Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Taal en Letteren. Jaargang 9 (1899)

Informatie terzijde

Titelpagina van Taal en Letteren. Jaargang 9
Afbeelding van Taal en Letteren. Jaargang 9Toon afbeelding van titelpagina van Taal en Letteren. Jaargang 9

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.41 MB)

Scans (11.25 MB)

ebook (3.49 MB)

XML (1.81 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Taal en Letteren. Jaargang 9

(1899)– [tijdschrift] Taal en Letteren–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina IX]
[p. IX]

Register.

Taalkunde.

Bladz.
A (Gelderse -) en Hollandse a 158
â en û (verschil van -) en a en u: kwalitatief (toonshoogte), niet kwantitatief 158
aal 269
aap 270
aarde 270
abberdoedas 265, 263
ablautsverschijnselen (Dieter en Kern over de -) 458
acht 270
adjektief op sch: gebruik 193
affiniteit bij woorden door klankovereenkomst 214, 215
Afrikaansch (Het -): door Hesseling 239
ahorn 270
akkusatiefvorm (Paul over de -) 468
alfabetiese (de -) volgorde in 't wetenschappelik lexikon 214, 219
allitterasie: betekenis en waarde 158
allitterasies 159, 392, 393
amper 270
anjer 270
analogie (taalvorming door -) 525-527
analogiewerking bij vergelijkingen 229
ansjovis 270
apa (Kern over ‘kelties’ -) 459
appeldoedas 263, 265
ar (ontwikkeling van -) uit er; aar uit ar 424
astrantoe 229
Baak en baken 527
baanbreken 211
bakboord 271
balk (Noordse -) 446
bank (hij is als de -) 225
bank (op de lange -) zitten 127
barbarisme (het -) in de moderne talen 210
barbarisme: moeielikheid om het te onderkennen 211
Barend (als -) van de bollen 136
bazar (vijftigsents -) 31
beek 271
beeldspraak niet iets van ‘auteurs’ maar van Adam en Eva 221-222
beeldspraak (de folklore en de -) 223
beeldspraak (dode -) 222
beeldspraak (ieroniese -) 223
beeldspraak uit het dierenrijk 223
beeldspraak uit een spreekwoord: in de tekst 427
beeldspraak (eksemplaren van -) 27, 31
beertebuur 231
beginklanken (synonieme groepen met gelijke -) 214, 215
beginklanken sl en l, sn en n, gl en gn 214
beginklanken br en pr 215
behende (den -) spelen 230
bekomzaam 208
bestekamer: de etymologie? 48

[pagina X]
[p. X]

Bladz.
betekenis van woorden met beginklank sl, l 214
betekenis van woorden met beginklank sn, n 214
betekenis van woorden met beginklank gl, gn 214
betekenis van woorden met beginklank br, pr  
betekenisleer (noodzakelikheid van een sistematiese -) 217
betekenisleer (werken over -) 217
betekenis-ontwikkeling van namen van lichaamsdelen 212
betekenis-ontwikkeling van woorden voor jong manlik persoon 212
betekenis-ontwikkeling van woorden = dienaar 212
betekenis-ontwikkeling van woorden = erg, boos, olik. 212
betekenis-ontwikkeling bij woorden als brassen, slempen, smeren, smullen e.d. 213
betekenis-ontwikkeling bij woorden als brallen, brommen, snoeven, snorken, pochen, bluffen e.d. 213
betekenis-ontwikkeling bij woorden als gerei, tuig, boel, bras, goed, spul 213
betekenis-verandering (eigenaardige -) van woorden in formules: heinde en verre 212
betekenis-verandering (eigenaardige -) bij ‘bondig’ 212, 213
betrekkingen (welke -) grammaties te onderscheiden 465-467
beuk 271
bewoording: goeie plaats in de tekst 199
bidden 271
bijklank 483
bijkomen 231
bijvoeglike bepalingen 311-315
bijwoord ‘intussen’ ('t adversatief gebruik van 't -) 211
blauw als 'n long 227
blei 271
blijven zitten 29, 30
blond 208
bluffen, pochen, brallen, snorken e.d. 213
bobbelen (woorden als -) borrelen, bortelen, pruttelen 213
boef (oorspronkelike betekenis v. woorden =) 212
boei (een kleur als 'n -) 225
boel en bras 213
bok (er bij als de -) op de haverkist 227
bokse 231
bomen (zitten -) 27
bondig (eigenaardige betekenisverandering bij -) 212, 213
Borgeld's dissertasie over de Wachtendonkse Psalmen; door Gombault 529-541
borst 272
boterham, brugge, stik 204
bouwvallig: eigenaardige geschied. 207
br en pr (woorden met -) 215
braaf (begripsontwikkeling bij -) 212
brak 272
brullen, pochen, bluffen, snoeven, snorken e.d. 213
brammen, bremmen, bremen 215
brand (helder als 'n -) 226
brassen, smeren, smullen e.d. 213
braveren en brageren 215
breed: eigenaardige geschiedenis. 207
breedte en brede: topografie van de vormen 205
breien: geschiedenis v. 't woord 205
breken met (zich 't hoofd -): barbarisme? 211
broeien 272
brom = drinkgelag, drank 310
brom ('n -) in 310
brui, bras, gerei, boel 213
brugge, stik, boterham 204
bruid 272

[pagina XI]
[p. XI]

Bladz.
buigingsvormen (waar -) goed voor zijn 483
bullen (in z'n -) zitten 126
 
‘Citaten’ (over de -) in een Woordenboek 202-203
Czaar: ‘verkeerde’ spelling voor tsaar 272
 
Datief (voorbeeld v. vrouwelike -) met der 193
De Vreese, Proeve van Taalzuivering: door B.H. 372-376
De Vries z'n Woordenboek 198
De Vries een klassikus van de ouwe stempel: teste J.W. Mulder 198
deelwoorden (voorbeelden van -) als: vallende ziekte, zingende mis, inkomende rechten 237
delgen 272
deminutief je- door st voorafgegaan 33
dialekten (ontstaan van -) 157
dialekten (artisten -) 207
dialektkennis (waarde v. de fonografie voor de -) 158
dialektstudies van J. te Winkel 192
diefhenker 231
dienaar (woorden voor -) oorspr. = jong manlik persoon 212
dienen 272
dommelen (ondereen -): in de tekst 213
donderen ('t in Keulen horen -) 226
dood (de -) in de pot 226, 328
dood (als de -) 226
dood (als de -) op rollen 226
dood (als de -) van Ieperen 226
doof als een pot 228
doof als een kwartel: verklaring? 224
doof als ein alter specht 224
dreigen = gevaar lopen: barbarisme? 211
drie-en-dertig (mottige -) 228
driegen 234
dronken als 'n snip: verklaring? 224
dubbelloopsgeweer 217
duister 272
duizend 273
duratieve, perfektieve, inchoatieve betekenis: sporen daarvan 217
 
Edik: etymologie 539
egel 273
eier = ei 527
eierbrand 420
elf 273
ellips 27, 28, 29, 30, 31
Engels (de voortreffelikheid van 't -) 11
Engels ('t -) in de M.E. onder invloed van 't Nederl. 210
enkel- (reële verhouding van -) en meervoud 525-526
enkelvoudsvormen uit meervoudsvorm ontstaan in Zuid-Afrikaans, Nederl. en Engels 526-527
epenthesis (levende -) 484
erg, boos (betekenis-ontwikkeling van woorden als -) 212
etymologie van haas 274
etymologie van harp 274
etymologie van honig 275
etymologie van pad 278
etymologie van rat 278
etymologie van wolk 280
etymologie (betekenis en waarde van de volks -) 264
etymologie (de -) in 't wetenschappelik woordenboek van gewicht dan de kronologie en de topografie 201
etymologie (voor liefhebbers van -) 269-280
etymologies (een -) grondbegrip van Franck, bij Bréal en Muller 214
etymologies (aantekeningen op 't -) woordenboek van Vercoullie 269-280

[pagina XII]
[p. XII]

Bladz.
etymologiseerderij 135-139
ezel 273
 
Farheer 231
fiets 208
fijn als gemalen poppestront (= zaagsel) 223
fleksieloos ('t Nederlands -) 185, 186
fluwijn en fluweel 169
fokken 232
folklore (de -) en de beeldspraak 223
Fonetiek (Jespersen's -): Gallée 541-547
Fonetiek (Jespersen's -) in 't Nederlands 542
fonetiek in Nederland in XVIIde en XVIIIde eeuw: Amman, Montanus, Tèn Kate 444-545
fonetiek met instrumenten 158
fonetiek (Gallée over eksperimentele -) 545-547
fonetiek (betekenis van de -) voor de taalwetenschap 157
foneties (over 't -) schrijven 481
fonetiese aan wijzingen v.B.H. 481-483
fonetiese meedelingen v. Gallée 157-158
fonografiese glyfiek: rezultaten voor de taalwetenschap 158
formules (woorden verliezen in vaste -) hun grondbetekenis 213
frekwentatieven (onomatopeiese -) in hun geschiedenis moeilijk na te gaan 213
 
Ga-, gi-, ge ('t prefieks -) en de ‘Aktionsart’ 239
Gallée over fonetiek 541-542, 545-547
Gallicismen in 't Zuidnederl. 372-376
ganzewacht (de -) 232
gard 274
gat 274
gegeveld en gedekt 232
geil als boter 222
geld als water 229
gems 274
genitief in ‘een menigte mensen’? 312
genitiefvorm (Paul over de -) 468
Germaans (wat is ur -) 457-458
Germanen (Die ethische und sprachliche gliederung der -) 240
Germanischen dialekte, (Laut- u. Formenlehre der alt -) von Dieter: H. Kern 457-460
geslacht (grammaties -): ‘z'n’ van een kip 224
geslachtsaanduiding in predikaat en attrib. onlogies 11
geslachtsaanduiding in predikaat en attrib. (als in de oude talen) teken van onbeholpenheid: Madvig 11
geslachtsregeling (de-) van De Vr. en Te W. en het geslacht in Zuid-Nederland 374
geuren = liefelikheden 232
geweten en geweet: topografies 205
gewisse (topografie van -) 205
ge en gn als beginletters 214
glides, gleitlaute, bijklanken 483
gnap en gnut 212
goud (eerlik als -) 226
God 274
Grammaire historique de la langue française (Nyrop) 240
grammaties (welke betrekkingen -) te onderscheiden 465-467
grammatiese figuren (deechte -) 483-484
grammatiese figuren: wanneer ‘weglating’, wanneer ‘invoeging’ 484
grammatika (Sweets -) te bestuderen 443
grammatika (overblijfsels van ouwere -) in de tegenwoordige 314, 315
grammatika (een hoofdstuk nieuwe school -) 479-480
grammatika (een -) van 't levende Nederlands: v. Hoogvliet 40

[pagina XIII]
[p. XIII]

Bladz.
grammatika (de ouwe -): metodologies een onmogelikheid 468-469
grammatika (krietiek van de ouwe -) 312, 119, 525-526
grammatika (Latijnse) in de Nederlandse 12
grammatika-doen (krietiek van 't ouwerwetse -) 468-469 469-472, 472-476
grammatika-doen ('t ouwerwetse -) verderfelik 476-479
grammatika-onderwijs ('t -) bij Ida Heyermans 101-106
grammatikale scholastiek 469-471
grammatikus (noch een ante-diluviaanse -) 187
Grimm's woordenboek 195
gulgauw: geschiedenis van 't woord? 204
 
H voor l, w, n, r in oudsaks. en ondfr 539
h (waarde van het teken -) in 't ondfr 538-539
haas 274
haast je maar niet 420, 225
habberdoedas 263
Hans hannekemaaier 335
Hans Tongka 94
Hans de beul 370
hanze 274
harp 274
haver 274
heel 275
heet als de bliksem 222
heinde (betekenisverandering van -) 212
hengst 275
hengsten, ochsen, büffeln 224
heug 275
hiaat (de -) in 't ouwerwetse stijlboekje 483
hiaten dat geen hiaten zijn 484
hijsen (zitten -] 27
hoender = hoen 527
hoer 275
hommel 446
honig 275
honskoten 234
Hoogvliet over taalstudie 26
Hoogvliet's Elements of Dutch Grammar 40
horn 232
huiven 78
hyperbool (de -) in de volkstaal 222
 
î (ontwikkeling van ij =) tot ei 158
ieronie in vergelijkingen 223
ieronie (geen -) in de volkstaal? 223
in (er -) zitten 29
inchoatieveopvatting: sporen daarvan 217
individuele taal en geleerde beoordeling daarvan 374
individuele taal in de tekst 337 208, 284, 484, 213, 193
intussen (adversatief gebruik v. 't bijwoord -) een barbarisme? 211
‘ismen’ (moeilikheid van de -) te onderscheiden 211
 
Jespersen's Fonetiek 541-547
Jespersen's taalteorie 214
jokken (wat zal je dààraan -) 225
juristen-taal (staal van -) 211
 
Kabeljauw 276
kale beren 222
kale neten 222
kaliber 276
kalis 276
kat 276
katteklei 192
katzengedächtniss 223
kerel ('n -) als kas (ook kars) 226
Kern, aantekeningen op Uhlenbecks Altind. Wb. 188-190
kiezen: Fr. choisir: ‘barbarisme’? 211
Kiliaen 194, 195
kindertaal: voorbeelden 213

[pagina XIV]
[p. XIV]

Bladz.
klank (begin -): invloed op de betekenis oefenend 214, 215
klassikus (de Vries een -): Muller 198
klassikus (de -) Madvig over de geslachtsaanduiding in de oude talen: onbeholpenheid 11
klassikus (de -) Madvig over de eenvoudigheid van 't Engels 11
klassisisties (resultaat van -) taalonderwijs 520-521
klimaks 161
klinken als katoen 223
klinksnoer 233
klokken = slokken? 166
klokspijs (als -) 165-169
koersen (transitief) 147
kokinje (rekbaar als -) 227
kokspijs 165, 167, 168
Kollewijn, Opstellen over Spelling en Verbuiging 463
konijn 276
koop 276
kort en bondig 212
krab (scheef, mislik als een -) 224
krens, bij Breero 235
kronologie (taalkundige -) 205, 209
kronologie (de -) van woorden. 202
kroosje 276
 
Laatje (aan 't -) zitten 28
labberdoedas 265
laden 277
lam 277
Latijns (naar -) model 483
leeuw 277
lekker als kip 222
lekker (zich -) maken 222
lexikografie (J.W. Mulder over wetenschappelike -) 193-220
lexikografie: verschillende soorten en tiepen van woordenboeken 194-198
lexikografie (J.W. Mulder): 't Woordenboek van De Vries 198
lexikografie: verschillende eisen aan 't histories Wb. gesteld 199-201
lexikografie: het moet eer topografies en kronologies dan etymologies zijn 201
lexikografie: 't kronologiese 202-204, 206, 207
lexikografie: 't topografiese 204-207
lexikografie: de taalkringen 207
lexikografie: usuele en okkasionele taal 208
lexikografie: bepaalde verbindingen 209
lexikografie: invloed v. vreemde talen 209-212
lexikografie: semasiologiese groepen 212-215
lexikografie: indeling en ordening v. betekenissen en sietaten 215-217
lexikografie: defienietsie en omschrijving 217-219
lexikografie: de alfabetiese volgorde onwetenschappelik 219-220
lexikografie en aardrijksk. 204, 205
lexikografie en Spelling 205
lichaamsdelen (namen van -) voor kledingstukken 212
lidwoord (weglaten van 't -) bij de nieuwere schrijvers 486
lier (branden als 'n -) 227
lijdend voorwerp (krietiek van de term -) 471, 472
Louis (kijken als verdomde -) 227
 
Madvig de klassikus (niet-klassisistiese oordelen van -) 11
mandarijn 278
manlik persoon (betekenisverandering bij woorden = jong -) 212

[pagina XV]
[p. XV]

Bladz.
marsepein 278
mee (er -) zitten 30
meervoud (reële verhouding van enkel- en -) 525-526
meewerkend en belanghebbend voorwerp: krietiek van deze termen 571-574
meester Gerrit 370-371
melioratieve opvatting van woorden 212
metode van taalbeschrijven 311-315
mieren (zitten -) 27
mis (zingende, lezende -) 237
misselik als een krab 224
moerbay = tepel 442
mof (zwijgen als 'n -) 227
mof ('n groene -) 226
molenpaard 224
Mollengijs (te -) gaan wandelen 547
Montanus en Amman als fonetici 543-544
mosselen (hier liggen de -) 234
mot = mist in Overijsel? 228
mottig als een spons 228
mottige drie-en-dertig 228
mud? mut? (zo vol als -) 227
Murray's Woordenboek 196
 
N (de slot -) in 't Hollandse Nederlands 41
naamvallen (dat wij heel anders tegenover de -) staan als de Duitsers 472
naamvalsonderscheiding (de -) gekrietiezeerd 465-467
Nederlands ('t normale -) bij Donders, W.S. Logeman, Roorda, Sweet? - bij Gallée? - bij wie? 544
Nederlands (‘Nachlässigkeit’ en ‘Uebelstand’ in 't -) 185-186
Nederlands (verkeerde ‘uitspraak’ in 't -) 33
Nederlands (vroegere en tegenwoordige betrekking v. het -) en het Hoogduits 211
Nederlands (Zuid- en Noord -) 255
Nederlandse (de leer van de -) spraakgeluiden van Josson en Kesler 185
neergeslagen als een pannekoek 223
negasie (eigenaardige foutieve opvatting van de oude -): ic en doe 390
neologismen: voorbeelden 213, 373, 376
netteboef 192, 424
neusdoek 233
neuten (er voor dove -) bijzitten 27
Niederländische sprachlehre van J. Leopold: Schepers 184-187
niettegenstaande en niettemin: ‘barbarismen’? 211
Nomina geographica Neerl. (de -) en de lexikografie 205
Noord-Nederlands (echt -) door Zuid-Nederlanders onwetend afgekeurd 375-376
noot 278
noot = nooit 528
nor (in de -) 31
 
Oe (de -) van ‘moeder’ in de dialekten 158
okkasionele en usuele taal 208
onbeschoft 233
onomatopeën: verklankingen 213
onomatopeën in hun geschiedenis moeielik na te gaan 213
onovergankelik (is -) uit overgankelik door refleksieve tussen vorm? 121
ons: voor onze (bezitt. vnw.) 81
ontleding (redekunstige -) niet naar de grammaire raisonnée 260
ontwikkeling (gelijksoortige -) van lager tot hoger door fixering, bij woorden en konstruksies 214
oorworm (de -) in de beeldspraak 224
oorzakelik voorwerp (krietiek van de term en het begrip:) 475-476

[pagina XVI]
[p. XVI]

Bladz.
op (er -) zitten 30
op een hoge huur zitten 30
opstaan: inchoatief 217
oud als de weg van Jakatra 226
Oudnederlandse Psalmen (de -, 451-455, 525-541
Oudnederlandse: de H.S. en de ediesies; de vroegere meningen 451, 452
Oudnederlandse: de bewering van Jostes 453
Oudnederlandse: van Heltens mening 453
Oudnederlandse: Cosijns krietiek; z'n gewijzigde voorstelling 453-454
Oudnederlandse: v. Helten handhaaft de niet-nederfr. Vorlage 454-455
Oudnederlandse: Borgeldsdissertasie en mening 455
Oudnederlandse: Gombaults opienie; Psalm I-IX 455
Oudnederlandse: v. Helten over Jostes 456
Oudnederlandse: poging om de ‘residua uit Zuid-nederfr. Vorlage’ anders te verklaren 529-556
Oudnederlandse: diverse opmerkingen over Borgelds dissertasie 536-541
overgankelik èn onvergankelik tegelijk en daar tussen weifelend 119-121
overgankelik of onvergankelik al naar gelang de voorstelling van 't objekt bewust wordt of niet 119
overgankelik (wat al of niet ‘altijd’ -) alsnòch problematies 120
overgankelike en onovergankelike werkwoorden bij Vondel en Bilderdijk 121
over in (er -) zitten 29
 
Pad 278
parallelisme bij woorden en woordbetekenissen 212, 215
paraplu (onder de -) zitten 127
Paul over de lexikografie 200
pegel 278
peren (zitten -) 27
perfektieve kracht van ge- 217
peul 278
pleisteren 169
pochen, brallen, bluffen, snorken 213
pokdalig: als in een bak met spijkers gevallen 225
potjebuul: etymologie 502
prefix (‘zich’ als -) beschouwd 120
preterito-presens (verwanten van 't -) in de levende taal 32
pruttelen (woorden als -), bortelen, borrelen, bobbelen 213
publiek (het -) en het Grote Woordenb 199
 
Rat 278
raven en raaf 527
redzaam (in de tekst) 401, 403
refleksieve tussenvorm ter verklaring van intransitief en transitief? 121
refleksieve ('t -) ‘zich’ beschouwd als prefiks 120
reus 278
ritme ('t aangeven van -) en toonshoogte 122
rogge 278
roock maken 235
roos (slapen als 'n -) 228
rot als 'n mispel 227
 
Samenstelling met s: woordenboeksarbeid 215
samenstellingen (volgens de oude leer onbestaanbare -) 217
scheef als een krab 224
schema's (taalkundige -) bij Darmesteter, Bréal 216
schertsnaam (geografiese -): Mollengijs 547
schoorsteen en schouw 204
schorriemorrie 279

[pagina XVII]
[p. XVII]

Bladz.
schrijftaal (waarom zal er in wakkere tijd geen afzonderlike -) zijn 35, 39
schuren en boenen 204
Schutte, Spreekwijzen verklaard: door P.H.M. 135-139
semantiek (proeven van -) 217
semasiologie 33
semasiologiese groepen 212, 213, 214, 215
sietaten (over de -) in een woordenboek 202-203
sietaat (het zogenaamd oudste -) voor een woord 202, 206
sjamberloek 279
slabbakken 279
slang-uitdrukkingen met zitten 27-33 126-127
slang-uitdrukkingen: = zich bevinden 27, 31
slang-uitdrukkingen: = met iets, zittende, bezig zijn 27
slang-uitdrukkingen: = lang met iets bezig zijn 27
slang-uitdrukkingen: = in een toestand zijn 28
slang-uitdrukkingen: = aan 't lichaam zijn 29
slang-uitdrukkingen: = in onaangename toestand zijn 29
sl en l als beginklank 214
smeren, smullen, brassen 213
sn en n als beginklank 214
snip (wijs, dronken als 'n -) 224
snoet ('n -) van Moe 228
snoeven, snorken, pochen, puffen e.d. 213
spelling (Kollewijns opstellen over -) en verbuiging 505
spelling (de -) in 't Duits en Nederlands en in 't Frans en Engels 205-206
spelling en lexikografie 205
spraakklanken (Gallée over studie van -) 541-542, 545-546
spraakleer (krietiek van de ouwe -): hun beginsel 312
spraakleer: de voorwerpen 465-48
spraakleer (kleinigheden uit de -): Bijvoegelike bepalingen 311-315
spraakleer: Eenlettergrepig 443-444
spraakleer: Wat fonetiek 481-484
spraakleer: Overgankelik en onovergankelik 119-121
spraakleer: Pronominaalvormen 12
‘spreektaal’ en ‘schrijftaal’ (betrekking van -) 203-204
spreekwijs: in iemands schaduw niet kunnen staan 125, 220
spreekwijs: lood om oud ijzer 192
spreekwijs: je doe maar 167, 168
spreekwijzen (namen en -) aan den Bijbel ontleend: van Dr. J. Herderscheê 335
spreekwoord (beeldspraak uit een -): in de tekst 427
staan (doof -): in de tekst 145
stafrijm: betekenis en waarde 159
stafrijm: bij Potgieter 159
stamp ('t zit -) 28
steneman (er bij zitten als de -) 27
sterk als mosterd: eigenaardig soort vergelijking 213
synkope 483
synonieme groepen met gelijke beginletters 214, 215
synonieme wortels 213
syntaxis (ouder -) in de tegenwoordige 314, 315
syntaxis (nieuwe -) beschrijving: de bijvoeglike bepalingen 315
 
T in stj: in deminutieve en verbale vormen 33
taal 279
taal als klank behandeld: metode 481-484

[pagina XVIII]
[p. XVIII]

Bladz.
taal als klank behandeld: de zin, - abschnitt, - woord, - klankgreep, - spraakklank 482-483
taal als klank behandeld: invloed van de spraakklanken in de ritmen op elkaar 483-484
taal als klank behandeld: nodige fonetiese aanwijzingen 481-482
taal wordt gesproken in woordgroepen 143-144
taal (invloed van vreemde talen op een -): waarin te konstateren? 209, 210, 211
taal (algemene en persoonlike -) 208
taal (persoonlike -) in ruimer kring 208
taal (verhouding van artiesten -) en de algemene 121, 409-410
taal (invloed van dichters op de algemene -)? 120
taal de algemene gesproken -) werkt door: van Looy 410
taal (de -) van 't schrijven en 't volk 35
taal (verandering in de verhouding van de -) van 't schrijven en van 't spreken 410
taal staal van juristen -) 211
taal (de jeugd heeft zijn eigen -) 261-265
taal (over kinder -): Rhesnitzek 422
taal (over de oorsprong van de -): Lobsien 422
taal genuanseerdheid van de beschaafde -) 204
taal en zaak 35-39
taalbeschrijving (metode van -) 311-315
taaldoen (krietiek van 't ouwerwetse -) 443-444
‘taalgelei’ 214
taalkringen (de -) 207
taalkringen-sisteem (Murray's -) 207
taalkundig en stijlkundig wanbebegrip 267-268
taalkundige architekten 390
taalkundige dogma's 217
taalontwikkeling: de ‘loi de répartition’ in woordgebruik en syntaksis 214
taalrijkdom: oudere en nieuwere opvatting daarvan 210
taalstudie (bij -) uit te gaan van 't heden 121
taalvorming door analogie 525-527
taalwaardering (de Vreese's beginselen van -) getoetst door B.H. 373-376
taalwetenschap (echte -): een staaltje daarvan 264
talen (de -) in het tegenwoordige sisteem van M.O. 513-515
talen (moeielikheid, om invloed van vreemde -) in een taal te onderscheiden 211, 212
talen ('t kosmopolietiese karakter van de moderne -) 210
tegenwoordige deelwoorden als ‘vallende ziekte’ e.d. 237
Ten Kate (Lambert-) als fonetikus 544
terminologie (zonderlinge -) van nieuwere taalgeleerden 374
terwijl ('t adversatieve gebruik van:) 221
toevlooyen 528
toonshoogte 't aangeven van -) 122
topografie (taalkundige -) 202, 209, 204-206
tropen en figuren (tegenwoordige opvatting van -) 220
tropen en figuren (de klassisistiese-) -winkel 220
tsaar: ‘juiste’ spelling voor czaar 272
 
Uhlenbeck, Etymolog. Wörterb. des altindischen: Kern 188-190
uit te waaien (zitten -) 27
uitmonsteren: goede plaats 208
uil (als 'n -) in noodsnood 225
umlaut (wanneer is er -)? 536

[pagina XIX]
[p. XIX]

Bladz.
Vaak = niet Hollands 204
‘verbeelding’: nieuwe betekenis 213
vergelijking (eigenaardig soort van -): sterk als mosterd 223
vergeiijkingen in gesproken taal 221-229
vergeiijkingen: geen auteurs-artiekel 221
vergeiijkingen (dode -) 222
vergeiijkingen die de oorspronkelike funksie uitbreiden 222
vergeiijkingen: analogie formasie 229
vergeiijkingen die enkel versterking zijn 229
vergeiijkingen (ieronie in -) 223
vergeiijkingen met dieren 223-225
vergeiijkingen van allerlei genre 225-229
Vergelijkingen aan den bijbel ontleend: Dr. Herderscheê 335
‘verklanking’: betekenis bij Muller 215
verklankingen 213
Vercoullies woordenboek (Aantekeningen bij -) 269-280
verrekken 480
verscherping (konsonant -) 483
verscherping (wààr -), wààr verzachting 483
verzachting (konsonant -) 483
vet als modder 223
vet ('n gezicht als drie dagen slecht -) 228
vetjes en pretjes 401
vijftigsents-bazar (in de -) zitten 31
vingerling 212
vliegen (je bakkes zal -) vangen 528
vloyen = slaan 527-528
voegwoorden (intussen, terwijl, waar: als adversatieve -) ‘barbarismen’? 211
vokaal-konsonanten 483
vokalen (zogenaamde kortheid en lengte van -) 158
vokalen uit tweeklanken ontstaan niet een-voudig 158
vol (zo -) als dook 227
vol (zo -) als mut?, mud? 227
volksetymologie (betekenis en waarde van de -) 264
volkskunde (over Duitse -) 315-316
voornaamwoord (bezittelik -) ons = onze 81
voornaamwoorden (persoonlike -): als ik hem was 12
voornaamwoorden (de persoonlike -) hebben twee vormen 12
voornaamwoorden (de persoonlike -) ‘t’ en ‘k’ te beschouwen als verkorting van et en ik? 484
voornaamwoordelik bijwoord en relativum: waarvoor = voor wie etc. 187
voorwerpen (de -) 465-48
voorwerpen: de naamvalsonderscheiding gekrietiezeerd 365-467
voorwerpen: algemene beschouwing van 't ‘voorwerp’ 467-471
voorwerpen: de grote psychologiese fout bij 't ouwerwetse taalbeschrijven is oorzaak dat de juiste ‘voorwerp’-definietsie ontbreekt 468-469
voorwerpen: krietiek van 't ouwe begrip ‘voorwerp’ (Terwey, Den Hertog) 469-471
voorwerpen: krietiek van term en begrip ‘lijdend voorwerp’ 471-472
voorwerpen: krietiek van term en begrip ‘belanghebbend voorwerp’ 472-473
voorwerpen: krietiek van term en begrip ‘meewerkend voorwerp’ 473-474
voorwerpen: krietiek van term en begrip ‘oorzakelik voorwerp’ 475-476
voorwerpen: het onderscheiden van ‘voorwerpen’ heeft generlei nut 476

[pagina XX]
[p. XX]

Bladz.
voorwerpen (de -): het hoofdstuk ‘voorwerp’ een slechte leerstof 479
voorwerpen: wàt voor dit hoofdstuk in de plaats te stellen 479-480
vreemde talen (moeielikheid van invloed van -) in een taal te onderscheiden 211, 212
 
‘Waar’ ('t adversatief gebruik van -): barbarisme?’ 211
waar: het voegwoord: bij juristen 211
was (goed in de -) zitten 126
weergeld 280
welluidendheid en eenlettergrepigheid 443-444
werkwoord met opgeschoven preteritum (verwanten van het -) in de levende taal 32
werkwoord: Dieter en Kern over ablautsverschijnselen 458
wijn 280
wijs als 'n kip 224
wijspraten (in de tekst) 400
wilg 280
wolf 280
wolf 280, 527
woordbetekenissen (parallelisme bij woorden en -) 212, 215
woordbetekenis (verband tussen beginklanken) 214, 215
woorden (de zogenaamde literaire ouderdom van de -) 202
woorden komen bij volksdichters (en - schrijvers) voor den dag 202
woorden (verschillende bestaanmanieren van -) 202, 203, 204
woorden verliezen in vaste formules hun grondbetekenis 213
woorden (techniese -) en hun geschiedenis 203
woorden (vaste verbindingen van -) 203
woordenaar 218, 193
woordenboek (het historiese -) van onzen tijd: Grimm, Murray, Wölfflin, Littré, Hartzfeld, Darmesteter 195-199
Darmesteter ('t Grote -) der Nederlandse Taal 198
Darmesteter (over de bewijsplaatsen van een -) 199-200
Darmesteter en tekstverklaring 202
Darmesteter (Beschouwingen van J.W. Muller over het Histories -) en de lexikografiese arbeid (zie i.v. ‘lexikografie’) 193-220
Woordenboek op Vondel in HS. 206
woordenboeken als van Adelung, Johnson, de l'Académie 194-195
woordenboeken (oudste -) bij ons 194
woordgeschiedenis (ook in -) meer gelijk als eigen 207
woordgroepen (taal wordt gesproken in -) 443-444
woordoverdracht bij kinderen 213
woordschepping (jongere -) 213
woordvormen (verspreiding van -) 206
woordvormingsleer (eis van een Nederlandse -) 217
woordvormingsleer (bronnen voor -): Grimm, Willmanns, Kluge 217
wortels (synonieme -) 213
 
Zerren 235
zich: in ‘zich schamen’ etc. een prefiks 120
zingende mis 237
zintuigelike indrukken (verschillende -) in eenzelfde woord geuit 213
zitten (uitdrukkingen met:) 27-33 126-127
zitten: van beweging = zich zetten 31-32
zitten (goed -) en goed staan 29
zitten en staan: verschil in uitdrukkingen 31

[pagina XXI]
[p. XXI]

Bladz
Zuid-Nederland (het woordgeslacht in -) en de geslachtsregeling van De Vr. en T.W. 374
Zuid-Nederlandse neologismen 373, 376
Zuid-Nederlandse (de -) schrijftaal 205
Zuid-Nederlandse Gallicismen 373-376
Zuid-Nederlandse geleerden onzeker ten opzichte van Noord-Nederlandse taal-usus 375-376
zwart (zo -) als aarde 225

Letterkunde; onderwijs en opvoeding.

Bladz.
Aardrijkskunde (de topografiese -) op de L. S 173
akademies (de volksschool -)! 39
Alexander de Grote (Hoogstra, Proza-bewerkingen van het leven van -) 45
allitterasie bij Potgieter 159
Amsterdamsche Bijzonderheden, Vde bundel 143
Anna Bijns (goed oordeel over -) 118
artisten als taalbedervers 409
‘artistiek’ (gefühlswert van 't woord -) 281
Asselijn's Jan Klaesz 49-71, 128
Asselijn's: overzicht v. 't stuk 49-56
Asselijn's: de kristallijne Bril 56-59
Asselijn's: 't Saamenspraak over J. Kl. 59-60
Asselijn's Asselijns ‘Antwoord’ 60-61
Asselijn's: Vreedeschrift 61-63
Asselijn's: de Geestdrijvende so so of 't Nickerpraatje 63
Asselijn's: Liedjes er op gezongen 63
Asselijn's: Kinderprenten v.J. Kl. 69
Asselijn's: motieven van Asselijn 64
Asselijn's: de keuze van de namen 65
Asselijn's: ‘Onschult’: blijspel v. Asselijn  
Asselijn's: is 't een gebeurd geval? 68-69
Asselijn's: blijken van langdurige populariteit 69-70
Asselijn's: biezondere waarde van J. Kl. 70
Auteurs-Nederlands: staaltjes 4-11
Beets, de Deuvik en de Kompasnaald: interpretasie 13-26
Beets' Schoolverzuim 17
Beets' Groote ontdekking 25
begrip en realiteit 281
Belfort en Dietsche Warande 555
beschaving (onze -) 450
Betje Wolff: de So So's 63, 70
Bilderdijk e/d Galante Dichtluimen 44
Bilderdijk's Kormak 549
blond bij dichters 208
Borchling, Mittelniederd. H.S. in Norddeutschl. u.d. Niederl 332
Breero's (beter oordeel over -) Spaanse Brabander 71
Brinio-school (denkbeelden over opvoeding: uit Kleefstra's -) te Hilversum 89-92
Buning, de Gezondheidsleer in 't Onderwijs 505
 
Calderon en zijn werken (vert.): d. Günther 239
Camera Obscura (de -) in 't Onderwijs 34
Camera Obscura: Teun de Jager uit het Hoogd.? 96
Camphuysen (Radtmaker, Didericus -) 45
Camphuysen: Kalff in de Gids 47
Cats (de populariteit van -): tastbare feiten 418
Cats (Kalffs oordeel over -) 444-445
Cats Huwelyks Fuik en Les Quinze joies de Mariage 48

[pagina XXII]
[p. XXII]

Bladz.
Coers Liederboek, (I, II) 130, 131 132, 133
Colijn en Groustra, Robinson, en Ons Land 380
Conrad v. der Liede, Op St. Barbara's bodem 507
Cosijn: Dr. Kluyver in de Gids over hem 464
Couperus poëzie: imitasie 284
Couperus en Potgieter 284
 
Da Costa, Orleans: intepretasie 145-157
Dame (‘am liebsten noch eine-’) 186
De Vries te Enschede en het onderwijs 38
De Vries, Ons opstellenboek 383
Den Hertog en Lohr (krietiek van -) 38
Den Hertog en Lohr (bij -) ligt het leren schrijven buiten het Lager Onderwijs 36
dichter (oprechtheid, een kwaliteit van den -) 38
Dietsche Warande en Belfort 555
Don Juan (de -) sage 142
dramatiese (kenmerk van de -) dichter 251
Duitse studiereizen naar Enschede in Nederland 88
 
Echtgenoot (de thuiskerende -) en zijn vrouw in de litteratuur 549-554
Edw. Koster en Verwey 285
Else van Brabant, Bloesem 506
Emblemata (A.P.C. de Vries, de Nederlandsche -) 335
encyclopedie: Elck wat wils, Handboek 423
encyclopedie: Woordenschat van de Beer en Laurillard 422
Engels, of Frans eerst leren? 173
enjambement 418
epos (het -) iedeaal van de Renaissance 170
estetiek (Geschlecht und Knnst: Prolegomena tot een fysiologiese -) 559
 
Filologie (de -) in Engeland 196
folklore (over de Nederlandse -) 331
folklore (Duitse -) 315-316
folklore in de School 316
Frans ('t -) in Zuid- en Noord-Nederland 376
fraseologie in de zogenaamde ‘taalboeken’ 267
fröbelschool (de -): voorwerp v. Regerings-zorg 171
 
Geel (het Proza van -) en de Poëzie van Simons 511
‘geleerden’ (iets voor -): Nietzsche 281
geleerdentiepe ('t gewone -) 371
Gerardt van Velzen ('t Lied v.-) 265
geschiedenis des Vaderlands op de L.S.? 173
Gouverneur: autobiografie 48
grammatika (onreële -), die 't kind bederft 525-526
Groustra's krietiek op Den Hertog en Lohr 36
Groustra over het opstel in de L.S. 35
Groustra's ‘Opstel in de L.S.’ 377-378
Groustra over 't Leesboek 511
Groustra's Leesboeken 285, 380
gymnasium (het -) voor de moderne taalleraren 523
 
Hans de beul 370
Hans Tongka 94
Heyermans (Ida -) beschrijving van haar Taalonderwijs 97-118
heiligenleven ('t -) van de Middeleeuwen 327, 388, 389, 390
Hendrik Eben, de tocht naar Paradijsland 44
Henriette v.d. Schalk haar werk 284
Hilversum (Brinio-school te -) 89-92

[pagina XXIII]
[p. XXIII]

Bladz.
historie (fantazie in -) 427
historiografie (middeleeuwse -) 388-390
Holland and the Hollanders, van Meldum 46
Hollandia, weekbl. van L. Simons 47
Hondius v.d. Broek over v. Halls Dichters van dezen Tijd 281-285
Hooft: F.A. Stoett's uitgave v.d. Gedichten 286
Hooft Rozemont die lag en sliep 442
Hooft en de Bouw- en Schilderkunst 266
Hooft: Elzevier 240
Hooft en Vondel tegenover Breero, Huygens, Cats 445
hoogleraren (Onze -): Portretten en Biografiën 144
Humanisme en Hervorming 118
Humor und Komik, Beiträge zur Aesthetik 95
 
Ibsen 241-260, 289-309
Ibsen: zijn kosmopolitisme 241-242
Ibsen: zijn oorspronkelikheid 243
Ibsen: de iedialist 243, 244, 245
Ibsen: de iedialiezerende kracht v.d. herinnering 245
Ibsen: Christelike invloed 246
Ibsen: zijn jeugd 246-247
Ibsen: eerste periode: Romantiek 248-249
Ibsen: overgang tot het ‘Realisme’ 250
Ibsen: Ibsen realisties psycholoog 250-253
Ibsen: het religieuze karakter v. Kejser og Galilaeer 251-253
Ibsen: Keizer Juliaan bij Strauss en bij Ibsen 252
Ibsen: overgang v.d. Historiese tot de Familiedrama's: Kaerlighedens Komedie 254-256
Ibsen: huwelik en liefde 255
Ibsen: het iedialisme ten voeten uit: Brand 256-257
Ibsen Per Gynt: de realistiese waarnemer in de iedialist 257-259
Ibsen: Ibsen realist ten voeten uit: De Unges Forbund 259-260
Ibsen: Krietiek o/d Maatschappij: Samfundets Stötter, Nora, Gengangere 289
Ibsen: Wij moeten waar worden: Vrijheid en Individualiteit 289, 293
Ibsen: Ibsens Pessimisme 294-296
Ibsen: Rosmersholm: de konsekwensies van I's iedialisme 297-298
Ibsen: de Vrouw bij Ibsen: Fruen fra Havet, Hedda Gabler, Bygmester Solness etc. 299-309
Ibsen en onze tijd 257-260
Ibsen religieus 246, 251, 252, 257
Ibsen over vrouwenemancipasie 292
Ibsen en Kierkegaard 243
imitasie van echte poëzie: aan voorbeelden gedemonstreerd 282-283
imitasie (vergelijking van -) èn imitasie 283
imitators (Couperus, Nouhuys, v. Logchem als -) 282-284
individuele (de drang naar 't -) in kunst en onderwijs 410
individuele (het -) en 't algemene 18-22
interpunksie (een noch altijd verkeerde leer van -) bij Ida Heyermans 106
Israëls boek ‘Spanje’ 409-417
Israëls boek: de generasie van Israëls 410-411
Israëls boek: artistieke nonchalance? 411-412
Israëls boek 't persoonlike 413-417
 
Jan Klaesz. van Asselijn 128, 49-71

[pagina XXIV]
[p. XXIV]

Bladz.
Janus Secundus Basia uitgegeven 287
journalistiese krietiek 366
 
Karel de Grote in de middeleeuwse verbeelding 323-326
Karel de Grote en Konstantijn in middeleeuwse opvatting 389-390
Keulen als heilige stad 435
kind (het -) moeielik te beoordelen 177-178
kinderlitteratuur: Nelly van Kol, 512, 423, 424
klassieke kunstopvatting (modern ongeloof tegenover -) 372
klassieke kunstopvatting filologie en historiese taalbeoefening 196
klassisisme (schadelike invloed van 't-) 409
klassisisme (het -) in de Griekse Litteratuur: Dr. H. Kuiper 96
Kleefstra over Opvoeding 89-92 171-183, 397-408
Klucht van Mr. Gerrit 371
kluchtspel (aktualiteit van 't XVIIde eeuws -) 371
Kneppelhout, Studenteleven 558
Kok, Van dichters en schrijvers 511
Kosters Teeuwis de boer 48
krietiek van Gymnasium en ander onderwijs als zonder iedeale strekking 447-450
krietiek van het huidige Litteratuuronderwijs 449-550
krietiek van het echte kunstwerk 38
kritici (Kloos over de -) van métier 366
kunst (Israëls over het schone en de -) 416
kunst is zuiver persoonlik 281
kunst (Leo Tolstoi, Wat is -)? 240
kunst (Emants over -) en kunstbeoordeling 38
kunst en oprechtheid 128
kunstbeoordeling (Hondius v.d. Broek over ‘objektiviteit’ in -) 282
kunstkrietiek (tweeërlei -) 418
kunsttaal (de -) van de XVIde en XVIIde eeuwse Rederijkers 202
 
Lager Onderwijs (krietiek van 't -) 171-174
Langendijk, Wederzijds huwelijksbedrog, door te Winkel 501-502
Langendijk: bron 501
Langendijk: als repertoire-stuk 502
Ledegancks Zustersteden, door Torf 463
leesboek ('t -) van nu 262
leesboeken (nieuwe -) voor de volksschool 380-382
leesles (een -) 263-265, 329-331
leesonderwijs (Dr. B. over -) 123-125
Leeuwendalers 348-350, 442
lektuur (ouwerwetse moraal in de school -) 107
leren: laat ze 't nodigste goed leren en 't andere zal hun toegeworpen worden 265
lesregelingen 182
lezen (hoe, artisticiteit in 't -) te brengen 124-125
lezen leren en gedachtenuiting 263
lied (het wezenlik onderscheid van volks- en kunst -) 496
lied (het historiese -) gekarakteriezeerd als ‘publieke opinie’ 555
lied van Geraert van Velzen: 't Deense lied van Marsti: en het Nederduitse Sibichelied 266
lied: Scheurleer, Ecclesiasticus van Fruytiers uitgeg. 45
lied: Scheurleer Die Souterliedekens 95
lied: Die anfänge des Deutschen Minnesanges 45
liedeboek ('t -) van 't Nut, de grote en de kleine ediesie 129-134
Liedeboek (over Coers' Nederl. -) 512, 129-134

[pagina XXV]
[p. XXV]

Bladz.
liederen (de Geestelike -) van de Bibliothéque Nationale, uitgeg. d. Lecoutere 336
liederen (moeielikheid, van de melodie van -) te vinden 456
liedjes op Jan Klaesz 63
Ligthart en Scheepstra, De Wereld in 334
litteratuur die geen litteratuur is 282
litteratuur (eis te stellen aan een Gedichtboek uit onze moderne -) 285
litteratuur (de gang van onze moderne -) 285
litteratuur (historie der Hollandse -) sinds 1880 144
Litteratuurgeschiedenis (metode van -) 549-552
litteratuurgeschiedenissen die kerkhoven zijn 282
litteratuurhistorie (pedagogiese waarde van -) 516, 517
litteratuuronderwijs (Is -) in school mogelik? 449-450, 514
litteratuuronderwijs (Het -) in het tegenwoordige sisteem van M.O. en op het eindeksamen 513-524
litteratuuronderwijs: ekonomiese posiesie van de talen in dit sisteem 513-515
litteratuuronderwijs: noodzakelikheid van beperking 515-516
litteratuuronderwijs: de anarchie in ons Litteratuuronderwijs 519
litteratuuronderwijs: de Litteratuurgeschiedenis voor een goed onderwijs een slechte leerstof 516-517
litteratuuronderwijs: alleen maar de litteratuur van af ± 1835. 517-518
litteratuuronderwijs: eksperimenteren 520
litteratuuronderwijs: een repertorium samentestellen 520
litteratuuronderwijs: vereniging van Taalleraren 521
litteratuuronderwijs: het laatst van de XVIIIde eeuw te behandelen 523
Litteratuuronderwijs: het vijftal voorstellen 523-524
lyriek in proza 504
lyriek (volks- en kunst -): John Meier 496
 
Maerlants Spieghel Historiael 317-328
Maerlants: z'n middeleeuwse historiografie. 319-323, 326
Maerlants: z'n religieuse afkeer van de fiksie 319-320
Maerlants: Karel de Grote 323-326
Maerlants: heiligenverering 327-328
Marie Boddaert Serena 42
Marie Boddaert haar talent 284
Meerkerk, Een boek met verzen 378-380
meester Gerrit, de Haerlemmer beul 370
metoden van moedertaalonderwijs in de L.S. 337-338, 380-382
Middelbaar (Krietiek van 't -) onderwijs 182, 174-177
Middeleeuwen ('t heiligenleven in de -) 425, 434, 436
Middeleeuwen (heiligen en ridders in de historiese iedee van de -) 338-390
Middeleeuwen: Boendales Lekenspiegel d. Koopmans 512
Middeleeuwen: Dr. Visser, Hendrik Mande 463
middeleeuwse Geschiedbeschrijving 317-323
middeleeuwse (het dode punt in de -) historiografie 321-322
middeleeuwse (de -) encyclopedie 322
middeleeuwse versbouw: de octosyllaben van Sinte Lutgart 547-548
middeleeuwse liederen uitgeg. door Lecoutere 336
middeleeuwse interpunksie 482
middelnederduitse handschriften in Nederland 332

[pagina XXVI]
[p. XXVI]

Bladz.
middelnederlands (de rijmen in 't -) 418
middelnederlands ('t enjambement in 't -) 418
middelnederlands: nalezing op Oudemans van Molenaer 240
middelnederlanse (Plomp, De -) bewerking van de VII Vroeden door Botermans 497-501
Multatuli's Woutertje Pieterse 404
muziek (de toneel -) in de XVIIe eeuw 447
muziekinstrumenten in de XVIIe eeuw 446-449
mystiek (hedendaagse -) 338, 339 340-356
mythologie (over de Noordse -) 140
 
Naieve ('t -) niet populair 34
nasjonaal (opwakkering van ons -) zelfgevoel 130
nasjonaal (een -) belang 518
Nederlands (fraai -) in Gymnasiale leesboeken 10
Nederlands (staaltjes van auteurs -) 4-11
Nellie van Kol, Kinderlektuur 508
 
‘Objektief’ (verschil van wetenschappelik en artistiek -) 281, 282
oktosyllaben (de -) in onze Middeleeuwse poëzie 547-548
onderwijs (de rezultaten van 't vigerende -) in 't Nederlands 1-4
onderwijs (het nederlands taal -) niet als hulpvak van 't vreemde talen-leren. 478
onderwijs (kenteringon in het Lager -) 36-39
onderwijs (over lees -) 262-263 123-125, 329-331
onderwijs (de Camera Obscura in 't -) 34
onderwijs krietiek van 't middelbaar -) 174-176
onderwijs (de volkstümliche Litteratuur en het -) 518, 522
onderwijs in Litteratuur als kunst mogelik? 449-450, 514
onderwijs (het Taal -) van Ida Heijermans; zie i.v. Taalonderwijs 97-118
onderwijs (waardeverschil voor 't -) van de historiese en de levende ‘grammatiese figuren’. 484
onderwijs: arbeidsvermogen van kinderen in verband met schooltijd en schooltaak 365-366
‘opstel’ (betekenis van 't -) in 't onderwijs. 39
‘opstel’ (alleen in slecht onderwijs is 't -) onmogelik 39
‘opstel’ (het -) in de tegenwoordige tijd 409-410
opvoeding: (denkbeelden over -) uit Kleefstra's Brinioschool te Hilversum 89-92 171-183, 397-408
opvoeding: eerste tijdperk van 't kind 171-173
opvoeding: fröbelschool en Lager 171-173
opvoeding: ons L.O. voorbarig 172
opvoeding: twede tijdperk 93
opvoeding: de te scheppen nieuwe scholen 174
opvoeding: derde tijdperk 174
opvoeding: eenzijdige en voorbarige verstandsontwikkeling 174-175
opvoeding: wat moeten we willen bereiken met ons kind? 176
opvoeding: wilskracht en energie op te wekken 177-179
opvoeding: betekenis van spel en handenarbeid 178-181
opvoeding: lessenregeling en repetiesies, etc. 182-183

[pagina XXVII]
[p. XXVII]

Bladz.
opvoeding: wandelen gaan en geen les 183
opvoeding: moreel voeden wij op zoals vroeger de zuigelingen lichamelik: ‘in 't pak’ 397-400
opvoeding: de huiselike opvoeding in Nederland 401
opvoeding: Engelse jongens en Hollandse 401-402
opvoeding: Hollandse spokenvrees 403
opvoeding: de fouten van ons opvoeden 404
opvoeding: hoe het kind thuis voor de school op te voeden 405-408
opvoeding: geen onderwijshervorming zonder een andere opvoeding 408
opvoeding (geschriften over -) en onderwijs 423
opvoeding: 't Boek der ouders v.K. Oppel 404
opvoeding: Education de la Volonté van Ribot 396
opvoeding: en suggestie 559
opvoeding: (de -) overeenkomstig de nieuwere psychologie 395-396
pedagogie (leerzame -) 371
pedagogie (nieuwe -) 89-92 171-183, 397-448, 555
Penning en Potgieter 285
Pic-nic (Een -) in Proza van Dr. B., 2e dr. 400
poëet (Koopmans over de -) 147
poëzie (onechte -) 42
poëzie (voorbeelden van echte -) en imitasie 282
poëzie (Koopmans over tendens -) 146
poëzie (Kloos over -) 72
poëzie (Pol de Mont, Proza en -) uit Zuid- en Noord-Nederl. schrijvers 45
poëzielezerij: Meerkerk 378
Potgieter over Hooft 163-164
Potgieter (allitterasie bij -) 159-164
Potgieter's Florence 159-164, 391-395
Potgieter's Aan New-York 73-87
prozalyriek 504
psychologie (moderne -) en moderne opvoeding 396
psychologiese doktoren 400, 404
publiek (het -) van nu onderwerpt zich graag aan gezag: N.B. dit Publiek 199
punktuasie (noch altijd onjuiste opvatting van de -) en het onderwijs daarin 106
 
Rederijkers (de Kunsttaal van de XVIe en XVIIe eeuwse -) 202
Reinaerts ‘vuyergat’ 48
Reinaert (de Nieuw-Griekse -): formasie 408
Renaissance (het epos, het ideaal van de -) 170
Renaissance (de middeleeuwen zich voortzettende in de -) 433
retoriek (onze nieuwe dichter -) 285
retoriek (de -) bij Bilderdijk 338
retoriek bij van Eeden: Verwey 337, 338
Ribot, Payot, Lévy en de opvoeding 396
rijm in 't middelnederlands 417-418
Robinson in de tegenwoordige opvoeding 380-382
Roemer Visscher's Zinnebeelden 335
Rolandslied: Stilistische untersuchungen 240
Romans in proza van Ten Brink 461
 
Schaepman, Verzamelde Dichtwerken 422
school (Kleefstra's Brinio -) te Hilversum en de te scheppen overgangsschool 177
school (wat de -) geven moet, en niet geeft 178-181

[pagina XXVIII]
[p. XXVIII]

Bladz.
school (de -): de aarde waarin alle planten wortelen en voedsel vinden 117
school ('t studieveld van de opvoeder ligt buiten de -) 181-182
schoolgrammatika (de ouwerwetse -) verderfelik 478-479
schoolgrammatika (een hoofdstukje nieuwe -) 479-480
schoolgaan (nadelen van 't vroege -) 172
schrijftaal (de -) de kluister van de volksziel 35-39
schrijven (dat we met ons -) op de goede weg zijn 410
schrijven ('t -) ook bij de artisten wordt gewoner 410
schrijven ('t gewone-mensen en 't artisten -) vroeger en nu 409-410
schrijven (de kunst van 't -) in de Lagere School 377-378
schrijven (Ida Heyermans over 't leren -) 111-113
schrijven (nòg iemand die anderen de kunst van 't -) wil leren 383
Seven (de -) vroeden van Rome, van Plomp: Botermans 286
Sinte Lutgarts Leven: de dichtvorm 511
Sittenlehre (menschl.-natürliche -) für Eltern, von Döring 554
Slöjdonderwijs (betekenis van 't-) in de opvoeding 178-180
slöjdonderwijs (fouten van 't -) 179
Souterliedekens (de -) 95
spel (betekenis van 't -) in de opvoeding 178-179
spelling (de vereenvoudigde -) in de L.S 265
spelling -vereenvoudiging een volksbelang 39
Spiegel-Historiaal (de -) v. Utenbroek 385-390
Spiegel-Historiaal (de -) gekarakteriezeerd 317-328
Splettstösser, der heimkehrende Gatte in der weltlitteratur 549-552
spreekonderwijs 107-109
Starter: een onbekend lied van hem 367-371
Starters kenspreuken 367
‘stellen’: wat dat moet zijn 39
‘stijlleer’ (verkeerde ouwerwetse-) 267-268
 
Taal (de -) in 't huidige L.O. 36-39
Taal (wat op school -) zijn moet 261-265
Taal (lèèrt men iemand z'n -)? 262
Taal (Van Deyssel en de gesproken -) 410
Taal (Van Deventer en ‘onze’ -) 47
Taal (de -) van de XVIe en XVIIe eeuwse rederijkers 202
taalboeken (fraseologie in zogenaamde -) 267
taal-knoeiende artisten 509
taalleraren (onze klassieke -) 449, 45
taalkwestie (de -) in het L.O. 35-39
taalonderwijs (Ida Heijermans' -) 97-118
taalonderwijs: haar eerste periode 97-99
taalonderwijs: haar bekering: (N.B. halfweg) 99-101
taalonderwijs: prinsiepes van nieuw onderwijs 101
taalonderwijs: opvatting van grammatica- en spelonderw. in voortgez. L.O. 102-106
taalonderwijs: spreken 107-109
taalonderwijs: het leren schrijven 110-113
taalonderwijs: de stof van 't schrijven 110-111
taalonderwijs de proef op de som 112-113
taalonderwijs: het lezen 114-117

[pagina XXIX]
[p. XXIX]

Bladz.
taalonderwijs ‘van de klank uit’ 481-484
taalonderwijs (de slechtheid van onze school komt het meest uit in ons -) 262
taalonderwijs (de opvolging in 't toekomstige -) 263
taalonderwijs en zaakonderwijs 37
taalopvatting (onze moderne -): waar 't onderwijs zich in te vinden heeft 261-265
talen (Baints, de Opleiding der leeraren in de -). 287
talent zonder zelfheid een verderfelike gave 283
tendenspoëzie 146-147
Tijl Uilenspiegel: betekenis van het tiepe 169-170
Tooneel en Maatschappij: v. Herm. Heijermans 335
tragedie (krietiek van de Aristoteliese peripetie der -) 372
‘tropen en figuren’ (de klassiesistiese -) 221
 
Uildriks, Voor de Jongelui 382
Uildriks, Een dertigtal 383
Utenbroeke's Spiegel Historiael 385-390
 
Van der Noot's Leven en werken: Proefschr. van A. Vermeylen 511
Van der Noot's en Houwaert 118
Van der Noot's en het epos 170
Van Deyssel, Een liefde 507
Van Eeden, Ellen 337-360
Van Eeden, Ellen: Verweys krietiek 337-338, 485-496
Van Eeden, Ellen: een andere mening 339
Van Eeden, Ellen: v. Deyssels mening 339
Van Eeden, Ellen: analyse en weergeving 340-356
Van Eeden, Ellen: de hoofdgedachte 256-260
Van Eeden, Ellen: de Finesse 485-496
Van Eeden: Bloemlezing uit zijn werken 191
Van Hall, Dichters van dezen tijd 281-285
Van Lennep en Cie., Vermakelijke vaderlandsche Geschiedenis 464, 506
Van Logchem, van Nouhuys en Couperus als imitators 282-284
Van Looy's Proza 332
Van Moerkerkens ‘Het Nederl. Kluchtspel’: Repliek tegen Stoetts Recensie 230-237
Veelderhande Geneuchlycke Dichten, Tafelspelen en Refereynen 420
verhaal en verhaalmotief: de terugkerende echtgenoot 449
verhaal en verhaalmotief: Gang nach dem Eisenhammer in 't Mnl. 555
verhaal en verhaalmotief: Apollonius aus Tyrus 559
versbouw van Sinte Lutgarts Leven 547-548
Vlaamse (Geschiedenis der -) Letterkunde v. Coopmans en Scharpé 511
volk (ons -) leert z'n spreken af op school 35-39
volk (Den Hertog's mening, dat te leren schrijven, buiten de school en het -) is 36
volksboek van Tijl Uilenspiegel: facsimile-uitgaaf 45
volkskunde (over Duitse -) 315-316
Volkslied en Kunstlied (Johan Meier over -) 496
volkslitteratuur (XVIe eeuwse -) 420
volksschool (goed onderwijs in 't leren schrijven een eerste belang voor de -) 35-39
volksschool (onvoldoendheid van de -) 35-39
volkstümliche (de -) litteratuur en de jeugd 518, 522

[pagina XXX]
[p. XXX]

Bladz.
Vondels Leeuwendalers tendensieus bevooroordeeld tegen de Noordzij? 360-365, 503
Vondels: bron? 504
Vondels: herdrukt 463, 503-504
Vondels Olijftack: Keulen en het wapen van de stad 435
Vondels Otter in 't Bolwerk 371
Vondels Rommelpot: Sinte Stevens Reuzen 547
Vondels Heiligenlevens 425-441
Vondels Heiligenlevens: betekenis der Martelaren 425-426
Vondels Heiligenlevens: Vondel een middeleeuwer 433-434
Vondels Heiligenlevens: Peter en Pauwels 427-433
Vondels Heiligenlevens: De Maeghden 434-437
Vondels Heiligenlevens: Maria Stuart 438-441
Vondels Konstantijn-epos fragmentaries geinterpoleerd in zijn drama's? 426
Vondel (Woordenboek op -) in M.S. [van wijlen Moltzer] 206
Vondel een aristokratenvereerder? 503
Vondel in zijn kunst een Vlaming 127-128
Vondel en Rubens 128
Vondel geeft kennis voor kunst 426 436-437
Voorstellen tot een andere regeling van 't Litteratuuronderwijs 523
 
Was over van Deventer die hoezeer kassikus geen ‘klassikus’ is 47
welluidendheid en eenlettergrepigheid 443
Wieder, van Haren's Geuzen 44
Winkler Prins en Goethe. 524-525
woord en -ritme ('t echte en 't onechte dichter -) 282-285
woord ('t biezondere -) altijd voor 't algemene te gebruiken (oud stijlbegrip)? 267-268
 
Zeventiende-eeuwse toneelmuziek 446
Zeventiende-eeuwse (aktualiteit van 't -) kluchtspel 371
zinnebeelden: A.P.C. de Vries, Emblemata 335
Zwolse Herdrukken 501, 503


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken