Uitgeholde solidariteit
Indien men met crisis echter het smeulende vuur aanduidt dat onder de as gloeit, dan is er zeker meer reden tot zorg.
De Europese solidariteitsgeest heeft nieuwe, grote schade geleden, niet omdat Frankrijk zich tegen een verruiming van de Gemeenschap in de naaste toekomst verzet, maar wegens de manier waarop dit is geschied.
In plaats van het communautaire denken en handelen, heeft Parijs zijn eenzijdige, negatieve thesis kunnen doen zegevieren. Tegen vijf E.E.G.-partners in, die de opening van onderhandelingen genegen waren, en tegen het advies van de onafhankelijke Commissie-Rey in. Erger: alle redelijke argumenten, van de ‘Vijf’ en van de Commissie, werden door de h. Couve de Murville in de ministerraad achteloos voorbijgegaan. Niemand ontveinsde zich de moeilijkheden waarmee de Britse economie en betalingsbalans kampen. De uitslag van eventuele onderhandelingen bleef in elk geval een groot vraagteken. Men wilde Groot-Brittannië alleen een eerlijke kans in een eerlijk proces gunnen. In de plaats daarvan stelde Parijs zijn eigen verdict, zonder naar iemand te luisteren of de belangrijkste betrokkene, Groot-Brittannië zelf, eerst te willen horen.
Deze uitholling van de solidariteitsgeest, die tussen de ‘Zes’ zou moeten heersen, kan Europa zich volgens Parijs blijkbaar wel veroorloven. En dit is, helaas, de wortel van het kwaad, waarvan de ‘kwestie Groot-Brittannië’ slechts het in het oog springende fenomeen is geweest.
Men wil Europees denken te Parijs, maar enkel indien men Europa naar zijn hand kan zetten. In de andere gevallen denkt men nationalistisch, volgens de lijnen van een ‘onafhankelijke politiek’, en dat is vaak, veel te vaak anti-communautair. Dan aarzelt men niet Europa, met duidelijke of verdoken dreigementen, de weg naar het gezonde alternatief af te snijden en onze Gemeenschap de verkeerde weg op te sturen.
Dat kan niet zo erg veel kwaad, zolang Europa gezien wordt als een club van landbouwdeskundigen en douane-specialisten. Het praktische werk moet voortgaan, zoals daarnet aangetoond.
Maar zulke geestesgesteldheid verijdelt wel alle hoop op nieuwe, grotere verwezenlijkingen: op politieke unie is er in deze omstandigheden geen kans en zelfs de uitbouw van een economische unie komt sterk in het gedrang.