Tijdschrift van het Willems-Fonds. Jaargang 5
(1900)– [tijdschrift] Tijdschrift van het Willems-Fonds–
[pagina 137]
| |
Noordpoolreizen.Nauwelijks is de beroemde poolreiziger Fridtjof Nansen van zijnen langdurigen en gevaarvollen tocht teruggekeerd; nog altijd verkeert men in de angstige onzekerheid aangaande het lot van Andrée en zijne gezellen; en nochtans worden twee nieuwe expedities voorbereid die tot doel hebben de Noordpool te bereiken. Sinds lang is men volkomen overtuigd dat die heldhaftige ondernemingen hoegenaamd niet het practische nut kunnen hebben dat men in den beginne beoogde; ook worden ze nu enkel uit een wetenschappelijk oogpunt aangewend: het bestudeeren der poolstreken in opzicht van hydrographische en geologische gesteldheid, het waarnemen van magnetische, sterrekundige en meteorologische verschijnselen; en, op dit gebied, heeft men reeds zeer belangrijke uitkomsten verworven. ‘Mijn doel - zoo schrijft Nansen - was niet het ‘mathematisch punt te bereiken dat het uiteinde der aardas vormt; dit schijnt mij van zeer weinig belang te wezen; maar, van wetenschappelijk de onmeetbare ruimten te onderzoeken die dit punt langs alle kanten omgeven, en die voor alsnu nog heel en al onbekend zijn. Vele vraagstukken wachten nog naar eene oplossing; menigvuldige en gewichtige opzoekingen moeten nog in die gewesten voortgezet worden.’ Niettegenstaande al de drama's die zich reeds in de poolstreken hebben voorgedaan; ondanks het treurig lot van zoo vele navorschers, die als slachtoffers gevallen zijn van de zucht naar het onbekende en wier gebeente in de uitgestrekte ijsvelden rust, verre van hun vaderland; in weerwil van de | |
[pagina 138]
| |
odyssea van den laatsten en bekwaamsten poolzeevaarder Nansen, die van zijn wedervaren eene treffende beschrijving heeft in het licht gegeven en die nochtans eene van de gelukkigsten is geweest vermits zijn streven toch, in zekere mate, met een gunstigen uitslag is bekroond geworden; niets is in staat diegenen af te schrikken die bezield zijn met de onweerstaanbare drift om het geheim van de pool te ontsluieren en die niet aarzelen alles, zelfs hun leven op te offeren ten dienste der wetenschap. Integendeel, men zou zeggen dat ze zich aangeprikkeld gevoelen door het bewustzijn der gevaren die ze zullen moeten trotseeren. Het is dank aan den grenzenloozen moed van dergelijke vaste, getemperde karakters dat de studie der poolstreken reeds een beslissenden stap heeft vooruit gedaan; dat men van nu af een hoogst merkwaardige kennis heeft verworven aangaande die ongenaakbare oorden. En dan zal men nog lieden aantreffen die - hunne wenschen voor de werkelijkheid nemende - durven spreken van de bankroet der wetenschap omdat, in het algemeen, het niet mogelijk is zoo in eens over de uiterste punten te beslissen; omdat het onbillijk is van de wetenschap het onmogelijke te vorderen, zonder zich rekenschap te geven van haren reusachtigen vooruitgang in alle vakken; omdat men niet wil inzien hoe dikwijls ze ons verrast door wonderbare feiten waarop niemand rekende; zelfs, waaraan men niet had gedacht.
De eerste tocht is reeds ondernomen; hij werd ernstig voorbereid, en alles doet voorzien dat hij krachtdadig zal doorgevoerd worden. Het is de hertog der Abruzzen, zoon van wijlen Amedeus van Savooie, die een tijd koning van Spanje is geweest, en bijgevolg een neef van den koning van Italië, die het plan heeft opgevat, zoo niet de Noordpool zelf te bereiken, toch dit punt der Aarde meer nabij te komen dan het aan zijne voorgangers gelukt is. Stellig is het dat de middelen, waarover hij beschikt, hem het recht geven die hoop te koesteren. | |
[pagina 139]
| |
Sinds meer dan een jaar werd met de toebereidselen dier reis aangevangen, die in anderhalf jaar zou moeten voltrokken zijn en waarvan de onkosten vijf millioen frank zullen bedragen. De bemanning bestaat uit twee Italiaansche zeeofficieren en een dokter, twee Italiaansche matrozen, tien Noorsche matrozen en vier berggidsen. Het hoofd der expeditie is een ervaren zeeman, die den titel draagt van scheepskapitein in de Italiaansche marine. Allen zullen zich inschepen te Christiania op de Stella polare, een vaartuig dat, even als de Fram van Nansen, uitsluitend voor zijne bestemming is opgebouwd. Doch het eigenlijke uitgangspunt is het Frans Jozef's eiland, op nagenoeg 80 graden noorderbreedte; de afstand van dit punt tot de pool is dus 600 zeemijlenGa naar voetnoot(1) of 1111 kilometers. Op dat eerste station zullen 120 Siberische honden worden meêgenomen, die de sleden moeten voorttrekken waarmede de reizigers, of een zeker aantal dezer, hooger op, over ijs en sneeuw zich eenen doortocht naar de pool zullen trachten te banen. Nansen verliet zijn schip slechts met eenen gezel en met een ploeg van 28 honden. Zoo men ziet is, behalve het voortreffelijke der uitrusting, die hier op zeer groote schaal is ingericht, de schikking dezelfde als bij al de voorgaande poolzeevaarten. Hoofdzakelijk worden deze reizen voltrokken met tweeërlei soorten van vervoermiddelen: men tracht vooreerst met het schip zooverre te komen als de toestand van de zee het toelaat; en naderhand, wanneer men overal door het ijs is ingesloten, verlaat men het vaartuig, dat dan altijd als een toevluchtsoord gereed ligt, om door middel van sleden een hoogeren breedtegraad te bereiken. Nansen heeft zijne vaart door de ijswoestijn aangevangen ongeveer op 84 graden noorderbreedte, met zes sleden, beladen met tenten, kayaks, proviand, wapenen en allerlei andere | |
[pagina 140]
| |
benoodigdheden en met het denkbeeld niet meer terug te keeren naar de plaats waar het schip onbeweeglijk tusschen het ijs lag vastgeklemd, hetgeen ook werkelijk het geval is geweest. ‘Een lange en verschrikkelijke tocht, schrijft hij. Nog nooit werd dergelijke poging beproefd’. Op onbetwistbare gronden heeft hij bewezen dat de grootste moeilijkheid ligt in het verplaatsen derijsbanken, die door een zuidelijken zeestroom worden meegevoerd. Meestal de reizigers die met hunne sleden, ten koste van ongehoorde vermoeienissen, den weg naar de Noordpool zochten, werden voortdurend achteruitgestuwd door het traagzaam zuidwaarts afdrijven der ijsvelden waarop zij zich voortbewogen. Het eenige middel om te slagen, is eene strooming te zoeken die eene noordelijke richting heeft; en die strooming, zegt Nansen, bestaat: zij stuwt de wateren der IJszee van Siberië naar Groenland, over de pool heen.
De tweede expeditie is ontworpen door een Amerikaan, den Heer Peary, die voor basis zal nemen de noordkust van Groenland, op 81 1/2 graden noorderbreedte, welke reeds in 1882 door hem werd onderzocht. Het plan dat hij heeft opgevat is zeer afwijkend van dit zijner voorgangers: in plaats van rechtstreeks, in een enkelen tocht, bij de pool te trachten te geraken, is Peary voornemens zijn doel te bereiken door middel van jaarlijksche etapes: op regelmatige afstanden zouden goed uitgekozen en wel uitgeruste voorraadplaatsen worden ingericht, die telkens als uitgangspunt zouden genomen worden en als toevluchtsoord bij den terugtocht zouden dienen; die alle volledig van alle benoodigdheden voor eene overwintering zouden voorzien zijn. Aldus vermeent hij in een tijdverloop van vijf jaren aan de pool te kunnen komen. Dit is wellicht, zoo niet het eenige, toch het doelmatigste middel om ooit achter het geheim van de pool te geraken. Immers, het is uiterst moeielijk in eens alles mede te voeren wat vereischt is om zoo maar regelrecht dien lastigen | |
[pagina 141]
| |
tocht aan te vangen; zich te wagen om meermalen in ongastvrije streken te moeten overwinteren en behouden naar het uitgangspunt of naar een of ander herbergzaam oord te kunnen terugkeeren. Het zijn die bezwaren die meestal de pogingen doen mislukken; en het is om die reden dat Andrée zijn plan verzonnen had door de lucht heen den weg naar de Noordpool te zoeken. Dit ontwerp werd reeds vroeger door andere luchtvaarders opgevat; zelfs waren er reeds ernstige toebereidselen gemaakt; doch op het laatste oogenblik hebben de gevaren hen afgeschrikt en hebben zij er van afgezien. Andrée alleen heeft dit besluit ten uitvoer gebracht, ondanks de menigvuldige opwerpingen die hem door ervaren personen waren voor oogen gelegd. De weg langs de lucht is voorzeker de gemakkelijkste, op voorwaarde dat alles meevalt; want als die vaart in gunstige omstandigheden geschiedt, dan zijn zoo maar in eens al die noodlottige hindernissen weggenomen die de reis over de ijsvelden kenmerken. Doch, het is tevens de gevaarlijkste; want als men niet in eene vlucht, gedurende den tijd dat de ballon in de lucht kan blijven zweven, over de pool heen naar eene gastvrije streek wordt gevoerd, dan is alle terugkeer wellicht ontzegd. Immers, de voorraad dien men kan meenemen is zeer beperkt, onvoldoende om voor menige gebeurlijke overwinteringen toereikend te zijn. Dit zijn de gewichtige opmerkingen die aan Andrée gemaakt zijn, door deskundigen die hij over zijne onderneming had geraadpleegd; en het is te vreezen dat hij zijne roekelooze poging met zijn leven en dit zijner gezellen heeft bekostigd. Die talrijke reeks van expedities die elkander sedert eeuwen opeengevolgd hebben, schijnen te bewijzen dat het volledig veroveren der Noordpoolgewesten, indien het zich ooit mag verwezenlijken, niet dan met het grootste geduld, met de uiterste omzichtigheid en de beste voorzorgen kan geschieden. Indien men, volgens het denkbeeld van Peary, zich niet vertrouwt op eene enkele basis, maar op achtereenvolgende wel uitge- | |
[pagina 142]
| |
ruste wijkplaatsen, op regelmatige afstanden en op goede standpunten ingericht, dan zou men des te gemakkelijker een goeden uitslag mogen verhopen daar, sedert den laatsten tocht van Nansen, de weg die door de drijvende ijsvelden gevolgd wordt, door het arctische stroomgebied heen, volkomen bekend is. In plaats van eene massieve, onbeweegbare ijskorst waarvan men vermeende dat ze zich om de noordpool uitstrekte, zouden zich daar enkel bevinden talrijke, losse ijsmassa's die voortdurend in beweging zijn. Nansen zelf is van gevoelen dat eene poolreis in betere voorwaarden dan de zijne en voor een langeren tijd ondernomen, tot waarnemingen zal kunnen leiden, die nog veel gewichtiger zullen zijn dan diegenen, welke hij zelf met zooveel energie, maar ook met zulken goeden uitslag heeft tot stand gebracht. Ed. Verschaffelt. |
|