| |
| |
| |
Politiek Overzicht
Internationaal
TIJDENS de Nato-conferentie in december 1957 was het besluit genomen, dat men de S.U. zou polsen over de hervatting van het ontwapeningsgesprek; dit zou geschieden door W.-Duitsland. Het heeft er echter gedurende de afgelopen maand meer op geleken, dat verschillende W.-Europese regeringsleiders elkaar de loef trachtten af te steken om zo snel mogelijk met Rusland in contact te komen, waarbij zij de S.U. soms gevaarlijk ver tegemoet kwamen. De Franse minister-president, Gaillard, sprak zich uit voor het onmiddellijk houden van een topconferentie à la Génève in 1955, maar andere W. mogendheden bleken hier niets voor te voelen; eerst zou op lager niveau overeenstemming op enkele punten moeten zijn bereikt.
Vlak voor zijn grote reis door de verschillende delen van het Gemenebest opperde de Britse prime-minister, Macmillan, het idee om als inleiding tot een akkoord over de ontwapening een niet-aanvalsverdrag met Rusland te sluiten. In verschillende Westelijke landen werd deze suggestie gunstig ontvangen; ook Kroestsjef liet herhaalde malen zijn instemming blijken, maar de V. St. gaven te verstaan het niet veel minder dan het intrappen van een open deur te vinden, daar alle ondertekenaars van het Handvest der V.N. eigenlijk al een non-agressiepact hadden gesloten. Macmillan had zijn rede wel goed getimed, daar zij wel indruk moest maken op de neutrale landen zoals India; zijn overleg met Pandit Nehroe zou er gemakkelijker door worden, terwijl hij in Engeland zelf zijn positie t.o.v. de Labour versterkte. Dat de eensgezindheid in het Westen daardoor in het gedrang kwam, was blijkbaar minder ernstig.
De V. St. waren aanvankelijk in het geheel niet enthousiast over het bijeenkomen van een topconferentie; misschien voelden zij nog het meest voor bi-laterale onderhandelingen met de S.U., maar zij konden dit niet laten blijken, daar hun bondgenoten te weinig vertrouwen in hen hadden om de behartiging van hun belangen geheel aan hen over te laten. Zou er toch een topconferentie bijeen moeten komen, dan moest deze eerst op lager niveau terdege worden voorbereid, anders zou de kans op mislukking te groot zijn en daarmee zou het oorlogsgevaar eerder vermeerderd dan verminderd worden.
De Nato-landen kenden ook geen eensgezindheid t.a.v. het plan Rapacki. Dit oorspronkelijk Poolse plan behelsde de vorming van een atoomvrije zone in Midden-Europa, omvattend O.- en W.-Duitsland, Polen en Tsjecho-Slowakije, terwijl controle op de naleving van de afspraken zou worden toegestaan. De reactie op dit ook door Rusland sterk gepropageerde plan varieerde van welwillende overweging - door Engeland - tot volstrekte afwijzing - door Adenauer, die er niets minder in zag dan het einde van de Nato. Rusland bouwde op dit plan voort; het opperde uitbreiding met de Scandinavische landen en in een vlak voor de conferentie der Bagdadlanden te Ankara door Boelganin geschreven brief werd voorgesteld om de landen van het Midden-Oosten en het pact van Bagdad eveneens atoomvrij te verklaren, zodat een gordel van de Noordpool tot de Indische Oceaan niet zou gebruikt worden voor het vestigen
| |
| |
van raketbases. Ook bij de Bagdadlanden had Boelganin niet veel succes; men vond zijn voorstel eenzijdig, daar zij wél en hun Russische nabuurlanden géén afstand van raketwapens zouden behoeven te doen. Het schijnt, dat ook Polen dit Russische gebruik van het plan niet kan waarderen. Op een oorspronkelijk geheim gehouden bijeenkomst van Russische en Poolse leiders zou behalve over de economische moeilijkheden, waarmee Polen te kampen heeft en waarvoor het Russische hulp tracht te verkrijgen, ook over het plan Rapacki van gedachten gewisseld zijn. Veel is echter over het besprokene niet bekend geworden.
Intussen was uit een nieuwe brief van Boelganin aan de Nato en enkele andere landen duidelijk gebleken, dat de S.U. er niets voor voelde een topconferentie te laten voorafgaan door een bijeenkomst van ministers van Buitenlandse Zaken; Boelganin stelde voor binnen 2 à 3 maanden een conferentie te houden van regeringsleiders der Nato-landen en die van het pact van Warschau met enkele neutrale landen; hierbij sprak hij ook over internationale controle en luchtfotografie in een strook aan beide zijden van het ijzeren gordijn.
Neutrale staten lieten zich eveneens horen. Tito wilde een bijeenkomst van deze landen om gezamenlijk een beroep op het O.- en W.-blok te doen aan de conferentietafel plaats te nemen. Het bleek, dat India hier niet veel voor voelde; Nehroe wilde liever achter de schermen met Japan en Joego-Slavië proberen een gunstig klimaat voor een gesprek tussen O. en W. te scheppen.
In elk geval is de mogelijkheid voor een topconferentie groter geworden, nu Eisenhower heeft verklaard er toe bereid te zijn, als er een akkoord is verkregen over de agenda, terwijl Kroestsjef verklaarde, dat de conferentie niet noodzakelijk binnen 2 à 3 maanden hoefde bijeen te komen. Dit zou kunnen wijzen op een drukke aktiviteit achter de schermen. Het is in dit verband van belang, dat de Amerikaanse ambassadeur in Moskou voor overleg naar Washington is geroepen; hij zal vanzelfsprekend een belangrijke rol moeten spelen bij de toch noodzakelijke voorbereidingen. Vermoedelijk voelt Eisenhower zich ook iets sterker staan nu uit redevoeringen van de vroegere democratische minister van Buitenlandse Zaken, Dean Acheson, gebleken is, dat Kennan voor de B.B.C. niet de officiële democratische opvatting over de Amerikaanse buitenlandse politiek heeft verkondigd.
In Ankara kwamen de landen van het Bagdadpact bijeen. Minister Dulles achtte deze vergadering belangrijk genoeg om er persoonlijk - als waarnemer, daar de V. St. geen lid van het pact zijn - heen te gaan. De bedoeling was om de organisatie te versterken, zodat de Nato via het Bagdadpact - eventueel versterkt door het toetreden van Jordanië en Libanon - met de Seato verbonden een sterke defensieve macht ten Z. van de S.U. zou vormen. In grote eensgezindheid is men uit elkaar gegaan, maar tijdens de besprekingen waren er moeilijkheden tengevolge van de Iraakse wens, dat Israël een deel van zijn tegenwoordig gebied zou prijsgeven.
De positie van Israël en Jordanië in het Midden-Oosten is weer meer kritiek geworden. Egypte en Syrië maakten bekend, dat zij hun reeds enige tijd geleden opgestelde plan om een federatie te vormen hadden opgegeven en in de plaats daarvan besloten hadden tot de vorming van één staat. De druk op Jordanië en Israël, die tussen de twee delen van de nieuwe staat inliggen, zal nu groter worden. Men gist naar de bedoeling van Nasser en Koewatly. Is het een poging om de kracht van de Bagdadlanden te ondermijnen of wil men toch een dam opwerpen tegen het opdringend communisme? Nasser heeft andere Arabische staten
| |
| |
uitgenodigd om toe te treden; hij probeert nog steeds aan het hoofd van alle Arabische landen te komen, maar wij zijn benieuwd hoeveel er aan zijn uitnodiging gevolg zullen geven. Koning Hoessein van Jordanië pleegt overleg met zijn collega's van Irak en Saoedi-Arabië. Sluiten zij zich ook aaneen? Treedt Irak dan uit het Bagdadpact of treden de anderen toe?
Tijdens zijn verblijf in Ankara heeft de Britse minister Sellwyn Lloyd ook geconfereerd over Cyprus. Naar verluidt zijn de laatste Engelse voorstellen er op gericht het eiland eerst zelfbestuur te verlenen, terwijl daarna de Griekse en Turkse bevolking zelfbeschikkingsrecht zouden krijgen. Dit zou leiden tot een verdeling van het land en aartsbisschop Makarios heeft zich daar reeds tegen verklaard. De Turken op Cyprus zijn niet erg ingenomen met de nieuwe gouverneur, sir Hugh Foot; zij verdenken hem ervan pro-Grieks te zijn en lieten dit door middel van relletjes blijken.
Engeland had nog andere moeilijkheden. Vlak voor het vertrek van Macmillan trad de kanselier van de schatkist, Thorneycroft, af n.a.v. een meningsverschil over de komende begroting. De kanselier stelde de redding van het pond op de allereerste plaats en wenste een drastische bezuiniging op de maatschappelijke voorzieningen en verhoging van de bijdragen voor de gedwongen nationale verzekering. Naar de mening van de overige leden van het kabinet zou dit leiden tot nieuwe eisen i.z. loonsverhoging, waardoor het inflatiegevaar groter zou worden. Bij het daaropvolgende economische debat in het Lagerhuis behaalde de regering een stevige meerderheid dank zij.... Thorneycroft. Het lijkt erop, dat de uitgetreden kanselier het pleit toch zal winnen. Er werd nl. een motie aangenomen, waarin de regering steun vroeg in de strijd om het pond te stabiliseren. En dit zal slechts kunnen gebeuren door drastische bezuiniging.
Zes Europese landen vergaderden om de uitvoerende organen van Euromarkt en Euratom samen te stellen en een Europese hoofdstad aan te wijzen. Wat het laatste betreft kwam men niet verder dan het principe, dat de Europese instellingen in een plaats zouden worden geconcentreerd; de beslissing over de vraag, welke stad de eer zou krijgen werd uitgesteld tot een nieuwe bijeenkomst. Bij de benoemingen werd het passen en meten; men meende rekening te moeten houden met nationale aanspraken, terwijl de christen-democratische, socialistische en liberale stromingen evenredig behandeld moesten worden. Het was geen manifestatie van eenheid.
Kroestsjef deelde in een redevoering te Minsk mee, dat hij van plan was om de tractorstations op te heffen. Deze instellingen hadden behalve een economische taak - het beheer van de grote landbouwmachines in gebruik bij de kolchozen - ook een politieke functie. Hij meende, dat zij nu overbodig waren geworden. Men ziet hierin een aanval van Kroestsjef op de bureaucratie in de landbouw, zoals hij er vorig jaar een pleegde op de industrie. Uit het feit, dat men na genoemde rede er niets meer over gehoord heeft, leidt men af, dat men het achter de schermen niet helemaal eens is met zijn plannen.
Nadat in december president Jiménez in Venezuela opnieuw voor een volgende ambtstermijn van 5 jaar was gekozen - een verkiezing, waarbij het de oppositie onmogelijk was candidaten te stellen - openbaarde zich steeds meer ontevredenheid over zijn dictatoriaal bewind. Er werd hem verweten, dat hij niets deed om de maatschappelijke toestanden van de massa te verbeteren, en dat slechts een kleine groep der bevolking profiteerde van de olierijkdommen van het land. Reeds rond nieuwjaar brak er een opstand van de luchtmacht uit, die
| |
| |
echter onderdrukt werd. Het bleek uitstel van executie; spoedig daarop volgde een algemene staking, waarbij het aftreden van de president werd geëist. Jiménez vluchtte en een junta, bestaande uit militairen en burgers, nam de regering over. Zij beloofde herstel der politieke partijen en vrije verkiezingen en vormde een kabinet, waarin slechts één militair zitting had. De rust is nog niet geheel hersteld. De gebeurtenissen waren ook minder prettig voor de vroegere Argentijnse dictator Péron, die in Venezuela asiel gekregen had. Hij wist te ontkomen naar Columbia en wil nu rust in Europa zoeken.
| |
Nederland
Er zijn de laatste tijd in verschillende bedrijven talrijke arbeiders ontslagen en in andere werd besloten tot verkorting van de werktijd. Aanvankelijk achtte de regering deze ontwikkeling niet erg, alhoewel van verschillende zijden ernstige bezorgdheid bleek over de groeiende werkloosheid. Tenslotte moest zij wel toegeven, dat de stijging van het aantal werklozen sneller verliep, dan verwacht was. Min. Suurhof zag echter geen aanleiding om een einde te maken aan de bestedingsbeperking; wel zouden er incidentele maatregelen genomen worden om de werkloosheid in de bouwbedrijven en in bepaalde ontwikkelingsgebieden, speciaal de Z. en N. provincies, te bestrijden. Als een der oorzaken werd aangemerkt de kapitaalschaarste, waarmee het bedrijfsleven te kampen heeft; het is opvallend, dat de drie vakcentrales - die hun na het mandement van 1954 verbroken samenwerking weer hebben hersteld - als middel om dit te verhelpen het herstel van de investeringsaftrek noemden.
Deze aftrek vormde ook een onderwerp van bespreking bij de behandeling van de begroting in de Tweede Kamer. Min. Hofstra wilde de aftrek tenslotte wel herstellen voor de K.L.M. en voor de internationale scheepvaart en voor het overige er mee instemmen, dat er bij de a.s. industrialisatienota opnieuw over gesproken zou worden. Er kwam veel kritiek los op de voorgestelde belastingverhoging, vooral op de neiging van de regering om het overleg met de Staten-Generaal tot een farce te maken door zelfs voor de behandeling al te zinspelen op het stellen van de portefeuillekwestie. Namens de K.V.P. verklaarde de heer Lucas de ernst van een regeringscrisis in te zien, maar ook de mogelijkheid ervan. Zover is het niet gekomen, daar min. Hofstra enkele voorstellen van de heer Lucas wel wilde aanvaarden nu deze 20 miljoen gulden meer voor het rijk beschikbaar wist te stellen.
In het kabinet schijnt zich een strijd af te spelen tussen de ministers Luns en Zijlstra over de vraag onder welk departement de Euromarkt zal behoren. Een beslissing is nog niet gevallen. Zou er geen samenwerking mogelijk zijn?
De eerste schepen met repatrianten uit Indonesië kwamen in ons land aan. De ontvangst was hartelijk maar kon de zorg niet wegnemen. Het zal voor velen uiterst moeilijk zijn te acclimatiseren en weer aan de slag te komen. En ondertussen reist Soekarno op medisch advies naar verschillende hoofdsteden niet zozeer om rust te vinden als wel om goodwill te kweken. Hij zal deze nodig hebben, want de chaos in Indonesië wordt steeds groter. De verbindingen tussen Java en de Buitengewesten zijn door de regeringsmaatregelen praktisch verbroken en pogingen om scheepsruimte te charteren in Japan en W.-Duitsland zijn tot nu toe niet geslaagd. De uitvoer is sterk gedaald en de invoer moet worden
| |
| |
beperkt. Om hongersnood te voorkomen gingen de Buitengewesten buiten de centrale regering om handel drijven met het buitenland, hetgeen door Djakarta - met niet veel succes overigens - werd verboden. Er doken herhaalde geruchten op over afscheiding, die echter ongegrond bleken. Kritiek op de regering Djuanda is niet van de lucht. De felste kritiek was afkomstig van Sjafruddin Prawiranegara, gouverneur van de Bank Indonesia, die er voor waarschuwde, dat Indonesië een Russische satelliet dreigde te worden en weigerde van Sumatra naar Djakarta terug te keren. Hij is door Djuanda ontslagen, maar had tevoren reeds verklaard een dergelijk ontslag niet te zullen erkennen. Ook was hij aanwezig op een conferentie met andere leiders van de Masjumi en de Darul Islam en enkele militaire bevelhebbers. Men was het eens over de eis, dat Djuanda moest aftreden. Er zou nu een ultimatum aan Soekarno in Japan zijn gesteld.
In Nederland gingen enkele stemmen op om te onderhandelen met de Indonesische regering. Dr. Drees verklaarde wel bereid te zijn tot een gesprek, maar geen basis voor onderhandelingen te zien.
J. Oomes
| |
België
De Conferentie der Zes te Parijs bracht voor België een bittere ontgoocheling. Het land had er inderdaad vast op gerekend Brussel officieel tot zetel voor de Europese instellingen te horen verklaren, aangezien de hoofdstad daartoe objectief ongetwijfeld de meeste troeven in handen heeft. De tactische fout, de indruk te geven alle Europese instellingen voor ons op te eisen, en een gebre kaan diplomatiek inzicht en doortastendheid bij minister Larock brachten echter een Frans-Luxemburgse toenadering (Luxemburg wil de E.G.K.S. beslist niet afgeven en Frankrijk werkte met macht achter de schermen om de balans tenslotte in het voordeel van Parijs te doen doorslaan) waarop de Brusselse candidatuur voorlopig spaak liep. Het land kreeg een zekere troostprijs: Paul Finet, de gewezen algemeen secretaris van het A.B.V.V., werd tot voorzitter van de E.G.K.S. benoemd. Maar, zoals interpellant Gilson in de Kamer zei, werd daardoor Brussel's positie niet opnieuw verzwakt? Volgens de minister niet, maar heel overtuigend was zijn betoog niet. De interpellatie Gilson was trouwens niet het enige staartje van de Conferentie der Zes. Van Vlaamse zijde werd geprotesteerd tegen de benoeming van zoveel Walen. En de partijvoorzitters die deel uitmaakten van het Comité Monnet dienden daar met meer of minder klank hun ontslag in, omwille van de manoeuvres van dhr. Monnet ten voordele van Parijs.
Toch werd Brussel het toneel van de openingsvergadering van de Raad van Ministers der nieuwe organismen, waarbij in de gelegenheidstoespraken opnieuw de nadruk werd gelegd op de noodzakelijkheid tot een politieke gemeenschap te komen.
De reeds tot Europees Commissaris benoemde, en als volksvertegenwoordiger ontslagnemende heer Rey verdedigde nog, als minister, zijn kolenontwerpen voor de Senaat. Hiertegen werd terecht door de oppositie geprotesteerd die weigerde aan de eindstemming deel te nemen. Onmiddellijk na de goedkeuring van de kolenwetten ging dhr. Rey heen om te worden opgevolgd door de gewezen voorzitter van de liberale partij, dhr. Motz, die vroeger de portefeuille van Middenstand had afgewezen.
| |
| |
In het Parlement werd verder nog de nalatigheid der regering inzake waterwegen en havenpolitiek aan de kaak gesteld; Minister Lilar ging niet in op een vraag of volksvertegenwoordiger Van Eynde, die na het verlies van zijn persgeding tegen Theo Lefèvre, in heftige termen de magistratuur van partijdigheid beschuldigd had, daarvoor niet diende vervolgd te worden; met een kleine meerderheid in de Kamer werd het C.V.P.-wetsvoorstel op de winkelsluiting goedgekeurd en last not least werd minister Buisseret op de rooster gelegd in verband met zijn Kongo-politiek en het Inga-probleem. De minister antwoordde ontwijkend en brutaal op de meest pertinente vragen en beschuldigingen. Hoe slecht het Inga-probleem intussen van Belgische zijde werd aangepakt, kwam duidelijk tot uiting op de Frans-Belgische besprekingen over Inga-Kwiloe, die bij gebrek aan technische gegevens over Inga werden uitgesteld. Het Kwiloe-project, veel realistischer en minder kolossaal, kan uiteraard sneller en zekerder worden afgewerkt. Inga daarentegen, hoe groot de mogelijkheden ook zijn, lijkt nog steeds op megalomanie en er werden openlijk twijfels geuit aan de realiseerbaarheid van het plan.
In het raam van zijn campagne van brieven inzake ontwapening en raketbases richtte Boelganin ook een schrijven tot Eerste-minister Van Acker, waarop deze antwoordde zoals het op een propagandageschrift past. Het is echter een feit, dat van Belgische zijde wordt aangedrongen op een topconferentie die de zaak van de vrede een nieuwe stap vooruit zou kunnen helpen.
Wat de datum van de komende verkiezingen betreft, bestaat er klaarblijkelijk geen eensgezindheid bij de regeringspartijen zelf. Zo althans wordt algemeen het zeer besliste artikel geïnterpreteerd waarmee Max Buset verkiezingen in juni eiste. Zonder nu reeds de kwestie als beslist te beschouwen, lijkt het standpunt van de aanhangers van verkiezingen in juni veld te winnen.
Intussen worden poll-activiteiten verder voorbereid en doorgevoerd, waarbij op verschillende plaatsen klaarblijkelijk aan verjonging wordt gedaan. Dit is vooral opvallend bij de liberalen, van wie na de heren Devèze en Rey ook Liebaert, René Lefèbvre, Mundeleer, e.a. zullen verdwijnen. Het aantal met rust gaande ministers is wel opvallend! De episode van de lijst-opmaking is steeds weinig verkwikkelijk. Als ze tot een werkelijke verjonging aanleiding kan geven, zal ze toch nuttig zijn geweest.
L. Deraedt
|
|