Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1790 (1790)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1790
Afbeelding van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1790Toon afbeelding van titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1790

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.13 MB)

Scans (40.13 MB)

XML (3.26 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1790

(1790)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Verhandelingen van het Genootschap tot verdediging van den Christelyken Godsdienst, opgericht in 's Haage. Voor het jaar 1788. In 's Haage, te Amsterdam en te Haarlem, by J. du Mee en Zoon, J. Allart en C. van der Aa, 1789. Behalven het Voorwerk, 425 bladz., in gr. octavo.

Aen 't hoofd van dezen bundel heeft men geplaetst ene Redenvoering, ‘over de onderscheiden wijze der bevestiginge en verdediginge van den christelijken Godsdienst, welke behoort in acht genomen te worden, naar maate van de verschillende wijze, waarop de waarheden van denzelven door de hedendaagsche vijanden bestreeden worden:’ uitgesproken door j.w. te water, in de algemene Vergadering van dit Genootschap. De Hoogleeraer brengt ons hier oordeelkundig onder 't oog, (1.) hoe de bevestiging van den waren Godsdienst ingericht behoore te worden, om enigen invloed by de hedendaegsche bestryders te kunnen vinden: en dan (2.) 't geen, zyns oordeels, in de verdeediging van 't Christen-geloof, van belang en nut kan zyn, om, op ene voorzichtige wyze, de nieuwere aenvallen der vyanden gelukkig af te keeren, en zich tegen dezelven, met hoop op ene gewenschte uitkomst, te verzetten. - Op die Redenvoering volgt ene Verhandeling van th.c. piper, ter beantwoordinge der Vraege: ‘In hoe verre zijn de aanvallen der hedendaagsche Bestrijderen van de gewichtige Waarheden, en in bijzonder van de Verborgenheden van den Christelijken Godsdienst, dezelfde met die der vorige, en in hoe verre verschillen zij daarvan?’ Zyn Hoogeerwaerde, vooraf aengemerkt hebbende, dat ons vele Schriften der oude Bestryderen ontbreken, en dat 'er aen de andere zyde ene overgroote menigte van Schriften voorhanden is, 't welk dusdanig ene vergelyking niet weinig belemmert, stelt zich echter voor, die vergelyking zo verre te brengen, als hem doenlyk is. Om de vrucht zyner navorschingen op de leerzaemste manier mede te deelen, gaet hy met ene op-

[pagina 277]
[p. 277]

lettende onderscheiding na, (1.) de overeenkomst, die 'er plaets heeft, tusschen de vroegere en latere bestryders van den Christelyken Godsdienst; mitsgaders (2.) het verschil dat 'er tusschen hunne manier van aenvallen gevonden word, waerby ook tevens de verschillende omstandigheden der zaken, ten aenzien van kundigheden, denkwyze enz. in opmerking komen. - By deze Verhandeling heeft men voorts nog geplaetst ene Proeve van den Hoogleeraer j. van voorst ‘over de egtheid en ongeschondenheid van Mattheus Euangelie, en wel bijzonder over de egtheid van Matth. XXVIII: 19:’ welk stuk men 'er te eerder bygevoegd heeft, om dat de Hoogleeraer piper, in zyne Verhandeling, iets gemeld had, over de betwiste echtheid van Mattheus I en II. Deze Proeve des Hoogleeraers is met ene oordeelkundige oplettendheid uitgevoerd, en strekt, zo wy agten, ten voldoende bewyze, zo ten aenzien van dit Euangelie in 't algemeen, als van die betwiste plaets in 't byzonder. Inmiddels doet het ons echter enigzins vreemd, dat zyn Hoogeerwaerde niet opzetlyk stil staet op de bedenking, hoe 't bykome, dat de Apostelen van Jezus, naer 't geen ons in de Handelingen der Apostelen gemeld word, zich niet bedienen van dat voorschrift hunnes Leermeesters, maer eniglyk doopen in den naem van Jesus. Alleenlyk tekent hy deswegens, als ter loops, het volgende aen. ‘Men kan geenszins ontkennen, dat de eerste Christenen ook wel bij verkorting doopten, in den naam van Christus, waarbij zij dan de erkentenis van Vader, Zoon en Heiligen Geest, door Hem bevolen, zullen voorondersteld, of nader voorgeschreven hebben. Dat zij echter, ook in de allervroegste tijden, wel uitdrukkelijk in den naam des Vaders, en des Zoons en des Heiligen Geestes gedoopt hebben, blijkt, dunkt mij, middagklaar uit Hand. 19: 2.’ - 't Ware te wenschen, dat de Hoogleeraer dit middagklaer getoond hadde; en dat hy, dit nu niet geschied zynde, het zelve by ene nadere gunstige gelegenheid, eens duidelyk trachte te doen zien.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken