Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Tijdspiegel. Jaargang 6 (1849)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Tijdspiegel. Jaargang 6
Afbeelding van De Tijdspiegel. Jaargang 6Toon afbeelding van titelpagina van De Tijdspiegel. Jaargang 6

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.64 MB)

Scans (1189.22 MB)

ebook (7.40 MB)

XML (3.11 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Tijdspiegel. Jaargang 6

(1849)– [tijdschrift] Tijdspiegel, De–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 119]
[p. 119]

Iets over vereeniging van gemeenten.

Tot de plannen van vereenvoudiging en bezuiniging, door ons Ministerie ontworpen, die tot nu toe evenwel slechts plannen blijven, behoort ook de zamentrekking van twee of drie kleine gemeenten tot eene enkele, in dier voege, dat elke gemeente minst genomen uit 2500 inwowoners zoude bestaan. Onder de vroegere Grondwetten was dit ontwerp moeijelijk ten uitvoer te brengen; het stuitte steeds af op den onwil der leden van de gemeenten zelve, die bouwende op hare zelfstandigheid zich daartegen verklaarden, en de Regering, van het denkbeeld uitgaande, dat eene vereeniging van gemeenten niet kon geschieden tegen den zin der gemeenten zelve, heeft dan ook de plannen, die vroeger op dit stuk door haar waren gevormd, opgegeven. De jongste Grondwet heeft echter den weg tot dusdanige vereeniging gemakkelijker gemaakt door in art. 2 te bepalen, ‘dat de wet provincien kan vereenigen en splitsen’ terwijl voorts ‘de grenzen van den Staat, van de provincien en gemeenten door de wet kunnen worden veranderd.’ De Minister van Binnenlandsche Zaken zwanger gaande van een plan van vereeniging van gemeenten, en welligt ook van provincien, heeft ter uitvoering daarvan aan de Gouverneurs van onderscheidene provincien geschreven, om hem ontwerpen in dien geest aan te bieden. De gouverneur van Overrijssel heeft, wannneer wij wel onderrigt zijn, aan dit aanzoek geen gevolg gegeven, maar de stukken aan den Minister teruggezonden, met aanmerking, dat hij de hem opgedragen taak niet durfde te aanvaarden, Het heeft ons verwonderd in den heer Bruce, den voormaligen onderdanigen dienaar van het Behouds- Ministerie, zoo weinig moed aan te treffen, of heeft hij zich voorgenomen het tegenwoordig Ministerie in alles te weerstreven en niet meer ten dienste te staans? Wat daar van zij, de gouverneur van Gelderland heeft zich met loffelijken ijver gekweten en bij Provinciaal Blad no. 124 van 1848 hebben de Gedeputeerde Staten van Gelderland aan de verschillende gemeentebesturen in genoemd gewest medegedeeld een plan van vereeniging van gemeenten ten platten lande, hun door Z. Excell. den heer Gouverneur dezer provincie voorgedragen, met verzoek daarop hunne bedenkingen te willen indienen.

Naauwelijks was dit plan bekend, of van verschillende zijden gingen er kreten van afkeuring, ja zelfs van verontwaardiging op. Ten platten lande ontbreekt het niet aan politieke tinnegieters, die door hunne onbekookte redeneringen een geest van tegenstand, zelfs bij de eenvoudigste landlieden tegen de regering weten op te wekken, en die met driesten overmoed den boventoon aanslaande, zich bij deze den schijn geven voor hunne belangen te ijveren, terwijl zij slechts in waarheid voor eigene belangen het harnas aantrekken. Men lette wel op, zij die op dit oogenblik magt, gezag en invloed in de gemeenten hebben, schreeuwen het hardst uit natuurlijke vrees van dat alles te moeten verliezen, en van hunne despotieke regering, die helaas! nog op zoo vele dorpen bestaat - afstand te moeten doen; hunne taal werkt op het gemoed van den domsten boer, die in den regel niet gewoon is zelf zijne rede te gebruiken, zoo schreeuwen alle mede, hoewel

[pagina 120]
[p. 120]

de meesten, vraagt men het hun kategorisch af, openhartig zullen bekennen dat hun aan de zaak weinig gelegen is, terwijl velen die zelfs voorstaan, bijaldien de dikwijls drukkende gemeentelasten slechts worden verligt. Men verwondere zich derhalve niet, zoo het advies van alle gemeentebesturen afwijzend is, dat kón niet anders: de bestaande gemeentebesturen nu reeds bevende voor de toekomstige gemeentewet, die de ingezetenen zelve hunne raden zal doen kiezen, willen zich niet door eene vereeniging van gemeenten de kans ontnemen van herkozen te worden; de burgemeesters willen niet aftreden; de heeren willen niet de schaduw van magt, die zij nog bezitten, geheelenal zien verdwijnen; de ingezetenen, hechtende aan alles wat oud is, willen niet den naam van het dorp, waarin zij zijn geboren, zien versmelten.

Er zijn evenwel gegronde aanmerkingen op het voorgestelde plan gemaakt; deze betreffen vooral de wijze, waarop men wil combineren. Het is te betreuren dat degene, die dat plan heeft ontworpen, zoo weinig locale kennis heeft bezeten, of zich niet vooraf grondig heeft laten inlichten; het schijnt, dat men slechts de kaart bij de hand heeft genomen, om na te gaan, welke gemeenten aan elkander grensden, en zulks niet wat hare woningen, maar hare velden betrof; hierdoor nu is eene monsterachtige vereeniging ontstaan, want ging het plan door, dan zouden dikwijls dorpen op vier à vijf uren afstands van de hoofdplaats verwijderd raken! Eene zoodanige combinatie, het behoeft geen betoog, zou in stede van vereenvoudiging en bezuiniging, groot ongerief, meerderen omslag en kostbaarder huishouding opleveren.

Eene groote fout beging naar ons inzien Z Excell. de Gouverneur met in zijne missive niet op te geven uit welk denkbeeld de regering in hare vereenigingsontwerpen uitging, en voornamelijk of men hier op het oog had de algemeene dan wel de bijzondere belangen van de ingezetenen der te combineren gemeenten. Zooveel is zeker, dat de gemeentebesturen, gretig van dien misslag gebruik makende, de zaak in dier voege hebben opgenomen, als bedoelde de Regering uitsluitend de belangen der gemeente zelve en in die vooronderstelling doorgaande, viel het hun niet moeijelijk het voorgestelde plan ook uit dien hoofde te bestrijden. De Regering, zoo zij werkelijk aan de Staten- Generaal een wetsvoorstel tot vereeniging van sommige gemeenten wil indienen, store zich dus niet aan adviezen, die niet van partijdigheid zijn vrij te pleiten, enzorge in de eerste plaats, dat zij het ontwerpen van zoodanig plan, voor zooveel elke provincie aangaat, opdrage aan mannen, die met de noodige locale kennis toegerust, de werkelijke belangen en behoeften der te combineren gemeenten kennen.

Is het plan van vereeniging van gemeenten echter in beginsel goed te keuren? zie daar eene vraag, die op den voorgrond moet staan en die wij meenen, dat bevestigoend behoort beantwoord te worden, voornamelijk op deze gronden.

Door eene vereeniging van gemeenten kunnen de Provinciale besturen aanmerkelijk worden vereenvoudigd; de correspondentie, ofschoon nu natuurlijk voor elke vergroote gemeente vermeerderende, zal echter aanzienlijk verminderen, als zij niet meer over zoo vele schijven behoeft te loopen Daardoor kan de helft van 0ambtenaren, commiezen, bureaulisten enz. aan het provinciaal gouvernement worden gemist, ergo reeds bezuiniging. De provinciale gouvernementen, eens vereenvoudigd, en ten gevolge eener goed inge-

[pagina 121]
[p. 121]

rigte gemeentewet en het daarstellen van minder raadselachtige armen- militie- en schutterij-wetten, van noodeloozen omslag ontheven zijnde, kan daaruit van zelfs volgen eene vereeniging van provincien, die, in den geest der grondwet liggende, naar ons inzien eene zeer wenschelijke zaak ware.

Door eene vereeniging van gemeenten worden dus algemeene belangen bevorderd; deze toch moeten op den voorgrond staan, hoewel men nimmer de bijzondere mag uit het oog verliezen; want zoo hetgeen van den eenen kant tot voordeel is der Staatsburgers, van den anderen tot hun nadeel strekt, worden de algemeene belangen evenzeer getroffen. Wordt nu de vereeniging zoodanig daargesteld, dat vooral wordt gelet op het gerief der ingezetenen, op de ligging der verschillende gemeenten, die het zij geheel, het zij gedeeltelijk bij elkander kunnen gevoegd worden, en ten laatste ook op de bestaande eensgezindheid tusschen hare ingezetenen wederzijds (ten einde te verhoeden dat er geen eeuwigdurende strijd in den boezem der gemeente ontsta), zoo kunnen ook daardoor de plaatselijke belangen grootelijks worden bevorderd. In den regel worden grootere gemeenten krachtiger en regelmatiger bestuurd dan kleinere; het inkomen gering zijnde, is men meestal genoodzaakt het beheer aan een ongeschikt persoon toe te vertrouwen; deze oefent daarbij gewoonlijk het een of ander bedrijf uit; dit wordt meer behartigd dan het ambt, en zoo worden vele gemeenten óf verkeerd óf achteloos bestuurd. Dit bezwaar zal ophouden, zoo de gemeenten grooter wordende ook meerder inkomen opleveren; en er zullen bekwamer personen gekozen kunnen worden tot hare bestuurders, die zich uitsluitend met hare belangen zullen bezig houden. De willekeur, die in vele gemeenten de burgemeesters tot tirannen hunner onderhoorigen maakt, zal verdwijnen; het nepotismus minder invloed uitoefenen, en bij eene opgewekte eerzucht verdiensten meer gehuldigd worden.

Ook uit een financieel oogpunt kan die vereeniging heilzaam werken; want ofschoon, zoo het ontwerp zijn beslag krijgt, het financieel beheer der te vereenigen gemeenten afgezonderd zal blijven, zoo kan daaruit ligt door een meer geconcentreerd en onkostbaar bestuur voor elke eene bezuiniging ontstaan van eenige honderd gulden, en deze kunnen óf dienen tot vermindering der lasten, zoo die drukkend zijn, óf op de eene of andere wijze nuttig aangewend worden.

Elk onbevooroordeelde zal dus moeten erkennen, dat uit het voornemen der Regering, zoo het rigtig wordt ten uitvoer gebragt, veel goeds kan voortspruiten. De bloei der gemeenten zal echter wel voornamelijk afhangen van de toekomstige gemeentewet, die het gemeentehuishouden op eene zuinige, doch tevens doeltreffende wijze regelende, tegelijk de grenzen afbakent binnen welke zich de gemeenteraden kunnen bewegen. Hopen wij, dat deze niet te eng worden afgeteekend, en aan de gemeenten haar zelfstandig bestaan voor de toekomst niet worde ontnomen!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken