Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Onze Taal. Jaargang 76 (2007)

Informatie terzijde

Titelpagina van Onze Taal. Jaargang 76
Afbeelding van Onze Taal. Jaargang 76Toon afbeelding van titelpagina van Onze Taal. Jaargang 76

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.80 MB)

ebook (25.87 MB)

XML (1.73 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Onze Taal. Jaargang 76

(2007)– [tijdschrift] Onze Taal–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 227]
[p. 227]

Vraag en antwoord

Taaladviesdienst

Rauwdouwer/rouwdouwer

? Wat is de juiste spelling? Rouwdouwer, rauwdouwer of nog iets anders?

 

! Rouwdouwer en rauwdouwer zijn allebei juist. Zowel het Groene Boekje (2005) als het Witte Boekje (2006) noemt deze twee vormen. In de praktijk komt de spelling met ou iets vaker voor dan die met au. Opvallend is wel dat rouwdouwer/rauwdouwer niet in de grote Van Dale (2005) is opgenomen; daarin staat alleen rouwdouw (dus zonder -er), dat overigens hetzelfde betekent: ‘ruwe persoon’.

Het woord is ontleend aan het Engels: row-dow of row-de-dow betekent ‘tumult, gevecht’. Er is geen duidelijke (etymologische of anderszins taalkundige) reden om voor au dan wel ou te kiezen bij het weergeven van de au-klanken in een leenwoord. Rouwdouw(er) ziet er in geschreven vorm misschien iets mooier uit, vanwege de herhaling van de combinatie ouw. Maar wie het begrip associeert met rauw in de betekenis ‘ruw, wreed’, zal eerder geneigd zijn rauwdouwer te schrijven. In oudere teksten is soms rauwdauw(er) te vinden, met twee keer au, maar die variant wordt in hedendaagse woordenboeken niet vermeld.

Kundige of deskundige

? In het vorige nummer van Onze Taal klaagde iemand in ‘Taalergernissen’ over woorden die eindigen op deskundige. Is dat des- inderdaad overbodig?

 

! Nee, niet altijd. Zowel met -kundige als met -deskundige kunnen persoonsaanduidingen gevormd worden. De woorden milieukundige en milieudeskundige komen bijvoorbeeld naast elkaar voor, evenals onderwijsdeskundige en onderwijskundige, taaldeskundige en taalkundige, etc. In al deze gevallen gaat het om iemand die kundig is op een bepaald terrein. Maar er is een subtiel verschil.

De vormen op -kundige zijn afleidingen van woorden op -kunde en geven aan dat iemand in de bedoelde ‘kunde’ geschoold is: een milieukundige heeft milieukunde gestudeerd, een taalkundige taalkunde en een onderwijskundige onderwijskunde. Bij de woorden met -deskundige is dit verband minder sterk. Een milieudeskundige kan bijvoorbeeld ook een arts zijn, die zich in haar vrije tijd in het milieu verdiept heeft zonder het vak milieukunde gestudeerd te hebben. Iemand die als hobbyist de sterren bestudeert (en er daardoor veel van weet), kunnen we een sterrendeskundige noemen. Combinaties met -deskundige zijn dan ook geen afleidingen van iets als -deskunde, maar samenstellingen van twee zelfstandig naamwoorden.

Het woorddeel des- is in oorsprong de tweede naamval van het aanwijzend voornaamwoord dat en moet hier worden opgevat als ‘wat dat betreft’. Deskundig betekent dus eigenlijk ‘kundig wat dat betreft’; als zelfstandig naamwoord is deskundige synoniem geworden met expert, kenner.

Komma's rond bijstellingen

? ‘Bij de plechtigheid waren de burgemeester, de heer Jansen en een wethouder aanwezig.’ Ontbreekt hier nog een komma?

 

! Als bedoeld is dat de burgemeester en de heer Jansen dezelfde persoon zijn, moet er een komma worden toegevoegd: ‘de burgemeester, de heer Jansen, en een wethouder’. Maar als het om drie personen gaat (de burgemeester plus de heer Jansen plus een wethouder), hoort die komma er niet te staan.

In het eerste geval, dus als de heer Jansen de burgemeester is, is de heer Jansen een zogeheten bijstelling bij de burgemeester: een woordgroep die meer informatie geeft over datgene wat er direct voor staat. Als de zin wordt uitgesproken, heeft de bijstelling vaak een iets lagere toonhoogte, en ervoor én erna klinkt een korte pauze. In geschreven taal worden de pauzes weergegeven met komma's. Een paar voorbeelden:

 

-Mijn buurman, een Pool, spreekt goed Nederlands.
-Haar werk, het controleren van printers, biedt haar weinig uitdaging.
-Deze auteur, iemand met veel fantasie, heeft al veertig boeken geschreven.

 

De noodzakelijke komma na de bijstelling de heer Jansen heeft overigens tot gevolg dat er een komma voor en komt, en veel mensen hebben geleerd dat dat niet juist zou zijn. Er is echter geen enkele taalkundige reden waarom er voor en geen komma zou mogen staan. Alleen in (korte) opsommingen wordt de komma voor en afgeraden: ‘Ik hou van spruitjes, andijvie, en broccoli’ is dus niet juist.

‘Ik zou het niet weten’

? Regelmatig hoor ik quizdeelnemers op televisie antwoorden met ‘Ik zou het echt niet weten.’ Waarom zeggen ze niet gewoon ‘Ik weet het niet’?

 

! Wat de betekenis betreft is zou inderdaad overbodig. Toch heeft het een (vooral communicatieve) functie. Zullen is een zogeheten ‘modaal werkwoord’: het vertelt iets over de houding, het oordeel of het gevoel van de spreker (of schrijver). Het kan bijvoorbeeld wat voorzichtiger overkomen.



illustratie
Foto: Onze Taal


Het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT) en de Algemene Nederlandse Spraakkunst (ANS, 1997) geven onder meer de volgende voorbeelden:

 

-Zou je de deur even dicht willen doen? (‘Doe de deur dicht.’)
-Ik zou het niet durven zeggen.
(Bedoeld is: ‘Ik weet het niet.’)
-Ik zou niet weten wat ik erop tegen zou moeten hebben. (‘Ik kan het echt niet bedenken.’)
-Ik zou me schamen als ik jou was. (Simpel gezegd: ‘Schaam je!’)

 

‘Ik zou het niet weten’ betekent over het algemeen zoveel als ‘Ik kan het écht niet bedenken, ik kan er écht niet op komen (hoe ik mijn best ook doe).’ Het komt dan voorzichtiger over: de spreker laat merken dat hij het vervelend vindt dat hij er niet op kan komen (hetzij voor zichzelf, hetzij voor de aangesprokene). Daardoor klinkt het vaak ook net wat beleefder dan het korte, neutralere ‘Ik weet het niet.’

Meer taaladviezen?
Op de website van Onze Taal worden zo'n elfhonderd taalkwesties besproken: www.onzetaal.nl/advies.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken