Pretoria en Johannesburg in oorlogstijd.
Johannesburg, 23. V. 1900.
Groot contrast tusschen beide steden! In Johannesburg doodsche stilte in de vroeger zoo drukke straten.
De benedenverdiepingen der winkels omheind met ijzerenschuttingen, gebarricadeerd.
In Pretoria vroolijke levendigheid, winkeldrukte en straatrumoer.
Pretoria bergt eene menigte vreemdelingen nu, niet medegerekend de krijgsgevangen officieren.
Het is geen zeldzaamheid nu er op straat allerlei talen te hooren, Fransch veel, Italiaansch soms, veel Duitsch en weinig Engelsch. Vrijwilligers, leden der uitlandercorpsen; militaire attachés, regeeringspersonages, oorlogscorrespondenten, burgers ‘op verlof’, al dezen geven een levendig aanzien aan het mooie stadje, welks mooiheid onlangs weer opnieuw geroemd werd in de Europeesche bladen, door briefschrijfsters tijdelijk hier, als pleegzusters bij hulpbrengende ambulances; door correspondenten vol ambitie hier werkzaam. Pretoria is mooi, met zijn omgeving van hooge koppen, waarop dreigend de fortkanonnen staan. Mooi met zijn wegen langs tuinen vol boomen en bloemen, terwijl de Aapjesrivier het water door de waterleidingen der stad voert, waaruit de tuinbezitters het maar voor het nemen hebben en het voeren in hun tuinen, met sluisjes het water afdammende in de goten.
Drukte heerscht er nog op het kerkplein, waar behalve het Gouvernementsgebouw een grootsch monument is verrezen,