Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Onze Taal. Jaargang 37 (1968)

Informatie terzijde

Titelpagina van Onze Taal. Jaargang 37
Afbeelding van Onze Taal. Jaargang 37Toon afbeelding van titelpagina van Onze Taal. Jaargang 37

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.78 MB)

Scans (8.41 MB)

ebook (3.22 MB)

XML (0.34 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Onze Taal. Jaargang 37

(1968)– [tijdschrift] Onze Taal–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Het bepaalde

Wat moet het zijn: het bepaalde in artikel zoveel of het in artikel zoveel bepaalde? Wat is het ‘enig juiste’?

Het enig juiste in een taal kan men lang niet altijd geven. Maar we willen u niet met dit praatkluitje in het riet sturen en geven u vrijblijvend ons advies, opdat u het zo vurig begeerde enig juiste kunt vinden. ‘Het bepaalde’ is goed. Een verleden deelwoord kan gemakkelijk als zelfstandig naamwoord optreden: de gewonde, de gevangene, de gedode, de beklaagde, de verdachte, het gehoorde, het geziene, het gevraagde,

[pagina 27]
[p. 27]

het gevondene. De moeilijkheid is de plaats van ‘in artikel zoveel’.

Nu staat in onze taal de zg. attributieve bijvoeglijke bepaling vóór het zelfstandig naamwoord, behalve als die bestaat uit een voorzetselbepaling of een woord dat in dezelfde vorm ook als bijwoord optreedt, of eenvoudiger gezegd: het is: het mooie huis, de nieuwe straat, máár: het huis daar en de straat naar het plein. Een eigenaardigheid is dat men een heel enkele keer wel om een of andere reden, bijvoorbeeld uit een litterair motief, het bijvoeglijk naamwoord er achter kan zetten: de regen, zacht en mild, verfriste ons, maar dat men nooit ter wille van expressiviteit de andere bijvoeglijke bepalingen ervoor kan zetten, dus nooit: het daar huis, de naar het plein straat.

 

De vormen met het deelwoord (het gehoorde, het bepaalde, de gewonde, de beklaagde) hebben een tweeledig karakter: ze hebben iets van een werkwoord en iets van een zelfstandig naamwoord, m.a.w. de voorzetselbepalingen kunnen er ook voor: ‘wat in artikel zoveel bepaald is’ wordt ‘het in artikel zoveel bepaalde’. Daarnaast is de mogelijkheid de constructie van het-huis-op-de-hoek toe te passen, dus: het bepaalde in artikel zoveel. Van ‘enig juiste’ kan er met de beste wil van de wereld niet gesproken worden. Alleen kan men beweren dat een korte bepaling meestal ervóór komt: ‘het gehoorde daar’ klinkt onnatuurlijk tegenover ‘het daar gehoorde’. Wordt de bepaling langer en daarmee de afstand tussen lidwoord en zelfstandig naamwoord vrij groot, dan kiest men de plaatsing erachter of men maakt een andere constructie: ‘het in Leiden gehoorde’ gaat nog, maar ‘het tijdens de feestdagen van het vorige jaar in Leiden door zovele congressisten gehoorde’ moge formeel juist zijn, lelijk blijft het. De plaatsing erachter maakt de woordgroep niet mooier.

 

De vraag roept eigenlijk om een uitgebreid artikel. Wij wijzen nog even op twee verschijnselen bij deze constructie. Een bepaling met ‘door’ die de handelende persoon aanduidt, gaat slechts ervoor daar juist door deze bepaling het werkwoordelijke karakter de nadruk krijgt, m.a.w. ‘het gekochte in de Bijenkorf viel tegen’ is goed, maar ‘het gekochte door de man viel tegen’ is onmogelijk. Het moet zijn ‘het door de man gekochte’.

 

En tenslotte: hoe minder werkwoordelijk, des te minder ervoor. Vooral de groep met ‘de’ namen voor personen, staat verder af van het werkwoordsidee. ‘De op de bank beklaagde, de in Scheveningen gevangene’ is onmogelijk, of het moest zijn dat u iemand bedoelde die op de bank beklaagd wordt. ‘Het op straat gevondene’ is goed, maar als het werkwoordelijke karakter totaal verdwenen is, kan men de plaatsing ervoor niet meer aanvaarden, bijv.: het op bladzijde 20 gegeven, het op mijn bord gehakt. Een ‘in de pan gehakte’ is wat anders. Dat ‘andere’ moet u zelf nog eens zoeken in: de in Waterloo gewonde - de gewonde in Waterloo, het in Amsterdam gekochte - het gekochte in Amsterdam. Dan staat misschien dit veel te lange en saaie verhaal weer op losse schroeven.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken