Vlaanderen! Het spreekt vanzelf dat bij een dergelijk treffen, geen enkele groep kan ‘gediend’ worden of ‘veroordeeld’ door de keuze van het opgevoerde werk: allen staan voor dezelfde opgave, genieten van dezelfde voordelen, moeten afrekenen met dezelfde moeilijkheden. Voor de juryleden zullen deze opvoeringen wel interessant blijken: visie, accenten, tempo, enscenering, individuele prestaties... moeten uiteraard 14 maal verschillen opleveren, wat gelegenheid schept gefundeerde vergelijkingen te maken. Mochten heel wat meer instanties het initiatief van Noordstar volgen! Dat brengt tenminste voor de deelnemende kringen een ‘gesubsidieerde’ vertoning, die geen duizenden franken kost en met een gevoelig verlies de vervulling van de culturele taak beloont!
***
We schetsten de situatie te Antwerpen. Elders is die niet schitterender! Te Brussel heerst gebrek aan spelers! Ook daar appreciëren we de wil om stand te houden niettegenstaande de pessimistische klanken. Vergeten we niet dat de moeilijkheden daar gedubbeld worden door het verfransingsproces! Maar als de nood het grootst is, is de redding nabij. Ook te Brussel. Er zijn lichtpunten: de Vlamingen zullen elkaar leren vinden, er zal samenwerking tussen de kringen moeten ontstaan. En de conclusie van de Lodewijk de Raet-stichting, 1966, moge als richtlijn gelden: niet afstemmen op de verouderende autochtone Brusselse bevolking, maar op de Vlaamse inwijkelingen! Ook de K.V.S. heeft zich al mooi uit de put gewerkt!
Te Brugge zijn nog 3 kringen van de 13 actief! Te Mechelen spelen nog 6 kringen geregeld!
't Is alarmerend! Beslist!
Van belang is te weten dat de meeste kringen moeizaam worstelen met drie problemen: een financieel probleem, een spelersprobleem, een toeschouwersprobleem...
Vooreerst het financiële probleem:
De onkosten verbonden aan de opvoeringen lopen te hoog. Zaal, druk, rechten, aankleding, eventueel cachetten... alles samen veel te hoog... omdat de belangstelling te gering is! Een vertoning die bijvoorbeeld driehonderd betalende toeschouwers kan verenigen, mag van geluk spreken. Reken de bruto-ontvangst dan maar uit. De kaartjes zijn goedkoper dan die voor een kinema.
En pessimisme is momenteel in zekere zin te Antwerpen gewettigd: het Stadsbestuur had dit jaar voor het laatst een overeenkomst met de zaal Majestic. Veel te grote zaal weliswaar, maar ze werd ter beschikking gesteld. Voor vele kringen rijst nu de vraag: welke zaal volgend seizoen? Aan de Arenbergschouwburg bijvoorbeeld kan niet worden gedacht: 10.000 F zaalhuur alleen al! Dat kan geen kring halen. Onze suggestie is: kleine zaal met honderd tot tweehonderd plaatsen. En dan eventueel meer opvoeringen! Speel het ingestudeerde werk tweemaal, driemaal, zesmaal! Volg het voorbeeld van Arca, E.W.T., Fakkeltheater, Antigone, Vertikaal, Mechels Miniatuur Theater, Korrekelder... om er maar enkele te noemen!
Vergoedingen? Cachetten? Voor vele leiders een pijnlijke vraag. Maar hoewel beweerd wordt, dat ‘niemand nog iets voor niets doet’ geloven wij niet, dat hier mag overdreven worden. Vergelijk toch niet met voetballers en zo! Die behoren tot gecommercialiseerde groeperingen, mét winstoogmerken, die een moderne slavenhandel drijven. En welke voetballer - betaalde! - speelt nog voor zijn plezier? Ze gaan naar hun werk. Ze leveren zich niet over aan hun hobby! Een hobby mag geld kosten, het werk moet renderen.
Wat de subsidiëring betreft: die is miniem. Geeft een kring drie vertoningen, enkele voordrachten, wat geleide bezoeken... dan kan hij rekenen op 1800 F voor een heel jaar! Bijna te verwaarlozen! We zegden het reeds: voor Vlaanderen een half miljoen, voor Nederland 16 miljoen! Veel kringen vragen niet eens de subsidie aan. Er zijn leiders die begrijpen, dat de subsidie alléén niet redt! Ze vechten voor hun behoud, ze brengen goede voorstellingen, dank zij de persoonlijke inzet van velen. Ze voelen dat verdere achteruitgang onmogelijk is, hopen op heropbloei, op herwaardering door het publiek. Het liefhebberstoneel zal niet verdwijnen: daarvoor is de activiteit nog te groot.
Mogen we nog een voorstel in overweging geven?
We spraken al over de oprichting van een Instituut voor Regie. Sticht ook een Studio voor Jongeren! We kennen te Antwerpen een groep die over veel jongeren beschikt, maar die aan de ‘aspiranten’ geen opleiding onder bevoegde leiding kan verstrekken! Die mening vestigen we op de resultaten geboekt door ‘ouderen’! De verbonden zouden specifieke toneelcursussen moeten inrichten, met dans, beweging, schermen, schminken, enz., praktisch opgevat, mét cursus fonetiek A.B.N. ook, én dictie, én debiet, alles samen een paar avonden per week aangenaam amusement, en daarnaast instudering van één werk: 'n Zomerzotheid, Gelukkige Dagen, Eindexamen, noem maar op, stukken waarin veel jongeren kunnen fungeren, en elke rol wordt ingestudeerd in dubbele bezetting, en maar één stuk per jaar! En zó dat de jeugd er plezier aan beleeft! En zó dat die jongeren na een paar jaar studie met meer kansen op succes naar het liefhebberstoneel kunnen overgaan.
Jongeren die menen dat ze iets ‘kunnen’, willen in onze tijd meestal ‘hoger op’. Begrijpelijk. Daarmee bedoelen ze dan bv. spelen in het Fakkeltheater of met het E.W.T., te Deurne, of dergelijke groepen die in wezen amateurgroepen zijn, maar die zich het epitheton ‘semi-prof’ hebben toegeëigend. Zijn die gezelschappen talrijk? Neen. Geen dozijn voor heel Vlaanderen! Er zijn er al verdwenen, andere ontstaan. Hoe meer gezelschappen uit jong enthousiasme ontstaan, hoe meer wij dit zullen toejuichen. Zij brachten ons Pinter, Beckett, Ionesco, enz. Ze bleven niet lang experimenteel, moesten naar kas-stukken overgaan, hebben hun doelstellingen demonstratief verraden... maar boekten als liefhebbersgezelschappen - uit - onze - dagen zeker winstpunten. Het spreekt vanzelf dat vele nooit de verwachtingen die bij hun stichting werden gewekt, hebben gerealiseerd. Vele prestaties