[In memoriam]
Ernest Claes is thans voor eeuwig naar zijn geliefd Demerland weergekeerd. Tweeentachtig jaar werd de vader van ‘De Witte’ en van ‘Kiki’. Hij moest niet wachten op zijn dood om universele roem te verwerven. Bij zijn heengaan werden vele woorden gesproken. Lovende en geringschattende. Een verlies voor onze ‘heimat’-literatuur...
Er bestaat geen twijfel over, Claes was vóór alles een volksverteller maar dan bijzonder begaafd op dat terrein. In zijn mooiste verhalen bereikte hij van zijn visie op de mens en het leven uit, een eerbiedafdwingende, gave eenheid. ‘Jeugd’ en ‘Floere het Fluwijn’ - een van de sterkste dierenverhalen uit onze literatuur - zijn qua stijl en vormgeving heel wat meer dan volks lettervoer. Eens heeft Claes gezegd dat ‘Het Leven van Herman Coene’ hem het liefst was. Men treft daarin nochtans geen guitig verteller, die vrolijkheid schept maar een melancholische zoeker naar een blijvend houvast in het leven. Meer dan eens heeft Claes ook getuigd dat de basis van zijn kunst weemoed is en zijn gemoedelijke humor een aanpassing van hart en rede bij het menselijk tekort. We willen het best geloven. Neem als volwassene nog eens zijn bestseller - na ‘De Leeuw van Vlaanderen’ de eerste uit onze letterkunde - ter hand. Het zal u meteen opvallen dat ‘De Witte’ nooit lacht en dat het leven van deze dorpsrakker in feite niet zo vrolijk is, veeleer het drama in mineur van een onbegrepen kind...
F.P.