Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Onze Taal. Jaargang 63 (1994)

Informatie terzijde

Titelpagina van Onze Taal. Jaargang 63
Afbeelding van Onze Taal. Jaargang 63Toon afbeelding van titelpagina van Onze Taal. Jaargang 63

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.92 MB)

Scans (63.47 MB)

ebook (10.09 MB)

XML (1.65 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Onze Taal. Jaargang 63

(1994)– [tijdschrift] Onze Taal–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Het Franse quotum

 
Aj lof joe so
 
Klinkt op de radio
 
Maar thuis zegt iedereen gewoon
 
‘Ik vind je aardig’
 
De diskjockey
 
Die mot dat nie
 
Want die vindt Nederlands
 
in wezen minderwaardig
 
Goed, hij draait er wel eens eentje
 
als het echt niet anders kan
 
Maar dan gauw weer Uu-Bee Veertig
 
en daarna Duran Duran

‘Aj lof joe so’ is een lied van Robert Long dat in 1988 op single werd uitgebracht. Het heeft zowaar de tipparade gehaald, maar dat ironische feit maakt Longs verontwaardiging natuurlijk niet minder terecht. Het Nederlands is in de ether wel extreem ondervertegenwoordigd.

De bewering dat diskjockeys onze taal niet ‘motten’ wordt door Thé Lau als volgt geïllustreerd: ‘Een tijdje geleden stelde de Nieuwe Revu uit

[pagina 166]
[p. 166]

de favorietenlijstjes van allerlei mensen uit de platen- en mediawereld een Top-Honderd Aller Tijden samen. Daarop kwam niet één Nederlandse plaat voor! Dat typeert wel de manier waarop men daar tegen onze taal aankijkt.’

 

Zou de ‘Franse aanpak’ een oplossing zijn? In 1995 wordt in Frankrijk een wet van kracht die bepaalt dat 40% van de radiozendtijd moet worden besteed aan Franse muziek. Patrice Hourbette, muziekattaché van de Franse ambassade, licht desgevraagd toe: ‘De wetgeving komt voort uit bezorgdheid over het eenzijdige contact met de Amerikaanse muziekcultuur, vooral bij de jeugd. Die “Franse muziek” hoeft niet per se Franstalig te zijn, maar moet wel zijn gemaakt door Fransen of inwoners van andere francofone landen in Europa of Afrika.

“Nederlanders hebben een bijna provinciaalse adoratie voor al wat buitenlands is

Het is niet helemaal zeker dat de wet doorgaat; overheid en omroep zijn nog in discussie. Sommige details moeten nog nader worden vastgesteld, bijvoorbeeld of dat percentage per uur dan wel per dag geldt. In het laatste geval zouden de zenders het Engelstalige repertoire op bepaalde uren kunnen concentreren, bijvoorbeeld in de middag en de vooravond.’

We hebben enkele van de geïnterviewden gevraagd om een reactie op dit idee van een ‘quotumregeling’.

 

Philippe Elan: ‘Voor Nederland zou dat misschien ook een goede maatregel zijn. Hier hoor je op de radio heel weinig Nederlands, zodat jonge artiesten nauwelijks een kans krijgen. Maar het kan ook gevaarlijk zijn.’

 

Karin Bloemen: ‘De radio besteedt te weinig aandacht aan het Nederlandse lied. Nummers van mij, zoals het Zuid-Afrikalied, werden op Radio 3 niet gedraaid, omdat men ze te Nederlands vond. Het is moeilijk om repertoire te vinden dat voor radio geschikt is. Maar zien eten doet eten: als er niets gedraaid wordt, weet men niet dat het bestaat. Misschien zou er eens wat meer geprobeerd moeten worden, een house-versie van een Toon Hermans-nummer bijvoorbeeld.’

 

Thé Lau: ‘Dat protectionisme is volslagen idioot. Het heeft nu al geleid tot de ondergang van de Franse popmuziek. Elke zak die een plaat maakt, heeft 50% kans om op de radio te komen. Het is vreselijk wat je daar hoort. In Nederland hebben we de omgekeerde toestand. In de hoek van de Nederrock wordt daar steen en been over geklaagd, want radio en markt beïnvloeden elkaar.

Zelf vind ik dat je de situatie moet accepteren. Men zou hoogstens een tijdje kunnen proberen meer Nederlands uit te zenden, maar als de luistercijfers daardoor zouden kelderen, mag de maatregel wat mij betreft worden teruggedraaid. Wat Nederland wel zou kunnen gebruiken is een speciale rockzender, voor Nederlands- én Engelstalige muziek.’

 

Seth Gaaikema: ‘Ik ben ervoor dat er zo veel mogelijk Nederlands op radio en televisie komt. Er bestaat nog steeds een flauw soort schaamte voor de eigen taal, vooral bij de “mensen-met-smaak”. Ik vind dat verschrikkelijk. Nederlanders hebben een bijna provinciaalse adoratie voor al wat buitenlands is. Het is helemaal niet nodig om meteen maar voor iedere buitenlander te gaan applaudisseren. We moeten er alles aan doen om het Nederlands als zangtaal te verdedigen.’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken