Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1804 (1804)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1804
Afbeelding van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1804Toon afbeelding van titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1804

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.97 MB)

Scans (43.09 MB)

XML (3.60 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1804

(1804)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Mordaunt. Levens- en Character-Schetsen; en Beschryving van onderscheidene Gebruiken in verschillende Landen. Door John Moore. IIde Deel, 1ste en 2de Stuk. Te Haarlem, by A. Loosjes, Pz. In gr. 8vo. 326 bl.

Dit Deel is enigzinds in enen anderen trant, dan het vorige, doch zal vooral niet minder voldoen. Het eerste Stuk behelst de geschiedenis van die Fransche Marquise, de reisgezellinne van mordaunt, die reeds in het vorige Deel zo veel belang inboezemde, zo als zy die zelve aan hare jonge Vriendin verhaalt; ene zeer aandoenlyke geschiedenis, en al wederom zeer geschikt om het hart met yzing te vervullen, wegens zo vele gruwelen, ten tyde der onderscheidene Omwentelingen in Frankryk, en waarin verscheidene Hoofden derzelven, door deze en gene minder bekende Anecdoten, zeer afschuwlyk worden gekentekend. In het twede Stuk leren wy Mevrouw de Gravin Wed. van deanport kennen, en Mylord haren Zoon: niet onaangenaam laat zich de Correspondentie van deze Dame met hare Vrienden lezen, en zeer aardig is het, hare streken na te gaan, waarmede zy, nu op deze, dan op gene wyze, werkt tot haar doel, om namentlyk haren Zoon ene ryke Echtgenote te bezorgen, maar van zodanigen stempel, dat zy meestresse worde van het geld, en hare verspillingen vryelyk kan vermenigvuldigen, en hoe zy zich ter bereiking van dat doel in iedere bocht kan wringen, en met hare bekenden en vrienden speelt. Zodanig ene meent zy gevonden te hebben in zekere Juffrouw moyston, die evenwel tot nog toe aan Mylord haren Zoon minder schynt te behagen, dan de beminnelyke horatia clifford, ons reeds uit het eerste Deel bekend, en welke wy alsnog vermoeden dat in deze geschiedenis ene hoofdrol hebben zal; terwyl het uit hare Brieven intusschen duidlyk blykt, dat Mylord hoogstwaarschynlyk by haar ene blaauwe scheen zal lopen, en deze jonge Dame, welkers hart nog geheel vry is, een enigzinds levendig belang schynt te nemen in alles, wat den Heer mordaunt betreft, die onze verwachting, dat wy hem reeds in dit Deel aan de ene of andere Schone verbonden zouden zien, heeft te leur gesteld. Nog even zeer is hy ingenomen tegen het huwlyk, ofschoon hy ene onbekende Schone toevallig aantrof, daar zy onbekend een bezoek had afgelegd by geringe lieden, van wie hy echter nopens haar niet anders vernemen kon, dan het geen zyne ogen hem reeds gezegd hadden, ‘dat zy ene engel was,’ en welke zodanig enen indruk op hem maakte, dat hy zeer gaarne al-

[pagina 437]
[p. 437]

thands haren naam en woonplaats had kunnen opspeuren. ‘Ik vermoed,’ dus schryft hy aan zynen Vriend sommers, dat myn broeder zekere Dame in het oog heeft, waarmede hy my wenscht gehuwd te zien; zeker is het, dat ik het meisje niet ken, de verëeniging met welke ik vast niet als eenen grooten ramp kan beschouwen. Indien ik op dit oogenblik genoodzaakt was eene keuze te doen, ik weet niet, of ik niet, op 't geval af, my bepaalde tot de Dame van de hut, waarvan ik in mynen voorgaanden gewaagde. Kan iets ter waereld sterker bewys opleveren van den flaauwen indruk, welken alle myne vrouwlyke kennissen op my gemaakt hebben? De waarheid is, dat geene van haar zig immer van myne gedagten meester maakte, daar ik in het tegendeel niet heb opgehouden, over deze onbekende te denken, zedert het oogenblik, waarin ik haar gezien heb. Ik kan niet zeggen, dat ik te vooren geene meisjes heb gezien, die even schoon waren; maar zeker gaat het, dat ik nimmer een zo verstandig voorkomen, nimmer een meisje gezien heb, dat zo byzonder naar myn smaak was. By myn ziel het is zonderling dat ik 'er zo veel belang in stel. Doch binnen een dag of twee zal dat wel overgaan; ik heb immers maar eenen enkelen aanblik van het meisjen gehad. Konde ik dulden dat dit voorbyzwindend verschynzel my langer ontrustte, ik zoude waardig zyn, ‘dat men,’ zo als benedictus zegt, ‘my de oogen uitstak, en myn persoon ten toon stelde voor een standbeeld van den blinden cupido.’

Indien deze onbekende Schone eens by geval de beminnelyke horatia clifford ware?


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken