wegens de plotse, hysterische verzoening en de daaropvolgende vrede die onafgebroken, verbazingwekkend tot in 1963 zou duren met weliswaar enkele hachelijke momenten en de traditionele maand-aan-zee in de dure, opgehitste badplaats met de impressionistische geuren, gewapper, geritsel, geruis en drommen gebruinde mensen met overspannen kinderen, verliep traag met de dagelijkse boodschappen van het tamme burgermannetje, eenzame ochtendwandelingen op het strand, zwemmen, lezen, Bach benaderen met door alles heen een groeiende heimwee naar Mbala en Kongo, iedere morgen met zonsopgang stond ik op, ging voor het raam staan en keek naar de lichter wordende hemel boven het verlaten duin en als ik omkeek en de vrouw in het bed zag liggen...
...Mijn libido werd geregeld door het beroemde telsysteem van Dr Ogino en de reeks geldende voorschriften terzake van Onze Moeder de Heilige Kerk die strikt moesten worden nageleefd, maar het was te laat, niets kon toen meer baten, ik had reeds de gewoonte aangenomen te masturberen en dat is in de gegeven omstandigheden dodelijk voor het zelfrespect, bovendien groeide de afkeer voor mijn vrouw hierdoor dermate dat ik begon te walgen van haar fysieke aanwezigheid, iets dat erger is dan verveling, maar ze voelde het niet, ze was immers vrij van smet, onaantastbaar, ze belichaamde de Degelijke Vrouw Van Het Boek Der Spreuken, want inderdaad, een vrouw die den Here vreest, die is te prijzen! Wekelijks troonde ze me trots mee naar de kerk waar ik ineengekrompen van weerzin, opgenomen in de amorfe kudde, naast haar op de bidstoel hing terwijl ze met de handen voor de ogen het lichaam van Christus nuttigde om het daarna verdiend met koffiekoeken en knappende broodjes te vermengen en tijdens de korte herfstvakantie in Otterlo, op de Hoge Veluwe, waar het eten slecht, de kamers koud en de atmosfeer christelijk was, werd de kloof opeens nog wijder door een zuiver toeval: na een blik op de kale vlakte vol afrasteringen, asfaltwegen, paaltjes en plakkaatjes met ‘Verboden toegang tijdens de hertenbronst, artikel zoveel van het Wetboek van Strafrecht’ erop, opteerde ik voor een ijlingse terugkeer naar België dat me opeens een oase van vrijheid toescheen, en ik veroorzaakte een ware ramp toen ik een wachter met Duits hoedje en verrekijker die ons op een bromfiets achtervolgde als een Gestapo-agent, vroeg of het bekijken van parende herten óók al zondig was, maar de man negeerde straal de opmerking van de stomme Belg en verwees correct naar het bedoelde artikel van het Wetboek van Strafrecht en ik kon heel alleen naar het Kröller-Müllermuseum, want de echtgenote was vreselijk boos en toen ik overweldigd door Van Gogh en met een
intens verlangen naar Zuid-Frankrijk, zon, wijn en echte mensen naar het gereformeerd ruikend pension terugkeerde, stonden de koffers reeds klaar en ik kreeg de gewone waterval op mijn kop van ‘het is een schànde, ik schààm me in jouw plaats’ enzovoort en daar heb ik onzegbaar de pest aan: de volgende middag in Antwerpen nam ik wraak in koelen bloede en bedroog haar met een platinablonde hoer in de Zakstraat, waar Jean Genet nog pooier is geweest in de glorierijke dertigerjaren, het was een dikke, vriendelijke, praatgrage Française en ik herademde want haar esprit deed me echt goed na al die Germaanse ernst, ze speelde het spel uitstekend en na afloop waren we beiden erg tevreden, ze had zelfs tijd voor een sigaret en we kregen de slappe lach om haar moppen en de herfst met zijn stormen en striemende regenvlagen stond vervolgens in het wapperende teken van de Trouw en eind november was ik weer eens gedurende een seconde bewust gelukkig toen ik de loopplank van de ‘M.S. Thysville’ onder me voelde en opgelucht afscheid had genomen van de als poolreizigers ingeduffelde familieleden want het vroor dat het kraakte, in de Noordzee en de Golf van Gasconje woedde een hevige storm, mijn vrouw lag als een hoopje ellende in haar kajuit te kokhalzen en ik had gedurende vijf dagen enkel twee dingen te doen: eenzaam gaan eten en de kinderen brengen en afhalen in de speeltuin van het schip, waar de hele dag door Sinterklaasliedjes werden gezongen en rondedansjes gemaakt, tot zichtbaar ongenoegen van la belle Hélène, de monitrice die gemaakt was om met venten in bed te liggen en niet om de kinderen van anderen over en weer te slepen, aan tafel maakte ik kennis met Emmy, een brunette uit Gembloux van omstreeks vijfendertig die er tot elke prijs als twintig wilde uitzien en in dit verband alleen maar toast, grapefruitsap en geroosterde biefstuk at, ze zei dat haar vader een Rus was en haar moeder een Poolse,
inderdaad een ideale combinatie, enfin om 't even, het resultaat was een tof wijfje en na het eten rookte we en we praatten en 's avonds hingen we eindeloos aan de bar en bezopen ons stelselmatig met Daiquiri en Cuba Libre, het eindigde natuurlijk waar alle gesprekken eindigen, dit wil zeggen in haar kajuit, waar ik de merkwaardigste verzameling toiletartikelen van mijn leven heb gezien, vast honderd stuks, maar ze kon met de beste wil van de wereld niet anders klaarkomen dan met behulp van een elektrische vibrator om cellulitis te masseren en dit procédé remde dermate mijn gezonde libido dat ik eerst voyeur speelde en daarna op haar buik masturbeerde of in haar oksel, zoals ze verhit, hijgend, kronkelend eiste en vervolgens wreef ze zich langzaam in terwijl ik aan Moeder Aarde dacht, maar helaas, op de hoogte van Casablanca bedaarde de storm en toen kon het publiek weer zonder levensgevaar op het dek komen, mijn echtgenote verscheen natuurlijk prompt aan mijn zijde en week geen duimbreed meer en ik bracht uren aan de reling door terwijl Emmy op dek A haar vibrator in het stopcontact van de eerste officier had gestoken, gelukkig dat de nabijheid van oliegladde tropische zeeën me altijd zeer rustig maakt, en daarna op de boot van de Kongostroom keek ik dagen na elkaar gefascineerd naar de verstarde oevers die in de vochtige hitte voorbijgleden als een vertraagde film...
Jef Geeraerts