Tijdschrift van het Willems-Fonds. Jaargang 7
(1902)– [tijdschrift] Tijdschrift van het Willems-Fonds–
[pagina 132]
| |||||
Vereeniging tot Bescherming der Abnormale Kindsheid.Het is een verheugend verschijnsel te zien, hoe thans alle kinderen die hulp noodig hebben, beschermd worden; menigvuldige werken zijn reeds ontstaan om op alle mogelijke wijzen de ongelukkigen, de behoeftigen te verheffen uit hun toestand van lichamelijke, zedelijke en verstandelijke ondergeschiktheid. Vroeger miste de liefdadigheid dikwijls haar doel, omdat zij bijna immer uitging van eenheden - milddadige personen die ontegensprekelijk warme hulde verdienen - en aldus niet altijd op haar rechte plaats kwam. De philanthropische geest heeft zich echter gewijzigd in een meer wetenschappelijken, meer doeltreffenden zin. Sedert de maand Mei l.l. is te Brussel een nieuw werk gesticht, van groote maatschappelijke beteekenis, met het doel een hoogst belangrijke groep kinderen te beschermen: de Vereeniging tot Bescherming der Abnormale kindsheid. Onder de benaming abnormalen worden gerangschikt de blinden, de doofstommen, de stamelaars, de stompzinnigen, de cretins, de imbecilen, de achterlijken. Zeer talrijk zijn de kinderen, die, om de een of ander reden, naar de gewone scholen en opvoedingsgestichten niet kunnen gaan. De eenen - het kleinste getal - vinden de noodige zorgen, welke hun toestand eischt, in de bijzondere inrichtingen voor hen gesticht; dat is het geval met doofstommen en blinden. De anderen - de groote meerderheid - zijn noodzakelijk verlaten, want er bestaat thans in ons land geen enkele instelling voor hun hoogst noodige opvoeding en hun latere ontwikkeling: er bestaat niets voor stamelaars; voor stompzinnigen, ook niets; voor cretins, ook niets; voor imbecilen, ook niets; voor epileptische, hysterische en stuipachtige kinderen, ook niets; voor zedelijk-afwijkenden, ook niets. Ellendige toestand! En nochtans, is het voor de samenleving geen allereerste behoefte, dat al haar leden rechtstreeks werkzame en nuttige eenheden zijn; ten minste, dat zij belet worden zich zelven en vooral hun omgeving te schaden? Alleen voor de achterlijke kinderen is er iets - o, zoo weinig - gedaan. Brussel en Antwerpen hebben een School voor Bijzonder Onderwijs voor jongens gesticht. Elsene (bij | |||||
[pagina 133]
| |||||
Brussel) en Gent slaan de hand aan den ploeg. In de Gentsche lagere scholen is sedert de maand Juli l.l. een onderzoek ingesteld om het aantal achterlijke kinderen te bepalen. Te Elsene wordt thans tot hetzelfde onderzoek overgegaan: het zal een school voor jongens en meisjes zijn. Voor achterlijke meisjes: tot nog toe, niets. Te Brussel worden nu echter, in een paar meisjesscholen, een of twee bijklassen voor paedagogisch-achterlijke meisjes ingericht. Later zal dan een School voor Bijzonder Onderwijs voor meisjes tot stand komen. Een werk van het opperste belang moest dus ontstaan; het werk is ontstaan. Het doel is uiterst ingewikkeld. Inderdaad: eenerzijds moet de Vereeniging zich bezighouden met de kinderen, die de scholen voor bijzondere opvoeding verlaten, om hen te ondersteunen gedurende hun leerjaren, en hen in het leven den weg te helpen zoeken die hun 't best past; anderzijds moet zij de middelen opzoeken om den armzaligen toestand te verbeteren, waarin thans de hooger genoemde groepen abnormalen verkeeren, - die ongelukkige kinderen, die in ruime mate ons medelijden, onze sympathie en onze hulp verdienen. De Vereeniging is breed opgevat want zij wenscht haar werking uit te breiden ten voordeele van alle abnormale kinderen. En, om zoo spoedig mogelijk het ongeluk te raken en te verhelpen, heeft zij besloten haar werkkracht te verdeden, ten einde dadelijk een doeltreffende bescherming tot stand te brengen, daar waar zulks mogelijk is, en om al de theoretische vraagstukken gezamenlijk te bestudeeren, welke het ondernemen van grooter en moeilijker werken moeten voorafgaan. De Vereeniging heeft dan ook reeds gesticht:
| |||||
[pagina 134]
| |||||
Andere afdeelingen zullen achtereenvolgens gesticht worden, en aldus zal de Vereeniging langzamerhand de verschillende groepen abnormalen omvatten. Dat edel doel kan niet bereikt worden zonder de sympathie, de hulp en de kloeke medewerking van al wie de oplossing ter harte ligt van dit ingewikkeld vraagstuk: de abnormale kindsheid. Daarom richt het Algemeen Bestuur een warmen oproep tot allen, die een handje willen toesteken in dat werk van menschenliefde, liefdadigheid en maatschappelijke rechtvaardigheid. Voor inlichtingen wende men zich tot den Algemeenen Secretaris, Dr J. De Moor, Belliardstraat, 202, Brussel, of tot den 1sten Toegevoegden Secretaris, Schrijver dezes, Zennestraat, 64, Brussel. Men gelieve de toetredingen aan een van beide adressen te zenden. Een ieder die toetreedt, bepaalt zelf het bedrag zijner jaarlijksche bijdrage. De Vereeniging gedije tot heil der abnormale kindsheid!
Tobie Jonckheere,
Onderwijzer aan de School voor Bijzonder Onderwijs te Brussel. |
|