Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Onze Taal. Jaargang 76 (2007)

Informatie terzijde

Titelpagina van Onze Taal. Jaargang 76
Afbeelding van Onze Taal. Jaargang 76Toon afbeelding van titelpagina van Onze Taal. Jaargang 76

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.80 MB)

ebook (25.87 MB)

XML (1.73 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Onze Taal. Jaargang 76

(2007)– [tijdschrift] Onze Taal–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 45]
[p. 45]

Overbezorgde taalbehoeders of nonchalante verkwanselaars?
Onze Taal volgens collega-organisaties

Redactie Onze Taal

Is Onze Taal een club van schoolmeesterachtige kommaneukers? Of juist een losgeslagen bende die het Nederlands probleemloos prijsgeeft aan het Engels? Het hangt er maar van af aan wie je het vraagt. Ter gelegenheid van het 75-jarig jubileum maakten we een rondgang langs een aantal min of meer verwante organisaties.

Het Genootschap Onze Taal is bepaald niet de enige instelling die zich bezighoudt met onze taal. Ook bijvoorbeeld de stichting Nederlands doet dat. En het Meertens Instituut, het Algemeen-Nederlands Verbond en de Landelijke Onderzoekschool Taalwetenschap. En natuurlijk de Nederlandse Taalunie. Wat vinden die van Onze Taal? Het 75-jarig jubileum lijkt ons een mooie aanleiding om de mening te peilen van tien ‘aanpalende’ organisaties, aan de hand van drie vragen:

 

1Waar denkt u aan als u denkt aan het Genootschap Onze Taal?
2Wat vindt u van het tijdschrift Onze Taal?
3Wat zou Onze Taal (tijdschrift én genootschap) beter kunnen doen?

 

Hans Bennis, directeur Meertens Instituut (onderzoek en documentatie van Nederlandse taal en cultuur), bijzonder hoogleraar Taalvariatie aan de Universiteit van Amsterdam

1 Het Genootschap Onze Taal roept bij mij gemengde gevoelens op. Aan de ene kant denk ik bij dat genootschap aan een groep liefhebbers van de Nederlandse taal. Dat ben ik als onderzoeker ook en ik ben blij dat er een groepering is die zich rond deze belangstelling heeft georganiseerd. Aan de andere kant zie ik dit genootschap ook als een groep mensen die zich heeft voorgenomen om onze taal te behoeden voor allerlei slechte invloeden en verloedering door slordigheid en onkunde. Zelf zie ik onze taal als een object zonder hoofdletters dat dynamisch is en zich ontwikkelt, vooral ook door invloeden van buitenaf. Ik beschouw dat als een teken van de vitaliteit van het Nederlands en ben niet zo dol op de normativiteit die dit gezelschap naar mijn indruk voorstaat.

2 Ik vind het tijdschrift Onze Taal de laatste jaren aanzienlijk verbeterd ten opzichte van wat het vroeger was. De normativiteit is gelukkig aanzienlijk teruggebracht. Een wijzende vinger in de richting van germanismen of anglicismen, boosheid over onzorgvuldigheid in het taalgebruik, ongerustheid over de toekomst van onze taal, het zijn thema's die mij niet buitengewoon boeien. Veel aardiger is het om met Onze Taal zicht te bieden op diepere eigenschappen van onze taal in al zijn variëteiten. In mijn voordrachten in het land merk ik hoe weinig inzicht de meeste mensen, en vooral ook de zichzelf intellectueel noemende of voelende mens, heeft in de fascinerende eigenschappen van onze taal. Onze Taal besteedt daar gelukkig de laatste periode meer aandacht aan.

3 Naar mijn oordeel zou Onze Taal op de ingeslagen weg voort moeten gaan. Misschien met nog meer inhoudelijke en theoretisch geïnspireerde artikelen en wellicht met meer aandacht voor regionale, etnische en sociale verschillen in uitspraak, woordenschat, woordvorming en zinsbouw. Ik zou het toejuichen als Onze Taal een blad zou zijn waarin elke onderzoeker van de Nederlandse taalkunde regelmatig voor een groot publiek komt uitleggen wat hij of zij de afgelopen periode heeft ontdekt. Dit vraagt niet alleen om een iets andere opstelling van Onze Taal, maar vooral om een andere houding van de deskundigen van onze taal.



illustratie
Hans Bennis (Meertens Instituut)


Linde van den Bosch, algemeen secretaris Nederlandse Taalunie (Nederlands-Vlaams-Surinaamse beleidsorganisatie op het gebied van taal, onderwijs en letteren)

 

1 Bij Onze Taal denk ik aan een vereniging van tienduizenden mensen die hart hebben voor taal, die met een bescheiden organisatie veel nuttig werk doet en interessante congressen organiseert.



illustratie
Linde van den Bosch (Nederlandse Taalunie


Helaas stond in 2006 de spelling als het ware tussen onze organisaties in. Onze Taal heeft bijgedragen aan het idee dat er nu twee spellingen zijn. Dat is jammer, te meer omdat de verschillen met het blote oog niet te zien zijn. 2 Onze Taal is een blad om naar uit te kijken. Verrassende keuzes van onder-

[pagina 46]
[p. 46]

werpen en invalshoeken. Het laat zien hoe veelzijdig onze taal is en hoe creatief ermee omgegaan kan worden. Het biedt een goed evenwicht tussen wetenschappelijke verdieping en maatschappelijke reflectie. De boeiende themanummers kenmerken zich eveneens door breedte en diepte.

3 Tijdens de tweejaarlijkse congressen is er vaak zichtbaar aandacht voor jongeren en voor taal in eigentijdse cultuurvormen (popmuziek, musical, straatpoëzie). Het zou mooi zijn als Onze Taal zich sterker in die richting zou kunnen profileren. Met name internet, dat door Onze Taal al actief wordt gebruikt, lijkt een geschikt medium om jongeren actiever bij het onderwerp ‘taal’ te betrekken.

Als vereniging kan het genootschap meer bijdragen aan een open debat over functies en stuurbaarheid van taal in de samenleving. Als algemeen secretaris van de Nederlandse Taalunie zie ik dit als voorwerp van gemeenschappelijke zorg. Graag ga ik daarover met het genootschap het gesprek aan.



illustratie
Ab Braamkolk (Stichting Taalverdediging)
Foto: Bert Jansen




illustratie
Dr. Frans Debrabandere (Vereniging Algemeen Nederlands)




illustratie
Martin Everaert (Landelijke Onderzoekschool Taalwetenschap)
Foto: Marc van Oostendorp




illustratie
Marja Kristel (Internationale Vereniging voor Neerlandistiek)
Foto: Ger Veldhuis


Ab Braamkolk, bestuurslid Stichting Taalverdediging (strijdt tegen ‘de instroom van vreemde - Engelse - woorden in onze taal’ en vóór ‘herstel en behoud van het Nederlands’).

 

1 We denken dan aan een grote taalorganisatie die we hartelijk gelukwensen met haar 75-jarig jubileum; een genootschap dat opgericht werd om buitenlandse (toen vooral Duitse) taalinvloeden te bestrijden, maar in die doelstelling nu schromelijk tekortschiet. Het Genootschap Onze Taal houdt zich uitvoerig bezig met het beschouwen van het Nederlands, maar weinig met taalbehoud. Het is jammer dat het zich ten opzichte van de huidige buitenlandse invloeden (de verengelsing) zo passief opstelt.

2 Het tijdschrift Onze Taal ziet er uitermate verzorgd uit, is grafisch van hoge kwaliteit en bevat veel interessante artikelen, voor elk wat wils. Dit neemt niet weg dat het ontbreken van ernstige kritiek op de aantasting van het Nederlands door het Engels onder het mom ‘een taal leeft nu eenmaal’ (en fatalistisch: gaat dus ook dood) als een groot gemis aan strijdvaardigheid uit de beginjaren moet worden beschouwd.

3 Aansluitend op het bovenstaande hopen we dat het genootschap zich wat meer zal bekommeren om zijn oorspronkelijke doelstellingen, en om de positie en toekomst van onze taal, en dat via de kolommen van het blad zal laten blijken, met plaats voor inzendingen van critici. Wat de spelling betreft hebben we in de loop van de tijd hele pagina's weinigzeggende stukjes gezien; moge een goed doordacht, constructief voorstel nog eens het licht zien.

 

Dr. Frans Debrabandere, oud-voorzitter van de Vereniging Algemeen Nederlands (VAN, België)

 

1 Ik denk aan een vereniging die in de eerste plaats opgericht is om het correcte gebruik van het Nederlands te bevorderen. Ze fungeert inderdaad als vereniging, door de organisatie van een tweejaarlijks congres, en als taaladviesdienst. Maar bij de naam Onze Taal denk ik allereerst aan een tijdschrift.

2 Onze Taal is een mooi, modern tijdschrift. Het biedt voor elk wat wils. Het is gevarieerd, informatief en volgt de actualiteit.

3 De rubriek ‘InZicht’ geeft eigenlijk alleen korte signalementen van recente publicaties. Ik geef er de voorkeur aan dat belangrijke werken een uitvoerige(r) bespreking krijgen. Verder heb ik de indruk dat de oorspronkelijke bedoeling van Onze Taal, ‘de bevordering van het goede Nederlands’, wat op de achtergrond is komen te staan. Onze Taal zou zich meer moeten inspannen om de taaleenheid tussen Noord en Zuid te bevorderen, om het uiteengroeien van Nederland en Vlaanderen tegen te gaan.

Martin Everaert, directeur Landelijke Onderzoekschool Taalwetenschap (LOT)

 

1 De organisatie Onze Taal ken ik eigenlijk niet, wél het tijdschrift en de website. Toch ben ik als taalkundige blij dat er zo'n organisatie is. En we zouden er ons als taalkundigen misschien ook meer om moeten bekommeren dan we doen.

2 Vroeger heb ik regelmatig in het tijdschrift gelezen omdat mijn vrouw er als vertaler op geabonneerd was. Toen vond ik het wel leuk, maar niet heel bijzonder; voor professionele taalkundigen was het niet zo interessant. Dat is inmiddels veranderd. Ik heb het gevoel dat Onze Taal probeert iets dieper te graven, en de lezer wat meer geeft dan alleen spelling. Maar spelling of stijladviezen moeten natuurlijk ook. De website vind ik goed. De LOT verzorgt ook de pagina Taalwetenschappen op de website Kennislink.nl, en daar linken we ook door naar de website van Onze Taal.

3 Hoe Onze Taal zich kan verbeteren, zou ik niet zo snel weten. Misschien zouden wij als LOT wat beter ons best moeten doen, door meer aandacht aan het genootschap te geven.

 

Marja Kristel, directeur Internationale Vereniging voor Neerlandistiek (IVN; verenigt docenten neerlandistiek aan universiteiten buiten Nederland en Vlaanderen)

 

1 Onze Taal ís onze taal. Een oudere jongere die niet zo oud is als onze taal, maar wel net zo vitaal als onze taal. Een instituut dat zich richt op een breed publiek, van de kommaneuker tot de houvast zoekende, onzekere maar belangstellende gebruiker van de Nederlandse taal, van de man in de straat tot aan de politicus, van jong tot oud.

Onze Taal mengt zich, gelet op de recente discussie over de aanpassingen in de spelling, in het publieke debat. Daar is Onze Taal in zijn element: als ongebonden instelling met één belang: onze taal.

[pagina 47]
[p. 47]

2 Met het tijdschrift - en trouwens ook de website - treedt Onze Taal de wereld tegemoet. Geen geheven vingertje, maar gedegen informatie en advies.

3 Geen idee wat Onze Taal beter zou kunnen doen. Tenzij het tijdschrift niet beschikbaar is op middelbare scholen: het hoort daar in de bibliotheek, ten bate van zowel de docent als de leerling. Het tijdschrift hoort - en dat is mijn wens - ook standaard thuis in de bibliotheken van de instituten neerlandistiek in het buitenland.

 

Els Ruijsendaal, hoofdredacteur van Neerlandia, tijdschrift van het Algemeen-Nederlands Verbond (ANV; internationale vereniging voor de Nederlandse taal en cultuur)

 

1 Het Genootschap Onze Taal is nu 75 jaar oud. Het heeft een jonge, professionele organisatie weten op te bouwen uit een lange traditie, een organisatie die kennis en plezier uitstraalt bij het bezig zijn met taal en de zorg daarvoor. Dat is een felicitatie waard! Want hoe we ook klagen over gebrek aan belangstelling voor onze taal, er zijn in de wereld toch weinig of geen taalgenootschappen te vinden die zo veel betrokken leden hebben en van een ledendag zo'n feest weten te maken.

2 Het tijdschrift sluit aan bij de sfeer die de organisatie uitstraalt: levendig, actueel, misschien iets te woorderig af en toe, maar heerlijk om te lezen. Echt reclame voor onze taal!

3 Dit sterke genootschap zou misschien ook wat beleidsmatiger en daarmee internationaler kunnen gaan denken over onze taal, en dus over de positie ervan in onderwijs en wetenschap, in de bedrijvensector, en in Europa en verder. Dat heeft het Nederlands momenteel meer nodig dan een Wit Boekje. De overheid springt te gemakkelijk met dit beleidsonderdeel om. Dus Onze Taal, wat let u?



illustratie
Els Ruijsendaal (Neerlandia)




illustratie
Arno Schrauwers (stichting Nederlands)
Foto: Frank Fahmer




illustratie
Jan Stroop (Landelijke Vereniging van Neerlandici)
Foto: Noordhollands Dagblad/Joop Boek




illustratie
Margreet de Vries (Stichting Lezen & Schrijven)


Arno Schrauwers, voorzitter stichting Nederlands (beoogt ‘de devaluatie van het Nederlands tegen te gaan’, onder meer door ‘onvertaald Engels te vernederlandsen’)

 

1 Een vriendelijke, wat al te voorzichtige en behulpzame club van taalhobbyisten die misschien ietsje te veel wordt gedomineerd door taalkundigen.

2 Tot voor een aantal jaren (precies weet ik het niet meer) was Onze Taal een blad dat ik meteen consumeerde. Nu blijft de wikkel er soms maanden om zitten. Het gaat toch iets te vaak over dingen die me niet al te zeer interesseren, terwijl mijns inziens belangrijke kwesties als die van taalverdringing maar mondjesmaat aan bod komen. Het mag van mij ook iets journalistieker.

3 Wat de stichting Nederlands betreft zou het genootschap zich wat vaker met de wereld buiten het blad mogen bemoeien. Nu is het Genootschap Onze Taal wat al te in zichzelf gekeerd. Ooit is er een mooi initiatief geweest om een groep ‘taalgevoelige’ Kamerleden te formeren, die in voorkomende taalgevallen benaderd en bijeengeroepen zou worden. Voorzover ik weet is dat nooit gebeurd. Gewoon doen, maar er dan ook mee aan de slag.

 

Jan Stroop, Landelijke Vereniging van Neerlandici (LVVN)

 

1 Aan een gezelschap dat voor een belangrijk deel bestaat uit personen die hechten aan regels en voorschriften en die iedere taalverandering als ‘taalverloedering’ bestempelen. Maar ook aan een organisatie die een eigen standpunt durft in te nemen dat ingaat tegen wat ‘officieel’ is. Onze Taal zou iets meer tegen dat eerste mogen ingaan.

2 Onze Taal is een fris en boeiend tijdschrift. Goed geschreven stukken, die ook voor taalkundigen van belang zijn. Rubrieken over actuele en belangrijke onderwerpen.

3 Ik zag graag meer aandacht voor de plaats die het Nederlands in het onderwijs behoort in te nemen, niet alleen wat vaardigheden, maar vooral wat kennis betreft. Een onderbelicht gebied is ook het gesproken Nederlands. Gelet op de verhouding tussen wat de burger dagelijks aan geschreven en gesproken Nederlands produceert en tot zich neemt, zou er wel wat meer aan spreektaal gedaan mogen worden. Vergelijk dat eens met wat er allemaal niet over spelling geschreven wordt.

 

Margreet de Vries, directeur Stichting Lezen & Schrijven (bestrijdt analfabetisme en laaggeletterdheid)

 

1 Ik denk aan een gedreven en vakkundig genootschap taalliefhebbers, dat nu 75 jaar actief is. Een goede taalvaardigheid is ongelooflijk belangrijk om verder te komen in de maatschappij. Gelukkig merken wij dat taal steeds meer in de publieke belangstelling staat. We zien dat terug in de discussie over de taalbeheersing van pabo-studenten, de anderhalf miljoen laaggeletterden die Nederland telt, taalstimulering door consultatiebureaus en de discussie over de nieuwe spelling. Taal leeft! Het Genootschap Onze Taal draagt daar volop aan bij.

2 Onze Taal is een tijdschrift dat uitdaagt om gelezen te worden. Bij de Stichting Lezen & Schrijven lezen we het blad graag. Actuele discussies over bijvoorbeeld sms- of msn-taal geven ons weer inspiratie voor jongerenprojecten. Naast de artikelen is de taaltest een van mijn favoriete onderdelen.

3 Onze Taal heeft erg veel kennis over taal. Juist nu de discussie zo hoog oplaait, mag Onze Taal best breder laten zien wat het in huis heeft. Neem nu de Taaladviesdienst; ik denk dat daar erg veel behoefte aan is, maar toch is het grote publiek er nog niet mee bekend.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken