Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Onze Taal. Jaargang 57 (1988)

Informatie terzijde

Titelpagina van Onze Taal. Jaargang 57
Afbeelding van Onze Taal. Jaargang 57Toon afbeelding van titelpagina van Onze Taal. Jaargang 57

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.21 MB)

Scans (39.84 MB)

ebook (4.41 MB)

XML (1.20 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Onze Taal. Jaargang 57

(1988)– [tijdschrift] Onze Taal–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 24]
[p. 24]

[Korte berichten]

□ □ □ □ □ □ □ □

PCUdB

■ M.M. Zwitser uit Vierhouten vraagt ‘iemand van u’, in casu iemand van dit blad dus, zijn licht te laten schijnen over de betekenis van het woord reëel in een kranteknipsel uit de NRC van 1 september jongstleden. ■ De gewraakte zin in het kranteknipsel luidt als volgt: Misschien zou er meer diepgaand gecontroleerd moeten zijn, maar dat zou destijds niet erg reëel zijn geweest. ■ Goed, of iemand van ons daar maar even het licht over wil laten schijnen. ■ De meest reëele benadering is wellicht in dezen het woord verhullend of schijnheilig te laten vallen. Dat suggereert de geachte bijdrager zelf. ■ Maar zou het ook niet kunnen zijn dat het woord in kwestie hier de betekenis van realiteitszin getuigend heeft? De Hedendaagse Van Dale althans keurt dit taalgebruik niet af. ■ Een logisch vervolg op de voorafgaande retorische vraag is, of het ooit van werkelijkheidszin getuigt om niet al te hevig te controleren. ■ Maar dan gaat het taalprobleem ethische vormen aannemen. ■ Aldus hul ik het vraagstuk van M.M. Zwitser weer in passend duister, en zwaai ik mijn licht naar gene zijde. ■ Mevrouw L.G. de Graaf uit Oegstgeest constateert na een opmerking over tig en een uithaal naar de streepjesziekte in het journaal voor doven en hardhorenden een nieuw gebrek in dit zachte medium: accenttekens en trema's ontbreken er in de tekst, en sinds Mozambique tot Moçambique werd omgedoopt, moet de slechter ter ore medemens het met Mocambique doen. ■ Dit leidt weer tot het vermoeden dat het heel goed mogelijk is dat op niet al te lange termijn wegens de zegeningen van het op Amerikaanse leest geschoeide tekstverwerkingswezen ons alfabet wordt gereduceerd tot het no-nonsense-abc van het opleidingsinstituut dat vroeger kleuterschool heette. ■ Meer licht over taal. J. van Tright uit Best vraagt een advertentie in het Algemeen Dagblad te analyseren, waarin drie zinnen voorkomen met een wat curieuze logica. Een van die zinnen ten voorbeeld: De man die in zo'n auto stapt, is niet meer dezelfde die uitstapt. ■ Commentaar van Van Tright: het lijkt alsof iemand met terugwerkende kracht kan veranderen. Nu schrik ik, zoals aan het begin van dit schrijven u al duidelijk moet zijn geworden, van een beetje surrealisme niet terug; en als er alleen dat stond wat Van Tright vreest, dan zou ik zeggen, alla, in menig literair hoogstaand werk staan ook dingen die boven de huis-tuin-en-keukenlogica uitstijgen, en dat is juist het literaire ervan, dus waarom zou dit niet mogen? Maar er staat iets wat mijn verbeeldingskracht te enen male en definitief duizelingwekkend overstijgt: vlak voordat het individu instapte was hij nog voorbestemd om als dezelfde man weer uit te stappen, maar deze lotsbeschikking is bij zijn intrede in het spiksplinternieuwe automobiel om mysterieuze redenen gewijzigd. Dit is òf superliteratuur òf nonsens. ■ En in geen geval reclame voor het gepropageerde vehikel. ■ Nu is er ook nog wat binnengekomen post aangaande het al dan niet abusievelijk vermelden van lidwoorden voor (afkortingen van) eigennamen. ■ De V&D en zo, u weet wel. ■ Eén lezer zegt dat juist het weglaten waar het plaatsen verplicht is, hem opvalt: ik vlieg met KLM. Een ander vindt dat je soms wel de V&D mag zeggen: de V&D in de Bilderdijkstraat ter onderscheiding van de V&D in de Kalverstraat. Dat is natuurlijk wel zo, maar het probleem is of we het goed moeten keuren als de V&D in niet-onderscheidende zin wordt gebruikt. ■ Het interessantste vind ik de observatie van mr. J.W. Scheffer uit Rijswijk. Hij constateert dat men naar de Elzas, de Provence, maar naar Bretagne en Normandië gaat. ■ Inderdaad vreemd, maar Nederland heeft ook dergelijke inconsequenties: we spreken van de Veluwe, de Betuwe, de Peel, de Kempen, maar ook van Twente. ■ Naar mijn gevoel gaat het bij gebieden die met een lidwoord worden aangeduid om landstreken met een iets vagere begrenzing. Helemaal hard kan ik dat niet maken, evenwel. ■ Een kop uit de Volkskrant naar aanleiding van het recente Braziliaanse nucleaire schandaal: Rellen bij begrafenis door besmetting doden. ■ Zou u na tien jaar nog weten wat hiermee bedoeld zou kunnen zijn?


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken