Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Tweede Ronde. Jaargang 17 (1996)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Tweede Ronde. Jaargang 17
Afbeelding van De Tweede Ronde. Jaargang 17Toon afbeelding van titelpagina van De Tweede Ronde. Jaargang 17

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (14.59 MB)

Scans (526.03 MB)

ebook (9.43 MB)

XML (1.45 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Tweede Ronde. Jaargang 17

(1996)– [tijdschrift] Tweede Ronde, De–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 149]
[p. 149]

Vier gedichten
Ivan Boenin
(Vertaling Margriet Berg & Marja Wiebes)

De laatste hommel

 
Hommel, zwart en fluwelig met goudgele ringen,
 
Jij, die zoemend weemoedige snaren bespeelt,
 
Waarom kom je het huis van een mens binnendringen,
 
Lijkt het of je mijn droefenis deelt?
 
 
 
Warm en licht is het achter de ramen. Die lome,
 
Laatste zomerse dagen... Kom vlieg nog wat, zoem,
 
Zoek een dorrende distel om stil op te dromen,
 
Slaap in 't zachtrode hart van de bloem.
 
 
 
Wat de mens weet is jou niet gegeven te weten,
 
Dat de velden al kaal zijn en jij binnenkort,
 
Gouden hommel, in 't onkruid, verdroogd en vergeten,
 
Door de herfstwinden meegevoerd wordt!

Последний шмель

 
Черный бархатный шмель, золотое оплечье,
 
Заунывно гудящий певучей струной,
 
Ты зачем залетаешь в жилье человечье
 
И как будто тоскуешь со мной?
 
 
 
За окном свет и зной, подоконники ярки,
 
Безмятежны и жарки последние дни,
 
Полетай, погуди - и в засохшей татарке,
 
На подушечке красной, усни.
 
 
 
Не дано тебе знать человеческой думы,
 
Что давно опустели поля,
 
Что уж скоро в бурьян сдует ветер угрюмый
 
Золотого сухого шмеля!
 
 
 
26-7-1916
[pagina 150]
[p. 150]

[Ik kwam haar kamer in, 't was nacht]

 
*
 
Ik kwam haar kamer in, 't was nacht.
 
Zij sliep, - de manestralen keken
 
Door 't raam, - de weggegleden deken
 
Van atlaszijde glansde zacht.
 
 
 
Zij lag daar op haar rug in bed,
 
Haar naakte borsten iets geheven,
 
Als water in een vat leek 't leven
 
Tijdens haar dromen stilgezet.

[Я к ней вошел в полночный час.]

 
Я к ней вошел в полночный час.
 
Она спала, - луна сияла
 
В ее окно, - и одеяла
 
Светился спущенный атлас.
 
 
 
Она лежала на спине,
 
Нагие раздвоивши груди, -
 
И тихо, как вода в сосуде,
 
Стояла жизнь ее во сне.
 
 
 
1898

De avond

 
Geluk wordt altijd achteraf ervaren.
 
Geluk is overal. 't Zou kunnen zijn:
 
De herfsttuin bij de schuur, vol dorre blaren,
 
De frisse luchtstroom langs het raamkozijn.
 
 
 
Hoog aan de verre hemel openbaren
 
Zich witte wolken in een heldre schijn.
 
Ik kijk... Als wij niet blind, onwetend waren...
 
Geluk is slechts voor hen die wetend zijn.
 
 
 
Een piepend vogeltje komt neergestreken
 
In 't open raam. En van mijn boek kijk ik
 
Even terzijde, met vermoeide blik.
 
 
 
De avond valt, de wolken zijn geweken.
 
't Geluid van dorsen op de deel vlakbij...
 
Ik zie, ik hoor. 't Geluk is al in mij.

Вечер

 
О счастье мы всегда лишь вспоминаем.
 
А счастье всюду. Может быть, оно
 
Вот этот сад осенний за сараем
 
И чистый воздух, льющийся в окно.
 
 
 
В бездонном небе легким белым краем
 
Встает, сияет облако. Давно
 
Слежу за ним... Мы мало видим, знаем,
 
А счастье только знающим дано.
 
Окно открыто. Пискнула и села
 
На подоконник птичка. И от книг
 
Усталый взгляд я отвожу на миг.
 
 
 
День вечереет, небо опустело.
 
Гул молотилки слышен на гумне...
 
Я вижу, слышу, счастлив. Все во мне.
 
 
 
14-8-1909
[pagina 151]
[p. 151]

[Eens komt de dag dat ik verdwijn]

 
*
 
Eens komt de dag dat ik verdwijn,
 
En hier, waar ik dan niet meer woon,
 
Zal alles nog hetzelfde zijn:
 
De bank, de tafel, de icoon.
 
En net als nu vliegt hier dan weer
 
Een bonte zijden vlinder rond,
 
Hij snort en fladdert op en neer
 
Tegen het lichtblauwe plafond.
 
 
 
En net als nu kijkt van omhoog
 
Door 't open raam de hemelboog,
 
En lokt de effen blauwe zee
 
Een ieder naar haar verten mee.

[Настанет день - исчезну я,]

 
Настанет день - исчезну я,
 
А в этой комнате пустой
 
Все то же будет: стол, скамья
 
Да образ, древний и простой.
 
 
 
И так же будет залетать
 
Цветная бабочка в шелку,
 
Порхать, шуршать и трепетать
 
По голубому потолку.
 
 
 
И так же будет неба дно
 
Смотреть в открытое окно,
 
И море ровной синевой
 
Манить в простор пустынный свой.
 
 
 
10-8-1916

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • I.A. Bunin


vertalers

  • Margriet Berg

  • Marja Wiebes


datums

  • 26 juli 1916

  • 1898

  • 14 augustus 1909

  • 10 augustus 1916