Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 20 (1901)

Informatie terzijde

Titelpagina van Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 20
Afbeelding van Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 20Toon afbeelding van titelpagina van Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 20

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.66 MB)

XML (0.82 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Jaargang 20

(1901)– [tijdschrift] Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 168]
[p. 168]

Gadopen.

In de ‘Handelingen en Mededeelingen van de M.d.N.L.’ over het jaar 1888 (blz. 64) heeft Acquoy de aandacht gevestigd op het woord gadoop dat vroeger bestond in de betekenis van nooddoop en dat als geedoop in dialecten nog voortleeft. Uit Middelnederlandse teksten was het woord tot nu toe niet opgetekend; de bewijsplaats bij Acquoy dateert van 1598. Het ww. gadopen leest men echter al in Dirc van Delf's Tafel vanden kersten ghelove, dus bijna twee eeuwen vroeger. In Cap. XXXII van het Somerstuc (Ms. Kon. Bibl. Den Haag V 56) bespreekt de schrijver ‘dat eerste sacrament der heiligher kercken’. Nadat hij het doopformulier genoemd heeft, zegt hij:

(fol. 119a). Ende waer dat sake datmen tot desen woorden of of toe deden, yet voir of aftersettede mit enigherhande wandelinghe, so en waer die mensche niet ghedoept. Ende dair om so sal altijt die priester van der heefmoeder vraghen die die kinderkijns plaghen te dopen of gadopen, hoe dat si die woorden hebben ghesproken.

Enige regels verder leest men:

(fol 119b). Dat derde punt is dat dat element des waters den ghedoopten menschen comen sal op sijn heele lichaem of sonderlinge int voorbaerste van sinen live als inden hoofde daer alle des menschen sinnen in vergaderen. Ende waer dat sake dat een kint onrecht inder werelt quame, men mochtet van gebenedien niet gadopen.

c.g.n.d.v.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde


Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • C.G.N. de Vooys


taalkunde

  • Historische taalkunde

  • Etymologie

  • Woorden (lexicografie)

  • Betekenis (semantiek)