Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Onze Taal. Jaargang 81 (2012)

Informatie terzijde

Titelpagina van Onze Taal. Jaargang 81
Afbeelding van Onze Taal. Jaargang 81Toon afbeelding van titelpagina van Onze Taal. Jaargang 81

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (22.75 MB)

Scans (30.79 MB)

ebook (23.78 MB)

XML (1.82 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Onze Taal. Jaargang 81

(2012)– [tijdschrift] Onze Taal–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 86]
[p. 86]

Redactie Onze Taal
Gaten in de taal
Tandarts met een slecht gebit

Hoe noem je je broers en zussen in één woord? Is er een woord voor het geluid van schaatsen op natuurijs? Denk mee en vul de gaten in de taal.

Bij het samenstellen van deze rubriek is er altijd de lichte vrees dat we u een woord laten bedenken voor een verschijnsel waar al een woord voor is. Onlangs dachten we even dat dat het geval was. In het novembernummer zochten we een woord voor mensen die in hun privéleven niet kunnen bereiken wat ze beroepshalve voor anderen wel voor elkaar proberen te krijgen. Concreet: een tandarts met een slecht gebit, een pedagoog met onhandelbare kinderen, een tekstadviseur die zelf onleesbare teksten voortbrengt.

Daags na verschijnen van de oproep kwam de reactie van Marian van den Heuvel binnen: ‘Daar bestaat toch al een soort term voor? Wounded healer, naar de Griekse mythe van Cheiron.’ In zijn zoektocht naar een medicijn tegen zijn eigen pijn verwierf deze Cheiron zó veel medische kennis dat hij iedereen in zijn omgeving weet te genezen - behalve zichzelf. Wounded healer, die term kenden wij niet, maar de Nederlandse woordenboeken evenmin. Het bleek een begrip te zijn dat is gemunt door de psycholoog Carl Jung, waarmee hij wilde aangeven dat er een wisselwerking is tussen de (psychische) pijn van een psycholoog en die van zijn cliënten. Dat is dan toch net even wat anders. Gelukkig ook maar: hadden we de zeventig inzenders dus niet helemaal voor niets aan het werk gezet.

Sommigen van hen staken de hand in eigen boezem en schreven bijvoorbeeld: ‘Als afgestudeerde taalbeheerser die zich zo nu en dan schuldig maakt aan spelfouten, noem ik mijzelf vol overtuiging een professionul.’ Of, iemand anders: “Ik ben zelf zo'n ‘diskundige’ of ‘vrakspecialist’: een tekstschrijver die zichzelf weleens heeft geprobeerd te verkopen als ‘tekschrijver met oog voor detail’. Die opdracht kreeg ik om begrijpelijke redenen niet.”

Om verschillende redenen vielen er inzendingen af. Bijvoorbeeld omdat het voorgestelde woord suggereerde dat iemand er überhaupt een zooitje van maakt, ongeacht zijn beroep (thuiskluns, zelfveronachtzamer), of omdat het onbedoeld ook suggereerde dat de ermee aangeduide persoon vakkundig is in ‘falen’ in het algemeen (vakfaler/ -verbruier/-kluns/-stakker, beroepsspijbelaar, sofprof, meestermisser), of omdat het was alsof er opzet in het spel zou zijn, wat in dit geval niet per se zo is (beroepsloochenaar, vakverlakker, baanbeuzelaar, jobjudas). Sommige inzendingen waren wat expliciet (rommeldel (naar rolmodel), theoriehoer, fakman/ -vrouw), of vielen in de categorie ‘mooi, maar gekunsteld (en dus onbruikbaar)’: walstuurman, desondankskundige, speciamist, miskundige, vaklui, doe-hetniet-zelver.

Een minder woordspelerige variant van die laatste term was het heldere, compacte en nog niet met andere betekenissen belaste woord zelfniet - let ook op de aardige overeenkomst met deugniet. Een van de inzenders die dit woord bedachten, was Hans van Otegem uit Landsmeer, die het ook nog uitgebreid toelichtte. De boekenbon van €25,-gaat naar hem.

Oproep: lijstje vóór het sterven

Iedereen denkt er weleens over na: wat zijn nu de dingen die ik nog wil doen voor het te laat is? Toch een roman schrijven? Die ene berg beklimmen? Spaans leren? Spekkoek maken?

Een lijstje met dingen die je wilt doen voor je sterft, dus. In het Engels duikt voor dat begrip soms de term bucket list op - vooral sinds 2007, toen de gelijknamige film verscheen, waarin Morgan Freeman en Jack Nicholson als twee mannen met een terminale ziekte nog eenmaal het geluk najagen. To kick the bucket betekent ‘overlijden’; de precieze herkomst van die uitdrukking is onbekend.

Maar de Nederlandse woordenboeken kennen nog geen woord voor dit begrip. Zou u er een passende term voor kunnen bedenken? Of misschien vindt u bucket list voor het Nederlands wel heel geschikt? Stuur uw bijdrage naar gaten@onzetaal.nl of via het redactieadres (zie colofon). We komen er over enkele nummers op terug.



illustratie
Filmposter van de film The Bucket List (2007).



Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken