Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Onze Taal. Jaargang 77 (2008)

Informatie terzijde

Titelpagina van Onze Taal. Jaargang 77
Afbeelding van Onze Taal. Jaargang 77Toon afbeelding van titelpagina van Onze Taal. Jaargang 77

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.17 MB)

ebook (23.13 MB)

XML (1.79 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Onze Taal. Jaargang 77

(2008)– [tijdschrift] Onze Taal–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 126]
[p. 126]

Reacties

Onze Taal biedt aan elke lezer de mogelijkheid tot reageren. Stuur uw reactie indien mogelijk per e-mail naar: redactie@onzetaal.nl, of anders naar: Redactie Onze Taal, Raamweg 1a, 2596 HL Den Haag. Voor bijdragen aan deze rubriek gelden de volgende richtlijnen:

•Formuleer uw reactie kort en bondig (bij voorkeur niet meer dan 250 woorden).
•Geef in de tekst duidelijk aan op welk artikel u reageert.
•Stel uw bijdrage zodanig op dat de lezer niet wordt verplicht een vorig nummer erbij te halen.
•Lever uw reactie in onder vermelding van naam, adres en (eventueel) functie. De redactie kan buiten medeweten van de auteur inkortingen en stilistische veranderingen aanbrengen in reacties, en raadpleegt bij belangrijke wijzigingen de auteur. Reacties kunnen doorgaans pas worden geplaatst twee maanden na het nummer waarop u reageert. Niet geplaatste reacties worden doorgestuurd naar de auteur van het desbetreffende artikel.

In de bres voor Beatrix
prof. dr. Vincent van Heuven - hoogleraar experimentele taalkunde/fonetiek, Leeuwarden

Mijn collega Marc van Oostendorp zet in het februari/maartnummer van Onze Taal uiteen dat koningin Beatrix - samen met veel andere Nederlanders - tegenwoordig de r aan het eind van een woord weglaat. In werkelijkheid is er echter geen sprake van weglating maar van vocalisering van de r. De gevocaliseerde of ‘Gooise’ r is de moderne Nederlandse variant van de r aan het einde van lettergrepen. Deze r lijkt fonetisch gezien sterk op de Amerikaanse. De gevocaliseerde r is gemakkelijk te articuleren, en hij is voor de luisteraar bijzonder opvallend. Als Van Oostendorp schrijft dat de slot-r van de koningin de afgelopen 25 jaar korter is geworden, dan is dat opnieuw een didactisch leugentje om bestwil. Alleen het getrilde deel van haar slot-r is korter geworden (of helemaal afwezig), maar als we het gevocaliseerde stuk gewoon meetellen, heeft hij niets aan lengte ingeboet. Kortom, er is geen sprake van dat de koningin haar slot-r weglaat of verkort.



illustratie
Spreekt nieuwslezeres Sacha de Boer haar r'en net zo uit als koningin Beatrix?


Er is trouwens - anders dan Van Oostendorp schrijft - geen reden om aan te nemen dat de getrilde tongpunt-r gemakkelijker te articuleren is dan andere typen r. Integendeel. Het lijkt erop dat ongeveer een op de twintig mensen fysiologisch niet in staat is zijn tongpunt te laten trillen (zie Renée van Bezooijen.Het raadsel van de ratelaar. Rondom de r in het Leewarders en het Fries. Fryske Akademy, 2006). Dat komt (waarschijnlijk) doordat we bij de tongpunttril de voorkant van de tong omhoog moeten brengen (met spierspanning) terwijl tegelijkertijd het puntje van de tong juist ontspannen moet blijven om op de langsstromende adem tegen de tandkassen te klapperen. De huig-r is een stuk makkelijker: daar hoeven we alleen maar de achterkant van de tong omhoog te brengen, en de huig - waar geen spieren in zitten - flappert er dan vanzelf tegenaan.

Ten slotte: nieuwslezeres Sacha de Boer is niet bijzonder omdat ze - anders dan Van Oostendorp stelt - een huig-r heeft, want die heeft ze dan gemeen met ongeveer de helft van de Nederlandse bevolking. Mevrouw De Boer kreeg kritiek omdat zij een Gooise r gebruikt en dat, zo vonden veel Nederlanders, behoort een nieuwslezeres niette doen. Maar zij bevindt zich ondertussen dus in goed gezelschap: dat van de koningin.

Naschrift Marc van Oostendorp

Van Heuven snijdt in zijn brief drie dingen aan. In de eerste plaats zou bij de koningin de r niet verdwijnen, maar tot een Gooise r worden. Het is maar hoe je het bekijkt. Volgens mijn onderzoek maakt de koningin in het geheel geen Gooise r, in ieder geval niet als we daaronder de variant van bijvoorbeeld Sacha de Boer verstaan. Technisch gezien lijkt de klank die de koningin maakt in plaats van de r nog het meest op een stomme e. Deze is nauwelijks hoorbaar én kort, en in die zin is het gerechtvaardigd om te spreken van ‘verdwijnen’.

Het tweede punt is de vraag of de tongpunt-r gemakkelijker of moeilijker is dan de huig-r. Het boek van Van Bezooijen geeft hierover, anders dan Van Heuven stelt, geen uitsluitsel. Het is wel waar dat in ons taalgebied een groep sprekers fysiologische problemen heeft met de tongpunt-r, maar dat zegt niets over de vraag of het omgekeerde niet ook het geval is. Sprekers van talen met een tongpunt-r hebben grote problemen met het maken van een huig-r, en het blijft onomstreden dat de meeste talen een voorkeur hebben voor de tongpunt-r; dat is moeilijk te begrijpen als deze klank zo moeilijk te maken is.

Het derde punt gaat over Sacha de Boer. Hier blijkt Van Heuven de huig-r over één kam te scheren met de Gooise r, en ook met die van de koningin. En dat is in mijn ogen nu juist te simpel.

Verdwijnende slot-l
S. Metsu-van Tol - Amsterdam

Marc van Oostendorp meldt in zijn artikel ‘Hoe de slot-r verdween uit het Nederlands’ (Onze Taal februari/maart) dat de slot-r een steeds kwijnender bestaan leidt. Echter, zelfs bij keel-r-sprekers is nog wel een zwakke r-klank te horen: helemáál weg is hij nog niet. Bezorgder maak ik me over de slot-l (met name achter ee of e), die aan het verdwijnen is, zo niet al geheel verdwenen is. Heel, veel, meel en geel worden nagenoeg altijd uitgesproken als ‘heeuw’, ‘feeuw’, ‘meeuw’ en ‘geeuw’. Het is ook duidelijk zíchtbaar: men tuit de lippen in een oe-stand aan het eind van het woord (of de Surinaamse, Vlaamse of Engelse wstand). Ook de combinatie heel erg (vaak gebruikt in de spreektaal), waarbij de r dan altijd als Gooise of Amerikaanse r wordt uitgesproken, vind ik ‘heeuw è'g’!

Uitspraak alloceren
H.J. van Alphen - Vijfhuizen

Ruud van der Helm meldt in de januariaflevering van de rubriek ‘Gesignaleerd’ dat alloceren ten onrechte vaak als ‘alloke-

[pagina 127]
[p. 127]

ren’ wordt uitgesproken. Mijn (al dertig jaar oude) analyse van dit verschijnsel is: allereerst is het woord allocatie in gebruik genomen, en pas daarna is het bijbehorende werkwoord geïntroduceerd, waarbij de k uit het zelfstandig naamwoord in de uitspraak gehandhaafd bleef.

Naschrift Nicoline van der Sijs

Het is inderdaad waar dat het woord allocatie het eerst is geleend, en dat van dat woord vervolgens alloceren is afgeleid, naar analogie van ‘woordparen’ als publicatie/publiceren. Maar dat de k in de uitspraak van alloceren gehandhaafd is gebleven, zal deels ook een gevolg zijn van de door Van der Helm al genoemde uitspraak van het Engelse to allocate.

Talen van de toekomst
Ben Menting - Doetinchem

De meertaligheid van Nederland zou de leidraad voor het Nederlandse taalbeleid moeten zijn, zo stelt hoogleraar Reinier Salverda in zijn artikel ‘Meer talen, meer toekomst’ in het februari/maartnummer van Onze Taal. Mensen die meer dan één taal beheersen noemt hij ‘een enorm sociaal, cultureel en economisch kapitaal, dat nu ten onrechte nauwelijks benut wordt in ons land’. Ik pleit er dan voor dat voor iedereen die tweede taal het Engels is. Als de hele wereld Engels spreekt, zullen de mensen elkaar beter begrijpen, spontaner samenwerken en minder conflicten veroorzaken. Ga maar eens na hoe groot de kans is op misverstanden door de tientallen talen die gebruikt worden binnen de Europese Unie, met haar honderden tolken, die waarschijnlijk duizenden fouten maken.

Struikrovers
Nic de Boer - Amstelveen

In Ton den Boons artikel ‘Ongezien de tiefus’ (Onze Taal december), over het taalgebruik op de website GeenStijl, komt de kreet struikrovers voor ‘flitsteams’ ter sprake. Dat is echter geen vondst van GeenStijl, maar van Frank Jacobs. Hij beheerde enige jaren geleden de site Tuftufclub.nl waarin de strijd werd aangebonden tegen zinloze snelheidsboetes. Flitsteams werden daarbij op internet door middel van foto's te kijk gezet en vaak betiteld als ‘struikrovers’.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • V.J.J.P. van Heuven

  • Marc van Oostendorp

  • Nicoline van der Sijs