Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Onze Taal. Jaargang 58 (1989)

Informatie terzijde

Titelpagina van Onze Taal. Jaargang 58
Afbeelding van Onze Taal. Jaargang 58Toon afbeelding van titelpagina van Onze Taal. Jaargang 58

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.60 MB)

Scans (61.76 MB)

ebook (6.38 MB)

XML (1.29 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Onze Taal. Jaargang 58

(1989)– [tijdschrift] Onze Taal–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 116]
[p. 116]

Reacties

Op Spangen in de put
P. Louwerse - Capelle aan den IJssel

In de rubriek ‘De toren van Babel’, in Onze Taal van april 1989, beschrijft H. Heestermans hoe hij na zijn verhuizing naar Leiden moest leren dat men spreekt van op Katwijk en niet van in Katwijk. Hij verklaart dit verschil tussen op en in door zich te beroepen op J. Molemans die, kortweg, stelt dat op wordt gebruikt voor iets wat hoog of afgezonderd ligt. Het voorzetsel in geeft volgens deze theorie aan dat we te maken hebben met een begrensd gebied (op Halsteren versus in Bergen op Zoom). ‘Het klopt altijd’, verklaart Heestermans stellig.

 

De schrijver had zich beter iets minder stellig kunnen uitdrukken. In de streken waar ik bekend ben, zijn legio voorbeelden te vinden die de theorie falsificeren. De inwoners van Walcheren weten dat iets op Domburg of op Westkapelle gebeurt, maar ze zijn in Aagtekerke geweest. Met een lage, hoge of afgelegen ligging heeft dit niets te maken. Domburg ligt hoog maar het aangrenzende Westkapelle ligt juist heel laag. Aagtekerke, dat eenzaam en afgelegen ligt, krijgt in, terwijl het volgens de theorie op zou moeten krijgen.

Wie een beetje bekend is in Rotterdam kan ook niet met Heestermans' theorie uit de voeten. De Rotterdammer woont op Spangen, op Zuid, op de Kaap (Katendrecht) en in de toekomst ongetwijfeld op de Kop van Zuid. Dat zijn waarlijk geen stadsdelen die opvallend hoog liggen. Spangen ligt zelfs in een put. Het ziet ernaar uit dat geen enkele theorie hier uitkomst kan brengen, of het moest het standpunt zijn dat willekeur vaak het leidende ordeningsprincipe is in de taal.

Hoor de leestekens!
Cissy van Bennekom - actrice, Amsterdam

In ‘Het Lyrisch Lab’ (Onze Taal april 1989, blz. 60) schrijft Pieter Nieuwint dat je leestekens alleen maar kunt zien, niet horen. Dat zou me een saaie deun worden!

Iemand die goed spreekt of voorleest, laat wel degelijk vraag- en uitroeptekens, punten en komma's, ja soms zelfs gedachtenstreepjes horen. Overigens was de spraak er eerder dan het schrift; aan de hand van intonatie en ritme van het gesproken woord zijn de leestekens ontstaan.

Andere speelwoorden
Ir. T. Komor - Wassenaar

Na, of beter, tijdens de lezing van ‘In de winkel van Sinkel’, in het meinummer van Onze Taal, schoten me enkele andere ‘speelwoorden’ te binnen.

Uit de jaren dertig: ‘Vijf heit de klok, Rijnbende's tijd!’ Rijnbende was in die tijd een gerenommeerde destillateur, vooral bekend om zijn jenever. ‘Vijf heit de klok’ was toen (en is nog bij sommige ouderen, zoals ik) een vertrouwde uitnodiging voor de bittertafel.

‘Elke dag één glaasje’ van Bols heeft zijn tegenhanger in Argentinië, waar de letterlijke vertaling ‘Cada día una copita’ overal te lezen en vaak, ook met betrekking tot andere dingen dan jenever, te horen valt.

Philips had in Argentinië ook een goeie: ‘Lámparas Philips (spreek uit “pilis”) ...mejores no hay!’ (Philipslampen... betere zijn er niet!). ‘Mejores no hay’ is vervolgens een speelwoord geworden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken