Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1785 (1785)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1785
Afbeelding van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1785Toon afbeelding van titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1785

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.30 MB)

Scans (38.31 MB)

XML (3.44 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1785

(1785)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Deductie van het recht van de Stad Amersfoort, als een Medelid der Souveraine Regeering van de Provincie Utrecht competeerende, door de Ed. Achtb. Heeren Regeerders derzelver Stad ingebragt, ter Vergadering van de Ed. Mog. Heeren Staaten 's Lands van Utrecht. Te Amsterdam, by D.M. Langeveld, op den Vygendam, 1785. groot 59 bladz. in Folio.

Deeze Deductie, die overal de blyken draagt van door eene kundige hand gesteld te zyn, is ingerigt, om te doen zien, dat de Stad Amersfoort, even als de Stad Utrecht, haar recht tot het deelgenootschap aan de opper-

[pagina 556]
[p. 556]

macht ten gelyken tyde, en op dezelfde wyze, uit dezelfde bronnen ontleent, en alzo de eene niets meerder of minder dan de andere daartoe en tot derzelver gevolgen gerechtigd is.

Om dit buiten bedenking te stellen, treedt de Schryver in een onderzoek van de navolgende stukken.

Voor eerst, of de Stad Utrecht voor den vermaarden Landbrief van Bisschop Aarnout van Hoorn, en dus in den Jaare 1375. eenig deel gehad heeft in de oppermacht over dit Gewest buiten haare Banne; en byzonder, of zy daarin meerder zeggen, dan de Stad Amersfoort, gehad heeft.

Ten tweede, welke rechten aan de thans erkende Staaten, en onder deezen mede aan de Steden Utrecht, Amersfoort en Rheenen, by dien Landbrief afgestaan zyn; en of de Stad Utrecht daarby eenig ander of meerder recht dan die beide overige Steden des Gestichts zoude hebben verkregen, waardoor zy gewettigd zoude zyn, omtrent het een of ander gedeelte van de oppermacht, dezelve te vervangen of uit te sluiten.

Ten derde, of de Stad Utrecht alleen, of de Stad Amersfoort op een gelyken voet met haar, geduurende het Bisschoplyk bestier, is geweest in het bezit van zodanige oppermachtige rechten over haare Burgers en Ingezetenen en binnen haare Banne, als sedert de oprichting van dit Gemeenebest, gedeeltelyk door de Vergadering der Heeren Staaten, het zy dan uit noodzaake, of by afstand en toelatinge van die Steden, uitgeoefend worden, en een voornaam gedeelte van der Staaten oppergezag helpen uitmaaken. En of de beide genoemde Steden, zonder dat de laatste het allerminste hierin van de eerste afhankelyk ware, niet steeds als Pares hebben gehandeld.

Ten vierde, of de Stad Amersfoort deeze rechten alleen op een gelyken voet met de Stad Utrecht verkregen en bezeten hebbende, daarvan ooit ten behoeve van de laatstgenoemde afstand gedaan, of haar die opgedragen heeft; of dat deeze daartoe op eene andere wyze heeft kunnen gerechtigd worden.

Deeze Stukken door den Schryver ten voordeele der Stad Amersfoort beslist, en dus het besluit, dat Amersfoort, zo wel als de Stad Utrecht, tot de oppermacht, met alle de gevolgen daarvan, is gerechtigd, opgemaakt zynde, besluiten de Regeerders deezer Stad deeze Deductie, ‘in dit billyk vertrouwen, dat het herstel hunner oppermachtige rechten, waarop zy ter deezer gelegenheid ook

[pagina 557]
[p. 557]

nog by herhaalinge aangedrongen hebben, eens eindelyk met ernst ter hand zal genomen worden; daar zy zich niet ongenegen verklaaren, om zich intelaaten in zulke schikkingen, als waarby dit, naar de tegenwoordige gesteldheid van zaaken, geoordeeld worden mogt, tot het minste bezwaar te strekken van zulke Leeden, als welke door eene wettelooze occupatie, sit venia verbis, bevonden mogten worden, zich in het bezit der wettige rechten deezer Stad gesteld te hebben; dan, welke occupatie de Regeerders der Stad Amersfoort vermeenen niet anders dan door overmacht gedwongen, langer te kunnen of te mogen aanzien; verzoekende derhalven, dat, bevorens een veranderd Reglement van Regeeringe voor deeze Provincie werde vastgesteld, of by de bepaalinge van hetzelve, deeze Stad uitdrukkelyk in haare rechten hersteld en gehandhaafd werde.’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken