De Vlaamse Gids. Jaargang 52(1968)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 38] [p. 38] Gedichten Linda Rea Fitzpatrick (want kralen brengen geen andere zomer dan de atoomschuilkelders want in hoofden vol liefde klopt het bloed) ook vermag ik niet te denken dat Linda omkwam om stenen te baren harder dan kinderen gekleurde dwergen op reis (of steeds toch wel ergens bij een dood) een bad van bloed en toch weer geen heimwee naar patos achter Groovy's getatoeëerde tong uitgestoken naar elke diamanten bruiloft in zijn navel ondanks de bloemen op Linda's graf gebrand ook achter het huis ligt een huis vol darmen in zoutzuur vol zoutzuur in rioollimonade of: Linda's nieuw feestkleed in Greenwich village met een geur van lijken opgezet in een ander museum dan dit van was alleen bij wijze van kontradiktie. Onhoorbaar ik leef met de wijzers mee onhoorbaar zoals de groei der planten, mijn taal heeft de weeë geur van chocolade. mijn handen, verbonden aan een vage angst, tellen de voorbije seconden. de horloge slaat waarheden in mijn hoofd zoals het genummerd geluk van 60 minuten in een uur, de steeds weerkerende zekerheid dat de tijd me heeft ingehaald. Mijn mond roestig wordt mijn mond. uit zijn hengsels gerukt aanvaardt hij het zwijgen. trilt hij het aloud bijna vergeten feest der klankvolle dagen na. wordt hij een huis waar genade niet groeit aan de ramen. ziet hij vanuit zijn muffe kelders de seizoenen overbodig voorbijtrekken. weet hij zich als enig nooduitgang de deuren vastgeroest terwijl het woordvuur brandt onder mijn hersens en roept op bevrijding. Eddy Van Vliet Vorige Volgende