Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Onze Taal. Jaargang 37 (1968)

Informatie terzijde

Titelpagina van Onze Taal. Jaargang 37
Afbeelding van Onze Taal. Jaargang 37Toon afbeelding van titelpagina van Onze Taal. Jaargang 37

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.78 MB)

Scans (8.41 MB)

ebook (3.22 MB)

XML (0.34 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Onze Taal. Jaargang 37

(1968)– [tijdschrift] Onze Taal–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Omschrijven?

In technische kringen is onenigheid ontstaan over de vraag of afleidingen van het type ‘dikwandig’ als behoorlijk Nederlands beschouwd kunnen worden. De tegenstanders beroepen zich op het onomstotelijke feit dat de samenstelling ‘dikwand’ onjuist is, zodat de afleiding ervan met -ig verworpen moet worden. De voorstanders wijzen op het ongemakkelijke van de omschrijving: een dikwandige buis moet dan telkens worden ‘buis met dikke wand’.

Het achtervoegsel -ig is zonder twijfel goed Nederlands. De algemene betekenis is: datgene hebbend wat in het grondwoord wordt uitgedrukt. Oorspronkelijk kwam het alleen voor bij zelfstandige naamwoorden: heuvelig, moerassig, pittig, wazig, moedig, machtig, nuttig. Het heeft een grote uitbreiding gekregen zowel in betekenis als in mogelijkheid van plaatsing: men vergelijke: levendig, enig, dromerig, nietig, begerig, gelovig. Let ook eens op het verschil tussen goed-goedig, lief-lievig, zoet-zoetig. Tot zover is de vorming ‘dikwandig’ in het systeem op haar plaats, maar - zo luidt immers het bezwaar - een ‘dikwand’ is verkeerd! Bij oudere woorden kan men erop wijzen dat het grondwoord zelfs geheel verloren gegaan is: behendig, wispelturig, nieuwsgierig en - een van de fraaiste Nederlandse woorden - deftig. Ter verklaring en ter bescherming van ‘dikwandig’ willen wij daarom wijzen op de mogelijkheid van het Nederlands om bijvoeglijke naamwoorden op te maken die bestaan uit 1o onverbogen bijvoeglijk naamwoord of telwoord, 2o zelfstandig naamwoord, 3o achtervoegsel -ig. Ze duiden het bezit van het genoemde aan. U kunt een lange lijst van dit type aanleggen: tweedelig, vrijzinnig, zwartharig, dikbuikig, vrijmoedig, gelijknamig, gelijksoortig, eenzijdig, hardhandig. Tweedeel, vrijzin, zwarthaar, dikbuik, vrijmoed, gelijknaam, gelijksoort, eenzijde, hardhand bestaan ook niet, maar de bijvoeglijke naamwoorden op -ig ermee zijn in orde.

 

Nog een kort woord over de kwestie ‘omschrijving’. Natuurlijk moet men een omschrijving nemen als het woord beslist verkeerd Nederlands is. Maar dat neemt het feit niet weg dat de technische taal aan een direct typerend woord de voorkeur geeft boven een lastige omschrijving. We moeten op dat punt ook wat soepel zijn. Verandert u maar eens telkens ‘spiegelgezaagd’ in ‘in de richting der mergstralen gezaagd’!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken