| |
| |
| |
Veerle van Wijngaarden, Gaia Willemars en Laura Keulaartz
De schaamte voorbij
De schaamte voorbij (1976) is een autobiografisch boek van Anja Meulenbelt dat bij verschijnen veel ophef maakte. De schrijfster stelde het destijds algemeen aanvaarde onderscheid tussen het persoonlijke en het politieke ter discussie, en schreef juist daarom onverbloemd over haar eigen ervaringen. Veerle van Wijngaarden (23), Laura Keulartz (23) en Gaia Willemars (26) - die elkaar kennen van hun opleiding filosofie in Amsterdam - spreken over het boek, en proberen te ontdekken welke betekenis het nu voor hen heeft. Door hun bijdrage de vorm van een gesprek te geven - niet die van een discussie of drie afzonderlijke essays - willen zij elkaar aanvullen, en binnen de tekst leren van elkaar.
Wat uit De schaamte voorbij resoneert nu het meest bij ons?
Laura: Nadat Meulenbelt in de eerste honderd pagina's uitvoerig haar soms schokkend ongelijke relaties met mannen beschrijft (als ze zestien is raakt ze zwanger en moet ze van school om huisvrouw te worden bij een agressieve Duitser die ze amper kent), schrijft ze over de noodzaak van feminisme: ‘Dolle Mina voert acties in het centrum, abortus, Angela Davis. Ik loop mee. Overweeg lid te worden maar besluit om het niet te doen. Waarom zou ik. [...] Ik ben ontsnapt aan het huisvrouwenbestaan. Ik heb geen emancipatieproblemen. Ik ben zelfstandig, onafhankelijk, heb mijn baan. (En ik ben ongelukkig, maar dat heeft toch niks met emancipatie te maken?)’ Haar houding verbaasde me aanvankelijk: als ik in haar schoenen had gestaan had ik toch zeker wel begrepen dat de strijd nog helemaal niet gestreden
| |
| |
was? Maar al snel besef ik dat ik eenzelfde houding heb tegenover de noodzaak van feminisme nu, met dezelfde soort argumenten. Ik studeer, ik heb een gelijke relatie, (bijna) gelijke kansen. Als ik er niet te lang over nadenk voel ik me gelijk aan mannen. En toch, de problemen zitten dieper.
Zodra Meulenbelt met andere vrouwen over hun ervaringen begint te praten - seksuele en relationele ervaringen - komt ze erachter dat het met een eigen huis en een baan nog niet is gedaan. Ze beschrijft hoe ze moet leren met vrouwen om te gaan. In het begin van haar volwassen bestaan gaat ze vrijwel alleen om met mannen. Ik vond dit heel herkenbaar. Ik voel, net als Meulenbelt, een zeker ongemak om een verbond met vrouwen aan te gaan. Een angst haast voor vrouwen, het lijkt gemakkelijker liefde te ontvangen van mannen. Waarom voel ik me bij vrouwen minder op mijn gemak? En waarom kan ik me minder gemakkelijk kwetsbaar opstellen?
De liefde die Meulenbelt leert te voelen voor vrouwen - verliefdheid haast - vind ik heel bijzonder. Misschien is het bij mij ook een angst dat ik niet meer terug kan, zoals Meulenbelt ook niet meer terug lijkt te kunnen - naar mannen. En toch ook steeds weer die schaamte... Bij mannen voel ik de schaamte te vrouwelijk te zijn - en tegelijk niet vrouwelijk genoeg. Die schaamte voel ik ook bij vrouwen - niet vrouwelijk te zijn, door de mand te vallen. Het is gemakkelijker een vrouw te zijn tussen mannen: een duidelijk contrast.
‘De schaamte voorbij’, maar welke schaamte? Ik ontdek dat het boek vol zit met verschillende soorten schaamte. Schaamte van Meulenbelt om te beschrijven hoe ze verliefd werd op een vrouw, maar ook schaamte tegenover andere feministen om het politieke (te) persoonlijk te maken. Schaamte bij verschillende verwachtingen: eerst om als vrouw seksueel actief te zijn, nu om passief te zijn of niet voldoende ‘seksueel bevrijd’ - iets wat ik zelf heel herkenbaar vind. Schaamte, seksuele aandacht van mannen te willen. Interessant is denk ik ook een nieuw soort schaamte, die nu in ieder geval in sommige kringen ontstaat: de schaamte seksistisch te zijn en je seksistisch te uiten. Het viel me op hoe schaamteloos seksistisch de mannen zijn die Meulenbelt beschrijft, zelfs in links-activistische kringen. Nu is het maken van seksistische opmerkingen en grapjes grotendeels not done, men doet dat stiekem of op z'n minst voorzichtiger.
Wat voor soorten schaamte kwamen jullie tegen?
Veerle: Aanvankelijk verwachtte ik dat De schaamte voorbij vooral een persoonlijk verhaal zou zijn over de seksuele revolutie uit de jaren zestig en zeventig. ‘De schaamte’ waaraan ‘voorbij’ gegaan wordt, zou dan de schaamte zijn voor seksuele verlangens, voor seks buiten het huwelijk of met mensen
| |
| |
van hetzelfde geslacht. Hoewel ook deze schaamte overwonnen lijkt te worden in het boek, gaat het Meulenbelt volgens mij om veel méér vormen van schaamte: de schaamte geen geld te hebben, de schaamte lief te hebben, de schaamte voor je lijf, en de schaamte ongelukkig te zijn lijken minstens net zo onderdrukkend als die rondom seksualiteit.
Ik vond het heel mooi te lezen hoe feminisme een bijna religieuze openbaring was voor de schrijfster, hoe ze solidariteit met andere vrouwen beschrijft als een ‘gloed in mijn buik, even tastbaar en lijfelijk als mijn verliefdheden’ en hoe de feministes elkaar hielpen vrijer en openlijker over seksualiteit en schaamte te praten. Tijdens het lezen dacht ik regelmatig: ik wil ook in een feministisch praatgroepje! Hoewel ik me al jaren bezig houd met feminisme ben ik me door dit boek veel bewuster geworden van de impact van openlijk spreken over schaamtevolle onderwerpen.
Sommige vormen van seksualiteit worden volgens mij niet meer als schaamtevol beschouwd: inmiddels wordt seks voor het huwelijk minder veroordeeld dan in Meulenbelts jeugd, en praten over een mislukte one-night-stand is in mijn ogen ook niet meer zó baanbrekend als het destijds was. Toch herken ik me in haar beschrijving van betekenisloze seksuele relaties waarin je als vrouw altijd aan het kortste eind trekt. Er is zelfs onderzoek gedaan naar de zogenaamde ‘orgasmgap’: waar 90% van de mannen regelmatig klaarkomt bij heteroseks, geldt dat slechts voor 30% van de vrouwen. Wellicht hebben we vrijere seks dan vroeger, maar we lijken er niet meer orgasmes van gekregen te hebben. Ik vraag me bovendien af of de andere schaamtes die Meulenbelt noemt (voor je lijf, voor weinig geld hebben, voor ongelukkig zijn) nu meer bespreekbaar zijn.
Denken jullie dat er inmiddels wel een (seksuele) revolutie heeft plaatsgevonden waarin we de schaamte voorbij gaan?
Gaia: Ik denk dat revoluties steeds opnieuw moeten gebeuren, dat er maar weinig is dat echt een breuk oplevert. Ten opzichte van seks denk ik dat zeker. Hoewel er natuurlijk in verhouding tot bijvoorbeeld de jaren '50 behoorlijk veel veranderd is, zijn er ook bewegingen die juist weer de andere kant op gaan. In Nederland zijn er bijvoorbeeld weer steeds meer mensen in de media die beweren dat vrouwen ‘getemd’ of ‘overmand’ moeten worden. Ze willen terug naar een tijd waar de genderrollen nog helder waren en de man de baas in huis. Dit is voor de seksuele revolutie een negatieve ontwikkeling, een vrouw moet ook zelf initiatief kunnen nemen en mannen die graag ‘overvrouwd’ willen worden moeten daar net zo goed over kunnen praten. Zelfs als je als vrouw graag getemd wil worden kan dat denk ik vanuit een krachtige en zelfstandige positie besloten worden. Dat kan niet door een aantal mannen voor alle vrouwen worden besloten.
| |
| |
Dit brengt me bij wat ik zelf een heel belangrijk deel van het boek vind. Namelijk het laatste hoofdstuk: ‘Terug bij AF’ Daarin schrijft ze over een jonge vrouw die ze tegenkomt in de winkel. Ze schrijft: ‘Ik, maar niet meer wat ik ben.’ Dat heel korte laatste hoofdstuk, dat is wat ik het meest voelde terwijl ik het boek las. Terug bij af. Er is natuurlijk ook ontzettend veel te zeggen over hoe de positie van de vrouw en haar schaamte is veranderd en verbeterd. Toch krijg ik tot op zekere hoogte een circulair gevoel van het boek. Zoveel gesprekken met vriendinnen die nog precies hetzelfde verlopen, zoveel tampons die nog verstopt van haar vuist in de mijne worden geduwd, zoveel bedekte vrouwenborsten waaraan een baby gretig zuigt. Nog even goed gesprekken met vriendinnen die ook verkracht zijn en vanuit hun diepste schaamte geloven dat het hun eigen schuld was of dat hij recht op haar had. Nog zoveel schaamte opgelegd en gereproduceerd voor vrouwen die te veel of te weinig seks hebben, te veel of te weinig eten, te veel of te weinig lezen, klaarkomen en praten.
Wat sommige zaken betreft denk ik dat onze schaamte zelfs groeit. Waar mijn moeder fier en zelfverzekerd met haar borsten, die twee kinderen groot hebben gebracht, op het strand lag, liggen er nu vrouwen die tegen alle zwaartekracht in proberen de boel bedekt en overeind te houden. De maandverbandreclames waarbij blauwe vloeistof ons bloed moet voorstellen, jonge vrouwen die op sociale media alleen andere jonge vrouwen zien die strak en sportief, zonder vlekken en pukkels, hun perfecte foto's plaatsen. De schaamte voor het vrouw-zijn in het algemeen. En daar hebben niet alleen vrouwen last van, maar iedereen. Omdat alles wat we vrouwelijk vinden gênant wordt. Een jongen die van jurken houdt is net zo goed de dupe van de strenge schaamte-economie die rondom het ‘vrouwelijke’ hangt.
Ik dacht er tijdens het lezen aan hoe ik vroeger mijn moeder vroeg zich te bedekken. Hoe zij was als tweedegolffeminist, tegen alle regels van haar moeder in, haar okselhaar, haar blote borsten, haar korte haren in de rondte zwiepend. Hoe ik me daarvoor als jong kind heb geschaamd. Nu loop ik zelf naakt door het huis en probeer uit de grond van mijn hart de zwaartekracht te omarmen die nu al langzaamaan aan mijn lichaam begint te trekken. Ik probeer mezelf te leren dat mijn rimpeltjes mooi zijn en mijn striae heel normaal. Mijn moeder moest dat leren, en ik vond dat toen vreemd. Nu wil ik alsnog graag leren hoe mijn moeder zich zo weinig aantrok van de druk die ik nog steeds voel om een mooie, strakke, voor altijd jonge vrouw te zijn. En als ik straks een dochter krijg en zij vol schaamte vraagt of ik misschien een bh kan aantrekken als er vrienden langskomen, dan begint alles weer opnieuw. Terug bij af, al is het maar deels.
Veerle: Gaia, een van de voorbeelden die je geeft van schaamte is de schaamte van vrouwen die verkracht zijn, die denken dat het hun eigen
| |
| |
schuld is. Volgens mij is schuld ook een heel groot thema in het boek, en die gaat veelal met schaamte gepaard. In het begin lees je hoe Meulenbelt zich voortdurend schuldig voelt omdat ze geen goede huisvrouw is: het lukt haar niet het eten op tijd op tafel te zetten, het huis is een chaos, er is te weinig geld om haar zoontje te geven wat hij nodig heeft. Haar echtgenoot vraagt voortdurend om seks en als ze dat niet ‘geeft’, dan is het haar schuld dat hij lijdt. Wanneer ze hem verlaat en politiek actief wordt, laat ze haar zoontje vaker alleen. Schuldgevoel dat ze hem tekort doet, niet genoeg van hem houdt. Ook een schuldgevoel jegens andere feministes, wanneer zij geld verdient door te schrijven over feminisme, terwijl de rest zich onbetaald inzet voor vrouwenemancipatie. Hoewel schaamte een thema is dat in het boek geleidelijk een andere betekenis krijgt, lijkt de schrijfster haar schuldgevoel niet af te werpen: het project is de schaamte voorbij te gaan, maar de schuldgevoelens blijven.
Gaia: Klopt, ze voelt zich de hele tijd ontzettend schuldig. Wat trouwens voor mij bijzonder herkenbaar is, ook omdat ik verkracht ben bijvoorbeeld. Ik voel me schuldig omdat als ik daar iets over zeg, de sfeer altijd zo omslaat. Wat wel logisch is maar dat wil ik de mensen om mij heen dan weer niet aandoen. Of ik lig wakker en mijn vriend vraagt waarover ik me dan zo schuldig voel en ik begin met opsommen. Dat ik op een nare toon tegen mijn moeder heb gepraat, dat ik ongeduldig was tegen een vriendin die me nodig had, dat ik niet had geglimlacht tegen de vrouw bij de kassa omdat ik geïrriteerd was over de rij, dat ik twintig jaar geleden iets heel ongemakkelijks heb gedaan. Dan schaam ik me ook. Enerzijds omdat ik zo'n onvolmaakt persoon ben, anderzijds omdat ik daar dan van wakker lig.
Ik denk dat schuld en schaamte sterk met elkaar verbonden zijn, maar misschien gaat schuldgevoelens opgeven, of ‘de schuld voorbij gaan’ nog een stapje verder. Het is, denk ik, voor iedereen ingewikkeld omdat er veel contrasterende maatschappelijke verlangens zijn. Zo moet je als vrouw zacht en liefdevol zijn en ook wild en spannend. Dat zie je terug in het boek: dat in het slagveld van de tegengestelde ideaalbeelden waarin Meulenbelt zich bevindt de strijd aan geen van de zijden al gestreden is. Daardoor zit je natuurlijk vast in een onontkoombaar schuldgevoel. Je bent nooit alles tegelijk. Je moet soms kiezen tussen thuisblijven met kinderen of carrière maken. Tussen wild en geil zijn of lief en braaf. Ik denk dat voor vrouwen nog meer dan voor mannen deze tegenstrijdige verlangens van de maatschappij het ingewikkeld maken te leven zonder een overschot aan schuld.
Voelen jullie je vaak schuldig? Denken jullie dat er net als De schaamte voorbij een De schuld voorbij zou moeten komen, waarin we proberen ons los te maken van overmatige schuldgevoelens?
| |
| |
Veerle: Ik vind jouw voorbeelden van schuldgevoelens en de beschrijvingen van Meulenbelt heel herkenbaar. Ik denk zelfs dat het willen doorbreken van de schaamte een enorm schuldgevoel met zich mee kan brengen. Ik wil bepaalde ervaringen delen omdat ik de schaamte wil doorbreken, en tegelijkertijd schaam ik me ervoor, dus doe ik het toch niet, en dan voel ik me daar weer schuldig over.
Zolang bepaalde ervaringen onbespreekbaar zijn omdat we ons ervoor schamen, kunnen we ook niet benoemen waar het misgaat in de samenleving. Schaamte zorgt ervoor dat collectieve problemen alleen individueel worden gevoeld. Het maakt dat je denkt dat jij de uitzondering bent, terwijl de anderen prima kunnen leven met de wereld zoals die is. Gaia noemde al de manier waarop tampons zo snel mogelijk, via gesloten vuisten doorgegeven worden. Het idee dat je menstruatie niet mag merken zorgt ervoor dat vrouwen hun tampon te lang inhouden, dat ze niet naar werk of feestjes gaan, dat ze nooit praten over de pijn vanwege schaamtegevoelens. Schaamte is dus niet ‘gewoon vervelend’, maar heeft werkelijk gevolgen die ongezond, onveilig en oneerlijk zijn.
Schaamte is wat ik voel als ik denk aan een ongemakkelijke bedsituatie waarin een jongen het vertikt een condoom om te doen. Ik denk aan het moment waarop een jongen die nooit iets met filosofie heeft gedaan, mij (filosofiestudent) ging uitleggen wat Descartes precies schrijft, en hoe ik er uit schaamte niets van zei. De oneindig vele momenten dat er naar mijn lichaam gegrepen werd tijdens uitgaan en ik dacht: dat hoort erbij. Dit zijn dezelfde soort situaties als Meulenbelt beschrijft. De wereld om ons heen zegt dat deze situaties onze schuld zijn en dat we ons er flink voor moeten schamen. Als we daarnaar luisteren, dan zouden we ons constant schamen voor situaties die ontstaan door het simpele feit dat we vrouw zijn. Maar als we proberen de stilte te doorbreken - ons niet meer te schamen - dan voelen we ons schuldig dat we niet doen wat van ons wordt verwacht. Dat zie je heel goed terug in het voorbeeld dat je geeft van praten over je verkrachting: wanneer je er openlijk over praat haal je de schaamte rondom het onderwerp weg, maar dan voel je jezelf schuldig dat je de sfeer verpest.
Wat dat betreft kunnen we Meulenbelt dus heel dankbaar zijn: met haar boek doorbrak ze de stilte die ontstaat door schaamte, ongeacht de bijbehorende schuldgevoelens. Het boek maakte het voor veel vrouwen gemakkelijker om over hun schaamte heen te komen. Hoewel de soorten schaamte misschien veranderd zijn, is het schuldgevoel dat je krijgt als je niet doet wat ‘normaal’ is nog even erg. De schuld voorbij lijkt me dus zeker een belangrijk vervolg op De schaamte voorbij.
Laura: De relatie tussen schaamte en schuld is interessant. Komt met een schuldgevoel altijd schaamte? Er bestaat in ieder geval wel schaamte
| |
| |
zonder schuldgevoel. Bijvoorbeeld als je jezelf schaamt voor een ander. Schuldgevoel is natuurlijk ook weer iets anders dan schuld. Mensen kunnen schuldig zijn zonder zich schuldig te voelen en andersom. Ik denk dat wij het hier vooral hebben over het soort schuldgevoel waarbij weinig ‘echte’ schuld komt kijken. Misschien is het dus beter als het vervolg Het schuldgevoel voorbij heet, in plaats van De schuld voorbij.
Ik voel me wel vaak schuldig, maar ik weet niet in hoeverre dit te maken heeft met mijn vrouw-zijn. Misschien vooral in de zin dat ik me schaam als ik niet genoeg voor anderen zorg. Ik voel een verantwoordelijkheid te zorgen voor de mensen, dieren en dingen om me heen. Verder ken ik ook veel schaamte die niet zo veel met schuldgevoelens te maken heeft.
In het boek begint Meulenbelt een praatgroep met vrouwen, waarin ze over hun ervaringen spreken. Het is voor het eerst dat de vrouwen zo openlijk kunnen spreken over seksuele en relationele problemen, over de ongemakken van het vrouw zijn, over seksisme en ongeluk. Een vrouwenpraatgroep beginnen zoals Meulenbelt lijkt me heel zinnig en fijn, maar misschien is daarnaast een gemengde groep ook geen gek idee. Uiteindelijk is veel van de schaamte waar we overheen moeten komen ook schaamte tegenover mannen. Wat ik jullie met moeite vertel, vertik ik al helemaal tegen mijn mannelijke vrienden te zeggen. Als heteroseksuele vrouw wil ik een bepaald beeld van mezelf ophouden tegenover mannen, zelfs als het slechts vrienden zijn. Sexy, zelfverzekerd, schoon, sensueel. Wat denken jullie daarvan?
Gaia: Ik denk dat een gemengde praatgroep wel goed zou zijn. Dan leer ik bijvoorbeeld ook wat beter waarvoor een man zich schaamt. Ondertussen zou ik het zelf minder gemakkelijk vinden omdat ik toch vaak bij mannen het gevoel heb dat het allemaal zo lang duurt voor ik een schaamtegevoel kan uitleggen. Niet omdat ze dom of niet-begripvol zijn, maar omdat onze belevingswerelden nog best verschillend kunnen zijn.
Soms is het erg fijn om met vrouwen te kunnen praten. Bijvoorbeeld over het feit dat een van mijn binnenste schaamlippen een andere vorm heeft dan de andere, en dat dan iemand zegt: ‘Dat heb ik ook!’ en dat je je dan even heel dicht bij elkaar voelt. De aanwezigheid van mannen zou het moeilijker kunnen maken om dat soort schaamtes te bespreken. Ik zou vooral graag zelf willen leren hoe mooi en leuk andere vrouwen zijn, zonder bang voor ze te zijn. Dat kan ook in een gemengde groep, misschien zelfs beter. Omdat ik dan bewust niet alleen de bevestiging van de mannen zoek, maar we daarover kunnen praten. En dan hopelijk alsnog ook over die schaamlip. Ik leef geloof ik toch nog met behoorlijk wat schaamte en het lijkt me fijn sommige schaamtes eens voorbij te zien gaan. Het boek van Anja Meulenbelt is daar wel een goed voorbeeld voor. Dan ontdekken
| |
| |
we vanzelf welke schaamtes nog actueel zijn en welke er misschien toch voorgoed voorbij zijn.
Veerle: Ik denk dat de openheid van de groep heel afhankelijk is van welke schaamtes je wilt bespreken. Het idee achter de vrouwenpraatgroepjes was dat vrouwen direct met elkaar in contact kwamen, in plaats van via de man. Dat was destijds heel bijzonder: zoals ook blijkt in het boek spraken huisvrouwen naast hun echtgenoot weinig andere mensen. Het is dan al een soort bevrijding wanneer een vrouw überhaupt waardevolle gesprekken heeft met een andere vrouw. Inmiddels komen vrouwen gemakkelijker in contact met andere vrouwen, dus dat lijkt in deze tijd minder relevant.
Er zijn echter groepen mensen die nog niet vaak met elkaar in gesprek gaan over hun gedeelde ervaring. Wat ik van mannen hoor is dat het erg moeilijk kan zijn, met andere mannen te praten over emoties en gevoelens. Meestal worden emotionele gesprekken alleen met vrouwen gevoerd. Als mannen een praatgroep willen met andere mannen om die schaamte voorbij te gaan, dan begrijp ik best dat ze daarom een mannenpraatgroep opzetten. De schaamte ongelukkig te zijn kan bijvoorbeeld samengaan met een bepaald beeld van mannelijkheid of vrouwelijkheid. We willen liever geen onderscheid maken, maar soms is het juist belangrijk wél te erkennen dat er een verschil is: een verschil dat door de samenleving constant benadrukt wordt, een verschil waarvan we allemaal last hebben. Misschien werkt het bijvoorbeeld goed eerst in een groep te praten met dezelfde ervaringen zodat je je schaamtes beter leert kennen, om ze daarna in gemengde groepen te bespreken.
De vrouwenpraatgroepjes zijn in mijn ogen dan ook niet het eindpunt, maar slechts het begin van veel emancipatoire gesprekken om voorbij de schaamte én de schuld te gaan.
|
|