Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Onze Taal. Jaargang 77 (2008)

Informatie terzijde

Titelpagina van Onze Taal. Jaargang 77
Afbeelding van Onze Taal. Jaargang 77Toon afbeelding van titelpagina van Onze Taal. Jaargang 77

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.17 MB)

ebook (23.13 MB)

XML (1.79 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Onze Taal. Jaargang 77

(2008)– [tijdschrift] Onze Taal–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 128]
[p. 128]

Taaladviesdienst
Gaten in de taal
Zingend ijs

Hoe noem je je broer en zus in één woord? Is er een woord voor het geluid van schaatsen op natuurijs? En zou er een treffende term te bedenken zijn voor het half afgescheiden restaurantzitje dat de Engelsen ‘booth’ noemen? Denk mee en vul de gaten in de taal.

Het laatste ijs dateert alweer van half december. Vlak voor Kerst konden we een dag of drie genieten van dichtgevroren meren, plassen en sloten, totdat de dooi toesloeg en ons opnieuw geen schaatswinter gegeven werd. De laatste hoop die we nog koesterden, leidde in februari tot de eerste oproep van de nieuwe Onze Tall-rubriek ‘Gaten in de taal’. We vroegen u: hoe heten die geluiden op het ijs? En dan vooral die onbestemde klank onder (of in) een mooie zwarte ijsvloer op wat dieper water. Dat leverde tientallen mailtjes, brieven en suggesties op.

â– Onomatopee

Geluiden waar geen woord voor is, beschrijf je al snel met een onomatopee: een klanknabootsend woord, zoals plons en koekoek. In die hoek waren dan ook de meeste suggesties te vinden. Het leeuwendeel van de woorden begon met een k (kerten, klonken, knarpen, knerpen, kritsen) of een s (schraatsen, schritsen, slitsen, snieren); andere voorstellen waren bijvoorbeeld dremmen en ronken. En ook: juichelen, omdat dat een ‘ingetogen geluksgevoel’ uitdrukt (Jan Meer). M.A. Heeres meldde dat er een Groningse uitdrukking bestaat die zegt wat je onder het ijs hoort: balken onder het ijs. Verder vonden we in een bundel met schaatsgedichten een gedicht van A. Bogaers, die een ‘gonzende vlucht’ op ‘galmend kristal’ beschrijft.

Een ander gedicht, van Bertus Aafjes, bevat een metafoor die - gezien het feit dat het woord negen keer is ingezonden - breder wordt gebruikt. Hij schrijft: ‘en van onder de ijsvloer zingt terug / een vreemd koraal, soms krampachtig en stug / als van waterwezens, daar opgesloten.’ Guus Middag had het vorig jaar in een column in NRC Handelsblad over ‘een stem die onder de ijsplaat door lijkt weg te zingen om ergens verderop te sterven’. Bij de dichter J.A. dèr Mouw vond hij trouwens de uitdrukking ‘hol rinkelend ijs’, volgens Middag ‘precies de goede omschrijving’.

Maar goed, ijs ‘zingt’ dus heel vaak. Alleen mag het ijs niet te dun zijn (dan kraakt het), schrijft Guus van der Pal, en ook niet te dik (dan verdwijnt het gezang: de ijsvloer is te massief).

â– Snegel

De vorige keer kwamen nog een paar voorbeelden van gaten in de taal langs, waarvan een ook winters was: niet nader te definiëren winterse neerslag - geen regen, maar ook niet echt hagel of sneeuw. Drie mensen stelden ons het woord snegel voor: F.H. van Zelm, Caroline Linssen en Wil Sterenborg. Het lijkt ons een handige ‘samenvatting’ van de drie soorten neerslag. Krijgen we volgende winter snegelbuien?

Oproep: blauwe eenden

Voor het juli/augustusnummer van Onze Taal zijn we op zoek naar een korte term die het volgende verschijnsel kan omschrijven. Stel, je ziet in Frankrijk een hemelsblauwe Citroën 2CV die je in Nederland nog nooit gezien hebt, en je koopt hem van de oude eigenaar. Maar dan rij je erin rond en zie je voortdurend andere blauwe Eenden; het wemelt er ineens van. Althans, nu zie je ze overal, terwijl ze je vroeger nooit opvielen. Zo zien zwangere vrouwen ook ineens heel veel andere zwangeren om zich heen. Wie weet er een (nieuw of al bestaand) woord voor dit fenomeen? Stuur uw suggesties naar gaten@onzetaal.nl of naar het Genootschap Onze Taal, t.a.v. Taaladviesdienst, Raamweg 1a, 2596 HL Den Haag.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken