Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1782 (1782)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1782
Afbeelding van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1782Toon afbeelding van titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1782

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.36 MB)

Scans (40.38 MB)

ebook (4.40 MB)

XML (3.44 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1782

(1782)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 291]
[p. 291]

Wydloopige Verklaaringen over het Gebed des Heeren; gevolgd van Gedichten. Eerste tuk. Te Amsterdam, by D. Swart en I. Scholten. Behalven de Voorreden 203 bladz. in gr. octavo.

Met dit Stukje maekt men een aenvang der openlyke uitgave van ene verzameling van Verklaringen en Gedichten over het Gebed des Heeren, eertyds by een verzameld, door den Heer Joan Couck, die 'er niet meer dan twee Exemplaren, één voor hem, en één voor zynen Vriend H.v. Elvervelt, die hem de behulpzame hand geboden had, van liet drukken, begerende dat het geduurende zyn leven daerby zoude blyven. Gemerkt nu niet alleen de Heer Couck, maer ook deszelfs Erfgenaem, reeds overleden is, zo heeft de Heer van Elvervelt, op het verzoek veler Liefhebberen, eindelyk beslooten, deze Verzameling aen den dag te brengen; welke uitgave, indien ze voltrokken worde, velen zekerlyk gevallig zal zyn.

Vooraf gaet ene volledige Verklaaring van het Gebedt des Heeren. Hierby is gevoegd eene Belydenisse, dat Godt zyn algenoegzaamheid, dat hy een' Zoon en Geest heeft, om ons tot een God te worden, in het volmaakte Gebed heeft bekend gemaakt; mitsgaders een Bewys, dat de Heilland dit Gebed genomen heeft uit de Profeeten, die door zyn Geest geschreeven hebben, en die dingen gemeld, die wy in dat Gebedt tot den Vader zouden spreeken; en eindelyk een Geschrift, dat ten tytel heeft; Het lieflyk Reukwerk der Gebeden, alleszins doorstralende in het allervolmaaktste Gebedt des Heeren. De vier welriekende Speceryen, naemlyk, uit welken het Reukwerk onder het Oude Testament bestond, Myrre-Sap, Onicha, Galban en Wierook, verbeeldden, volgens dezen schryver, vier byzondere deugden, die in 't gebed noodzaaklyk vereischt worden; te weten, Geloof, Nederigheid, Liefde en Hope; en deze vier deugden worden ook in dit volmaekte Gebed kragtig uitgedrukt. - Zinspelingen van die natuur, welken op velerleie wyzen gemaekt kunnen worden, behagen of mishagen gemeenlyk naer de verschillende Theologische denkwyze der Lezeren; en dus is 't in 't geheel met dat Voorwerk gesteld. - Op het zelve volgt dan ene Verzameling van Gedichten op het Gebed des Heeren, die de Heer Joan Couck getracht heeft zo volledig te maken, als hem mogelyk ware, door in énen bondel by één te brengen, alle de uitgegevene

[pagina 292]
[p. 292]

Gedichten over dit Gebed; en dien te vermeerderen, door 'er dezulken by te voegen, die nog nimmer gedrukt waren, en welken de nog levende Dichters hem, op zyn verzoek, zouden verlenen. Uit deze Verzameling behelst dit eerste Stukje reeds een aental van omtrent 50 Gedichten, door onderscheiden Dichters en Dichteressen opgesteld; die dit Gebed, op verschillende wyzen, of breeder uitgebreid, of beknoptlyk in Dichtmaet gebragt hebben. Tot een stael van het laetste diene het volgende Dichtstukje van den Heer Arnold Hoogvliet; 't welk aldus luid.

 
ó Aller schepzelen Heer, ó groote Hemelvader!
 
Geheiligt worde uw naam! uw Heilryk kome ons nader!
 
Uw Wil geschiede op d' aerde, als in uw koningryk!
 
Geef ons het daaglyks broot! vergeef genadelyk
 
Ons' schuld, gelyk wy die den schuldenaar vergeven!
 
Lei ons, zoo lang we zyn in 't kort en ydel leven,
 
In geen verzoeking; maar verlos ons van de maght
 
Des boozen; want u is het koningryk, de kracht;
 
Ja d'eer en heerlykheit veréénen sich te samen,
 
Tot in der eeuwigheit, in uw volmaaktheid, Amen!

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken