hartjes te storen; moralizeerend te zijn zonder vervelende preekachtigheid. En dat zijn: Een Klaverblad van vier, dat lieve verhaal van vier gezellige meisjes-studentjes, die haar weg door de wereld moeten maken; De Berewoudjes waarin het lief en leed verteld wordt van een gezin te Amsterdam, een weduwnaar met vier dochters; Mijn zuster en ik, De dochters van den Generaal, en eindelijk het laatst verschenen: Kruidje-roer-me-niet, dat meer behoort tot de boekjes bestemd voor meisjes van 10-12-14 jaar.
Een prikkelbaaren verwend meisje, een kruidje-roer-me-niet, dat door kleine levensomstandigheden tot minder verwendheid en prikkelbaarheid gebracht wordt, ziedaar gansch het verhaal.
Maar hoe pittig, hoe natuurlijk verteld, zonder pretentie, zoo gelijk een mamaatje die van haar dochtertje vertelt; vlug, meestal in dialoog, weinig woorden voor een beschrijving, juist wat past, en toch genoeg om een beeld te doen oprijzen, om iets te doen zien. Want men staat waarlijk verbaasd, dat Tine van Berken met zoo weinig volzinnen een treffend tafereel schetst waar andere schrijvers in lange beschrijvingen zouden dralen. Twintig regels, en ze toovert voor uw oogen de Nieuwmarkt met zijn woelige menigte op Zaterdag avond te Amsterdam.
Al deze werkjes werden in zeer lieve pakjes, door den uitgever H.J.W. Becht te Amsterdam in de wereld gezonden. Ten zeerste worden zij hier aanbevolen aan alle ouders die voor hunne kinderen een stichtende en tevens aangename lectuur zoeken.
Voor jonge dames verscheen ook bij H.J.W. Becht een zeer mooi boekdeel met platen: Driftkopje verloofd, naar het Duitsch van Bertha Clement, boeiende bladzijde uit het leven van een al te driftig meisje die door haar onbezonnen uitvallen het geluk van haar verwijdert, in den persoon van een jongen geleerde die in een expeditie naar de noordpool genezing gaat zoeken voor zijn gekrenkt gemoed, maar gelukkiglijk terug-