Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Onze Taal. Jaargang 72 (2003)

Informatie terzijde

Titelpagina van Onze Taal. Jaargang 72
Afbeelding van Onze Taal. Jaargang 72Toon afbeelding van titelpagina van Onze Taal. Jaargang 72

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Onze Taal. Jaargang 72

(2003)– [tijdschrift] Onze Taal–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 328]
[p. 328]

Reacties

Voorzetsels
W. Sterenborg - Tilburg

Indrukwekkend is de lijst met voorzetsels in het oktobernummer, bij de bespreking van het proefschrift van dr. Nard Loonen. Of is de kwalificatie grensverleggend misschien beter op haar plaats? Immers, menig woordenboek en ook grammatica's leren ons over nogal wat van Loonens voorzetsels iets anders.

Hoogst merkwaardig vind ik het dat zelfstandige naamwoorden als halte, hartje, station en bestemming ook als voorzetsel bestempeld kunnen worden. Dat houdt in dat telegramstijl leverancier is geworden van nieuwe voorzetsels. Laat men kortheidshalve een voorzetsel weg, dan wordt een volgend zelfstandig naamwoord ‘voorzetsel’ - rij en stoel bijvoorbeeld in een zin als ‘Hij zat (in) rij 12, (op) stoel 6.’

Jammer genoeg is het de onderzoeker niet gelukt een definitie van het begrip ‘voorzetsel’ te produceren. Dientengevolge is het voor de leek moeilijk zijn idee daarover bij te stellen. Als we ons baseren op de simpele formule dat ieder woord ‘voorzetsel’ mag heten dat niet tot een andere woordsoort behoort, althans in ieder specifiek geval, dan zou Loonen tot een kortere lijst zijn gekomen.

Hoe onmogelijk het ook moge lijken, in de lijst ontbreken nog enkele woorden die door andere naslagwerken allang erkend zijn als voorzetsel. Van Dale geeft circa (‘omtrent, omstreeks’). In zijn Nederlandse spraakkunst ontdekt prof. De Vooys dat de combinatie laat staan qua functie een voorzetsel is. En het Woordenboek der Nederlandsche Taal kent nog hent(e) (‘tot’, letterlijk: ‘heen toe’), nopende (‘aangaande’), terwijl (‘tijdens’), uitgedaan (‘uitgezonderd’), uitgelezen (‘uitgezonderd’) en weerszij(den) (zoals in ‘weerszij die brug’).

Troonrede
Ad van Soelen - Nes aan de Amstel

Er was nogal wat kritiek op de woorden ‘de economie staat stil’ uit de jongste Troonrede. Journalisten en politici wezen erop dat niet de economie zelf stilstond, maar de groei ervan. De Taaladviesdienst, die de Troonrede ieder jaar corrigeert, betoogt in de rubriek ‘Vraag en antwoord’ (Onze Taal oktober) dat er niets mis is met de formulering. Maar dat verweer vind ik nogal zwak en formalistisch.

De negatieve beoordeling van deze onhandige uitdrukking komt vooral voort uit een heel basaal communicatieprincipe. Het is de taak en verantwoordelijkheid van de zender zijn boodschap over te brengen bij de beoogde ontvanger. De zender moet daarbij al het mogelijke doen om die boodschap ondubbelzinnig over te brengen. De Troonrede heeft een grote, heterogene doelgroep. Van die doelgroep mag dus geen al te grote spitsvondigheid bij het interpreteren van de tekst verwacht worden. Want juist bij het spitsvondig interpreteren ging het nu mis. Daarom vind ik dat de Taaladviesdienst met zijn verweer de plank misslaat en ruiterlijk zou moeten erkennen dat een eenduidige formulering de voorkeur had verdiend.

Ranzig en ‘kruis’
E. Hof - Apeldoorn

In het juni- en het oktobernummer werden woorden besproken die door jongeren anders worden gebruikt dan door volwassenen. Ik dacht zelf direct aan het woord ranzig. In Van Dale wordt het onder meer omschreven als ‘(niet algemeen) zuur, mopperig, bezopen’, maar het kan ook gebruikt worden voor grove, seksueel getinte moppen, en ook in het algemeen voor dingen die smerig en afschuwelijk zijn. Vaak heeft het een seksuele context, maar dat hoeft lang niet altijd zo te zijn.

Nog een aanvulling: in het juninummer besprak Riemer Reinsma in zijn rubriek ‘Bij wijze van zeggen’ het ‘kruis’-symbool (het kruisen van wijs- en middelvinger). Vroeger gebruikten we dat teken altijd als we tikkertje speelden om aan te geven dat we niet getikt mochten worden. En er was altijd wel een reden te bedenken, bijvoorbeeld het strikken van je veters. Dus het was meer dan bescherming, het was ook een vrijstelling en een ‘pauze’, bijvoorbeeld om op adem te komen.

Bløf
Dr. Louise Cornelis - taalkundige, Amsterdam

Wat jammer dat Henk Spaan zo denigrerend doet over de teksten van Bløf, in het oktobernummer. Nu is afgeven op popmuziek als gedegenereerde kunst zo oud als die muziekstroming zelve, en of je ervan kunt houden, is natuurlijk een kwestie van smaak. Enig respect vind ik overigens wel op zijn plaats, zeker als de teksten te maken hebben met een veel te jong verongelukt lid van de desbetreffende band (het lied ‘Barcelona’, waaruit Spaan citeert, gaat over het verwerken van de dood van de drummer van Bløf), maar goed.

Eén ding waarover Henk Spaan schrijft, is echter pertinent onwaar. Bløf is geen band voor veertienjarigen, of voor mensen onder de achttien. Eén meisje van veertien maakt nog niet een heel publiek. Niet alleen is dat publiek in werkelijkheid gemiddeld heel wat ouder, ook zal het melancholieke levensgevoel van de teksten en de muziek niet aan die leeftijdscategorie besteed zijn. Aan Henk Spaan kennelijk ook niet, maar gelukkig aan heel veel twintig- en dertigplussers wel.



illustratie
De Zeeuwse popgroep Bløf.
Foto: Corbino


[pagina 329]
[p. 329]

U of oe?
Paul A. Elïas - Fountain Hills, Arizona, USA

M.G. Herz uit Eindhoven verbaast zich er in het oktobernummer (‘Taalergernissen’) over dat de [oe]-klank in buitenlandse namen in de media soms met een oe wordt weergegeven en soms met een u. Arabische namen bijvoorbeeld; de ene keer is het Hussein, de andere keer Hoessein, en hetzelfde geldt voor het Indonesisch: soms wordt Surabaya met een oe geschreven. Wat dit laatste voorbeeld betreft: sinds de Indonesische spellingwijziging waarin alle oe's in u's werden veranderd, is Surabaya de officiële spelling in het Bahasa Indonesia, de officiële taal van Indonesië.

Er is een uitzondering: persoonsnamen die vóór de spellingwijziging met een oe werden geschreven, iets waar Nederlandse journalisten zich vaak niet aan houden. Zo schrijven zij Soekarno en Soeharto geregeld met een u.

Ook merk ik op dat de journalisten vaak de q en k in Arabische namen door elkaar gooien. De q is in het Arabisch een k-klank met diep keelgeluid en daarom moet het Iraq zijn en niet Irak. Andere plaatsnamen in de Arabische landen worden wel met q geschreven, denk aan Urn Qasr, Qatar en Al Qa'im, dus waarom is men niet consequent?

Naschrift Ignatius Supriyanto - docent Javaans, Leiden

In 1947 werd inderdaad bepaald dat de [oe]-klank in het Indonesische spellingsysteem met een u moest worden weergegeven, en in 1972 kwam daar de spellingwijziging overheen die van de j een y maakte. Het is tegenwoordig dus inderdaad Surabaya. De heer Elïas heeft gelijk als hij zegt dat persoonsnamen zich onttrekken aan deze spellingwijziging. Volgens de spellingregels van 1972 moeten eigennamen geschreven worden zoals gewenst door de dragers van die namen. In 1973 veranderde ik mijn naam van Suprijanto in Supriyanto, omdat ik mijn naam wilde aanpassen aan de spellingregels. Omdat de ex-presidenten Soekarno en Soeharto hun namen altijd met een oe hebben geschreven, moeten anderen dat respecteren.
Maar er is nog een uitzondering. Ook plaatsnamen moeten soms anders geschreven worden, bijvoorbeeld in bibliografische gegevens. Daar moet de schrijfwijze worden aangehouden zoals ze in oude bronnen wordt aangetroffen (het kan dus Soerabaja zijn, of Soerabaia, of Surobojo, of Soerobojo). Denk hierbij aan bijvoorbeeld de naam Batavia. We mogen die naam niet zomaar veranderen in Jakarta of Djakarta.

De Rasoel-Komrij-affaire
Frida Balk - Bloemendaal

In het oktobernummer belicht Marc van Oostendorp de Rasoel-Komrijaffaire en het onlangs verschenen gelijknamige boek van Teun A. van Dijk. De affaire draait om de vraag: wie is de auteur van het pamflet De ondergang van Nederland. Land der naïeve dwazen (1990), waarin de islam als dodelijk agressief en Nederland als levensgevaarlijk tolerant wordt afgeschilderd? Volgens Teun A. van Dijk, hoogleraar tekstwetenschap, is dat hoogstwaarschijnlijk Gerrit Komrij en pertinent niet de Pakistaanse variétéartiest Zoka van A., die er door de rechter voor werd veroordeeld.

Van Oostendorp citeert een deskundige, die het zojuist verschenen boek niet gelezen heeft, maar Van Dijk wel met onverhulde verontwaardiging verwijt zich te gedragen als een ‘beunhaas’ die ‘het vak geen dienst bewijst’. Het grootste deel van het artikel is gewijd aan de onbetrouwbaarheid van tekstvergelijking op basis van computerprogramma's en aan de niet te vermijden manipuleerbaarheid van de onderzoeksresultaten. Van Oostendorp geeft blijk van een gezonde wetenschappelijke scepsis met betrekking tot het herkennen van een auteur ‘alleen aan zijn stijl’. Die mogelijkheid sluit hij vooralsnog uit.

Maar Van Dijk hanteerde niet alleen de voor elke geroutineerde lezer onmiskenbaar zichtbare taal- en teksteigenschappen van het pamflet als argument. Met een overvloed aan controleerbare feitelijke gegevens toont hij aan dat het auteurschap van de veroordeelde Zoka van A., alias Rasoel, uitgesloten is. Wat natuurlijk niet betekent dat Komrij de auteur is.

Dat een hoogleraar tekstwetenschap aan de hand van concrete feiten een gerechtelijke dwaling aan het licht brengt, zegt weinig over zijn tekstwetenschappelijke bekwaamheid. Toch wekt die lucide prestatie het idee dat het met de vakbekwaamheid best weleens mee zou kunnen vallen. En wie de moeite neemt De Rasoel-Komrij Affaire van Teun A. van Dijk te lezen, komt heel wat te weten over journalistiek eigenbelang. Volgens Van Dijk zijn er bij de affaire medewerkers van NRC Handelsblad betrokken die hun lezers misleiden, informatie achterhouden en zichzelf bij herhaling tegenspreken. Een onthullend relaas, waarin, afgezien van wat citaten van Komrij, niemand wordt uitgescholden of beledigd.

Kortom, een uitstekend boek. Spannend zelfs. Geen kwaliteitskrant heeft het nog echt besproken. Wat er ook regeert, het doodzwijgen regeert mee.

Verbod zo vriendelijk mogelijk
Atje den Toom-Naafs - Abcoude

Frank Jansen pleit in de oktoberaflevering van zijn rubriek ‘Hom of kuit’ voor het zo duidelijk mogelijk formuleren van verboden. Maar zeer direct zijn kan snel uitmonden in onvriendelijkheid, en zoals mijn oma al zei: ‘Vriendelijkheid kost geen cent.’ Neem nu de begrafenisondernemer die voor iedere dienst zegt: ‘U kunt na de plechtigheid uw mobiele telefoon weer aanzetten.’ Dit is een indirect verzoek, maar het laat aan duidelijkheid niets te wensen over. En het werkt zeer goed.

Verbod zo duidelijk mogelijk
Hens Borkent - Siebengewald



illustratie
Vroeger.


Direct geformuleerde verboden hebben de voorkeur van Frank Jansen, zo blijkt uit zijn ‘Hom of kuit’-stelling in het oktobernummer. Zelf ben ik daar ook voorstander van.

De positief geformuleerde verboden hebben enkele jaren geleden ingang gevonden bij de verkeersborden in ons land. In plaats van het oude rode verbodsbord met de betekenis ‘verboden links af te slaan’ zult u nu een blauw bord aantreffen dat aangeeft dat u onbezwaard rechtdoor en rechtsaf mag. Ik kan niet bewijzen dat de strekking van dit bord nu vaker genegeerd wordt, maar elke keer als ik het zie gebeuren, komt die gedachte bij me op.



illustratie
Tegenwoordig.



Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Wil Sterenborg

  • Louise Cornelis

  • Frida Balk-Smit Duyzentkunst