Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Onze Taal. Jaargang 58 (1989)

Informatie terzijde

Titelpagina van Onze Taal. Jaargang 58
Afbeelding van Onze Taal. Jaargang 58Toon afbeelding van titelpagina van Onze Taal. Jaargang 58

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.60 MB)

Scans (61.76 MB)

ebook (6.38 MB)

XML (1.29 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Onze Taal. Jaargang 58

(1989)– [tijdschrift] Onze Taal–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Reacties

Hebt u u vergist?
P.R. Blom - Haarlem

Op uw artikel ‘U heeft of u hebt’ in de rubriek ‘Vraag en antwoord’, op blz. 168 van het novembernummer, geef ik graag een reactie.

In het Nederlands zijn er heden zes werkwoorden waarbij de derde persoon afwijkt van de tweede persoon. Deze werkwoorden zijn: zijn, hebben, kunnen, mogen, willen, zullen. Deze zes werkwoorden leveren de volgende dubbelvormen bij u op: u is/bent, u heeft/hebt, u kan/kunt, u mag/moogt, u zal/zult, u wil/wilt. De vorm u moogt is in onbruik geraakt. De vorm u is wordt kennelijk ook als minder juist gezien.

 

Het bovenstaande heeft een interessante consequentie. Als een en ander juist is, is het heel leuk naar het reflexieve gebruik van deze werkwoorden te kijken. Goed is dan u heeft zich vergist en ook u hebt u vergist. Wendingen als u heeft u vergist en ook u hebt zich vergist zijn dan feitelijk fout.

Spelling: van chaos naar eenheid?
R.J.N.M. Sistermans - chef Correspondentie, Rozendaal

De heer P. Bierman beklimt op blz. 165 van het novembernummer wat oude stokpaardjes van de Vereniging voor Wetenschappelijke (?) Spelling. Hoewel ik geen tegenstander ben van aanpassingen in de spelling van de Nederlandse taal, zou ik kanttekeningen willen maken bij enkele uitgangspunten die de VWS hanteert. Haar spellingtheorie is volledig gericht op de schrijver. Maar schrijven doe je toch meestal voor een lezer, dus zó dat je lees/gespreks-partner je vlot begrijpt? Schotel hem dan niet allerlei, voor hem misschien ongebruikelijke spellingvarianten voor, want dat bevordert bepaald niet zijn concentratie (dus: vlot begrip). Van de schrijftaal is dan een gebrekkig communicatiemiddel gemaakt.

 

Het schrijfverkeer zou zo veel eenvou-

[pagina 5]
[p. 5]

diger kunnen. Zeker niet volgens het ‘alles-mag-principe’, maar volgens duidelijke afspraken, net als in het weg- of vliegverkeer. Dat is naar mijn overtuiging de enige en snelste manier om de spellingchaos te lijf te gaan. Niks voorkeurspelling, maar één consequent onderwezen spelling! Als basis kan de Woordenlijst van 1954 (Groene Boekje) dienen, en dan zonder de toevoegingen ‘ook’ en ‘zie ook’. Schrijf je niet volgens de woordenlijst, dan is dat jouw zaak, maar het is dan wel fout. En ben je de juiste spelwijze van een woord even kwijt, dan zoek je die gewoon op; heel simpel, en net als in de landen om ons heen.

Een spelling zoals de VWS die propageert, zie ik als een fijn middel voor mensen met ‘vlinders in hun buik of hoofd’. Plezierig om af en toe te zien; gun hun vooral die vrijheid. Maar ga die vlinders niet aan elke landgenoot opdringen; de aardigheid gaat er dan immers ook van af.

Wil schrijftaal nog enigszins als communicatiemiddel functioneren, dan zijn ook voor de VWS-spelling natuurlijk afspraken nodig. Ik vrees dat die veel ingewikkelder zullen zijn dan de huidige. Erger nog, ze zullen nog weer andere regels uitlokken, namelijk over de juiste uitspraak! Hoe zeggen we bijvoorbeeld milieu, politie, ik wor(d) niet goed, architect? En wat te doen met die afschuwelijke randstad-r? Schrijft minister Smit-Kroes voortaan drieëndejtig, vooj, vejkeej? Extra regels dus (waar de VWS juist zo tegen gekant is).

 

Zelf pleit ik dus vurig voor één spelling. Maken we ook geen afspraken over een uniforme schrijfwijze van buitenlandse aardrijkskundige namen en sloven we ons niet uit om andere talen correct te schrijven? Ja, maar intussen rommelen we met ons eigen Nederlands maar wat aan; en de overheid doet daar nog naar hartelust aan mee ook (neem o.a. de Postbus-51-mededelingen op tv). Vindt u het met mij geen waanzin dat je op een advertentiepagina van je dagblad allerlei schrijfwijzen voor één woord aantreft? De VWS is bezig met een uiterst riskante zaak die generaties lang een uiterst vervelende nasleep kan hebben, in de vorm van een nog veel grotere spellingchaos. Daar lijkt me niemand mee gebaat.

 

Tot slot een verwijt. Evenals in het septembernummer insinueert de heer Bierman van de VWS bij herhaling dat alle tegenstanders van de VWS-spelling gedreven zijn door starheid en watervrees. Hij verwijst dan naar voorbeelden uit het verleden: tegenstanders van vrouwenpantalons, de trein, lang haar bij mannen. Ik denk dat hij daarmee een gevoelige plek probeert te raken, als andere argumenten niet overtuigen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken