Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1804 (1804)

Informatie terzijde

Titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1804
Afbeelding van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1804Toon afbeelding van titelpagina van Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1804

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.97 MB)

Scans (43.09 MB)

XML (3.60 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1804

(1804)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Iets over het afscheidneemen.

Onlangs ging ik by eenen myner Vrienden, die op het punt stondt van eene langduurige uitlandigheid. Wy woonen vry verre van elkander, en, naar gewoonte, ging ik al peinzende over weg. Naar mynen dunk is dit de beste wyze, om daar van de lengte te bekorten. De wydst afgelegene afstanden worden aldus, zonder dat men het bemerke, doorloopen.

Voor ditmaal behoefde ik op geen onderwerp van overdenkinge te peinzen; het boodt zich van zelf aan. Hoe vaardig men tot het besluit koome, ten einde om zyne bezittingen met eenige stapelen gelds te vermeerderen, of om bouwvallen van aloude gedenkstukken te bezigtigen, of om woeste, doch wyd afgelegene Volken te leeren kennen, of tot andere oogmerken, eensslags zyn gezin, zyne vrienden, zyne beminde, zyne aangenaamste verbintenissen te verlaaten, en zich duizend mylen verre van huis te begeeven - dit was het onderwerp myner mymeringen.

Daarenboven, naar de opgeruimdheid van hem, die op zyn vertrek staat, naar de schikkingen, die hy omtrent zyne t'huiskomst beraamt, naar de zekerheid, met welke hy daar over spreekt, te oordeelen, zou men zeggen, dat geenerlei gevaar hem boven 't hoofd hangt, dat hy aan geenerhande ziekten is blootgesteld, dat geenerhande tegenspoeden hem zullen bejegenen. En evenwel, wanneer men zich op reize begeeft, wie kan zich belooven, zyn Vaderland te zullen wederzien, en vooral zyne getrouwe beminde en standvastige vrienden aldaar van nieuws te zullen ontmoeten? Wie dan kan afweezig zyn, en zich gelukkig rekenen!

Men heeft opgemerkt, dat het meerendeel van hun, die op reize gaan, terwyl iedereen hen beklaagt, over 't algemeen minst neerslagtig zyn. Zou hier van niet de reden zyn, omdat de mensch zich immer vleit, gelukkiger te zullen zyn in een land, 't welk nieuw voor hem is, dan in zyn eigen Vaderland? - Een Profeet wordt onder de zynen niet geagt, zegt het spreekwoord. Een Reiziger was het voorzeker, die 't eerst aan dien regel gezag en kragt byzette.

De jonge lieden zyn nieuwsgierig en leergraag. Vrolyk

[pagina 619]
[p. 619]

verlaaten zy hun Vaderland, en hunne eigenliefde streelt hen met eene inwendige vergenoeging, hoe men, by hunne t'huiskomst, hen voor lieden van meer aanziens en ervarenisse zal houden, als die meer dan anderen gezien en ondervonden hebben.

Menschen, die den volwassenen ouderdom bereikt hebben, gaan niet op reize, dan met oogmerk om fortuin te maaken, 't welk zy hoopen dat het hun niet ontgaan zal, of om een luisterryken post te gaan bekleeden, na welken hunne eerzucht al zints lang gestaan hadt. De Geleerden doen zulks, om uitgebreide kundigheden te verzamelen, om, by hunne t'huiskomst, aan de Genootschappen, van welke zy de eere hebben leden te zyn, van dezelven een naauwkeurig verslag te doen.

Zonder moeite verlaaten alle deeze onderscheidene Reizigers de plaatzen hunner wooninge. Maar de t'huisblyvenden en die hen zien vertrekken - deeze alleen gevoelen spyt en droefheid. Geene droomen der eerzucht, geene bekoorlyke harssenschimmen kunnen hen begogelen. By hector's afscheid stortte andromache traanen, terwyl de heerschzuchtige Krygsheid niets anders dan de overwinning voor oogen hadt, gereed om in de Phrygische velden hem te bekroonen.

Voorzeker, het oogenblik des afscheidneemens is hartverscheurende, maar niet voor hem, die 'er het voorwerp van is: eene menigte nieuwe voorwerpen zou zyne kortstondige boezemsmart verdryven, indien hy daar van eenig gevoel hadde; maar wel voor hun, die t'huis blyven. Immer in de zelfde omstandigheden geplaatst, zien zy geene verandering rondsom zich heenen. Het zien van de zelfde plaatzen doet de ziel in den zelfden toestand volharden. Dat deedt hy; daar was hy; en thans ..... hy is 'er niet meer; hy is verdweenen; hy is verre van hier. De droefheid, vernuftig in het scheppen van nieuwe folteringen, bezielt alles, leent gevoel aan al wat haar omringt. Duizend herïnneringen vereeuwigen haare duurzaamheid; terwyl hy, wien sneldraavende paarden in zyne postkoets als over den weg doen vliegen, alles vergeet, om alleen te peinzen op de nieuwe loopbaan, die hy is ingeslagen. Zoo staat een Geleerde by eenen Steen of eenen Boom in verrukking opgetogen, terwyl zyne Vrienden zyne afweezigheid beschreien; zoo is de Jongeling reeds een dobbelaar, met schulden belaaden, een vrygeest, en vergenoegd, terwyl zyn Vader, om de gevaaren eener trouwlooze en bedriegelyke waereld, hartlyk over hem bekommerd is; zoo verraadt de Minnaar, in de armen van eene andere, zyne wanhoopende Beminde, die van het onregtvaardig en wreed lot hem te rug vraagt.

Tot hier aan toe was ik in myne mymeringen gevorderd,

[pagina 620]
[p. 620]

toen ik nog niet ten halven wege by mynen Vriend was gekoomen. Ik vierde derhalven mynen geest, in deszelfs overdenkingen, den ruimen teugel, om het onderwerp van nieuws van een anderen kant te bezigtigen.

Ik was van begrip, dat, indien het oogenblik des afscheidneemens in de daad hard zy voor hun, die t'huis blyven, het, daarentegen, voor hem, die zich op reize begeeft, nuttig zyn kan; hem in staat stellende, de zulken te leeren kennen, die in goeden ernst en opregt aan hem verknogt zyn. In eenen kring van bloedverwanten, van vrienden, van allerlei slag van menschen, die u vaarwel koomen zeggen, bevinden zich geene twee, die dit woord eveneens uitspreeken. De eene vat u by de hand, omhelst u, en wenscht u, met eene vleiende houding, eene gelukkige reize. Maar 'er is iets, ik weet niet wat, in zyne houding, op zyn gelaat, in zyne stemme zelve, 't welk hem verraadt, en u schynt te zeggen: Indien gy kwaamt te overlyden, zoude ik uw erfgenaam zyn. Een ander, afscheid van u neemende, kan naauwlyks zyne blydschap verbergen, van eenen medevryer of van een lastigen gezel te zyn ontslagen. Even gemaklyk kan de toon eens onverschilligen onderkend worden; koelzinnig en met luider stemme spreekt hy het jongst vaarwel uit. Nadruklyker en tederder is de toon der vriendschap; hartverscheurende is die der liefde, en koomt voort uit een gemoed, van wanhoop verscheurd. Ik zelve heb ook gereisd; zelden heb ik my bedrogen omtrent de gedagten, welke ik omtrent bekenden voedde, door de wyze, op welke zy my eene goede reize wenschten. Al hadde ik van myne reizen geen ander voordeel getrokken, zoude ik mynen tyd niet geheel verspild hebben; maar zy hebben my in nog een ander opzigt dienst gedaan; en aan haar ben ik verschuldigd, dat ik niet langer my verwonder, wanneer ik de zulken, die by het vertrek hunner vrienden sterk waren aangedaan, dezelve by hunne t'huiskomst niet wederom zie bezoeken, en hen geheel schynen vergeeten te hebben. Moet een Reiziger over zulk eene verandering zich verwonderen? Alle landen, welke hy bezoekt, vertoonen hem, by elken stap, de omwentelingen der natuure. Al wat zyn oog ontmoet, roept hem onophoudelyk toe, dat niets bestendig is: en van de bouwvallen der waereld omringd, zou hy in de bestendigheid gelooven?

Aldus met my zelven praatende, bereikte ik myns Vriends wooning; wy omhelsden elkander, en hy vertrok. Doch in dat smartelyk oogenblik gevoelde ik, dat, al vergat hy my, myn hart zyne afweezigheid lang zou betreuren.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken