelick, die absollute macht ende gebiedt over ons ende onse conscientien heeft. Het welck den Apostel seght niet om den Vader ende den Heyligen Geest hier van uyt te sluyten, die oock doorgaens in de Schrifture onsen Heere genaemt worden, maer alleen alle schepselen, ende versierde goden, gelijck hy te voren den Vader eenen Godt heeft geseght te zijn, niet om den Sone ende den Heyligen Geest, maer alleen de schepselen ende versierde goden daer van uyt te sluyten.
margenoot15
Namelick, als een medewercker des Vaders in alle sijne Godtlicke wercken, Ioan. cap. 1. vers 3. ende cap. 5. vers 19.
margenoot16
Hier door verstaet hy het werck der verlossinge.
margenoot17
Namel. dat den afgodt niet is, ofte geen macht en heeft om het gene geoffert is te bevlecken.
margenootg
1.Cor. 10.28.
margenoot18
Dat is, met een conscientie die gevoelt dat den afgodt wat is, ende macht heeft om de spijse te besoetelen.
margenoot19
D. sonder dat sy tot nu toe tot een ander gevoelen hebben konnen gebracht worden.
margenoot20
Namel. dewijle sy evenwel eten het gene sy voor bevleckt houden, ende dat tegen haer gemoedt.
margenooth
Rom. 14.17.
margenoot21
D. het simpel gebruyck der spijse. Sommige nemen dit voor de woorden des Apostels, die de stercke hier mede soude onderwijsen, dat sy des te beter sulcke spijse mogen nalaten: Andere nemen het voor de woorden der gene selve die onder dit pretext durfden van den afgoden-offer eten. Beyde komt niet qualick over een met het gene volght.
margenoot22
Namelick, in het geestelicke: ofte ten aensien van de aengenaemheyt voor Godt. Alsoo oock het volgende. Siet Rom. cap. 14. vers 17.
margenooti
Galat. 5.13.
margenoot23
Namel. die ghy hebt, ofte vermeynt te hebben in ’t gebruycken sulcker spijse.
margenoot24
Het woort aenstoot beduydt somwijlen eene droefheyt die men heeft over ’t gene yemant onbehoorlick doet, maer hier beduydt het eene vrymoedigheyt die yemant neemt om te doen gelijck een ander, hoe wel hy gevoelt dat de ander qualick doet, gelijck het volgende uytwijst.
margenoot25
Namelick, dat den afgodt niet en is, als voren.
margenoot26
Of, gelijck sommige dit verstaen, aen de tafel der afgoden, D. in de maeltijt die ter eeren van den afgodt gehouden wort.
margenoot27
Gr. gesticht: ’t welck hier ten quaden wort genomen.
margenoot28
Namel. daer hy het evenwel daer voor houdt dat den afgodt dese dingen heeft ontreynight, ofte gelijck de afgodendienaers spraken, hemselven toegeheylight.
margenootk
Rom. 14.15.
margenoot29
Of, om uwe kennisse, D. door ofte om het misbruyck uwer kennisse, dewijle ghy deselve niet en gebruyckt tot stichtinge, maer met ergernisse der swacke.
margenoot30
Namel. dewijle ghy daer mede, soo veel in u is, desen uwen swacken broeder met u exempel oorsake geeft, om alsoo allenghskens tot den afgodt te vervallen, ende van de Christelicke religie af te vallen, ende alsoo verloren te gaen. Siet diergelijcke wijse van spreken Matth. 5.28. Rom. 14.15.
margenoot31
Namel. swacken broeder.
margenoot32
Namelick, om hem van het verderf te behouden, ende tot dien eynde oock van den afgodendienst ende vorige ydele wandelinge te verlossen, 1.Petr. 1.18. Want hoewel de gene voor welcke Christus gestorven is, ende die hy door sijn doot waerlick verlost heeft, niet en konnen door de verleydende kracht der ergernissen verleyt worden, Matth. cap. 24. vers 24. Ioan. cap. 10. versen 15, 28. nochtans soo doen de gene, die ergernisse geven, anders niet, soo veel in haer is, dan dat sy de swackgeloovige in het verderf souden brengen, ’t en ware sy door de kracht Godts ende Christi voorbiddinge bewaert wierden, Luce cap. 22. versen 31, 32. 1.Petr. 1. vers 5.
margenoot33
Gr. slaende: het welck een sake is van groote onbarmhertigheyt, de conscientie van soodanige, die van selfs swack is, met slaen ofte quetsen noch swacker maken, ende gelijck als dooden.
margenoot34
Namelick, welckers leden sy zijn. Siet Actor. cap. 9. vers 4.
margenootl
Rom. 14.21. 2.Corinth. 11.29.
margenoot35
Namelick, van wat soorte die ware. Ende stelt hier de Apostel eenen gemeynen regel, waer na de conscientie aller geloovige moet geregeleert worden, ten aensien van de middelmatige dingen, ende van de swacke: maer niet ten aensien van de halstarrige ofte moetwillige. Siet Matth. 15.12. ende Galat. 2.3, etc.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken