De Rijn in vlammen
DE RIJN IN VLAMMEN: een opzichtige titel, refererend naar een of andere goedkope ‘soap-story’; dat dacht ik althans.
Vlug moest ik evenwel mijn mening herzien.
Deze lijvige roman van Willem Brugmans, een in Brevard-V.S.A. residerende Limburger, biedt literatuur op hoog niveau.
Handelend over de Rijnvaart in de periode gaande van eind de dertiger jaren tot een goed decennium na het einde van W.O.II, laat Brugmans ons in een vlotte, meeslepende stijl de ervaringen meeleven van een aantal sleepschippers, bekeken telkens vanuit een wisselend perspectief.
De wederwaardigheden van Karel Vermeer vormen daarbij de hoofdschotel.
Samen met dit personage en zijn gezinnetje voelen we, steeds dreigender, de gestage opkomst van de oligarchie der nazi's in Duitsland.
Karel beleeft dan, beslist ongewild en als summum van de oorlogswaanzin, de complete vernietiging van heel de infrastructuur van de Rijnvaart, eerst door de geallieerde bommen, nadien door het laatste restje buskruit van de terugtrekkende SS-ers.
Heel het Ruhrgebied wordt in die periode omzeggens van de kaart geveegd.
De Rijn in Vlammen is een aanklacht tegen elke vorm van zinloos geweld en vooral tegen de blinde, fanatieke hang naar macht en heerszucht.
Het verhaal is tevens een hommage aan die talloze naamloze, gewone mensen die, temidden van het oorlogsinferno, geconfronteerd met een berg dagdagelijkse problemen, er toch telkens weer in slagen zichzelf en de hunnen er doorheen te worstelen. Al lezend, stelde ik meteen vast dat het langdurig verblijf in de ‘States’ op de Limburger Brugmans een gunstige invloed had nagelaten.
Schrijvend in een directe, van alle nutteloze franjes ontdane stijl, stevent de auteur recht op zijn doel af, in een verteltrent die geworteld lijkt in de traditie van Amerikaanse vertellers als een John Irving.
Brugmans maakt daarbij veelvuldig en vooral erg functioneel, gebruik van het rechtstreeks dialoogsysteem.
Dit heeft tot gevolg dat de lezer integraal kan meedenken en -voelen met de romanfiguren.
De Rijn in Vlammen dendert op die wijze voort als een expresstrein, met Brugmans als competente machinist; warmbloedig en vol onder stoom op de lange rechte stroken, ingetogen en zorgvuldig formulerend waar het gekozen traject een omzichtige benadering vereist. Het boek is verlucht met twee pointillistische tekeningen van illustrator Pim Bronkhorst.
Naar mijn gevoel, horen deze zeker niet onaardige plaatjes veeleer thuis in een avonturenboek voor jongeren, dan wel in deze roman. De auteur draagt zijn boek op aan zijn vrouw Magdalena.
Ik meen dat er weinig echtgenotes bestaan aan wie als huldebetoon een dergelijk groots werk is opgedragen. Voor wat mij betreft, reken ik De Rijn in Vlammen alleszins als een van de belangrijkste Nederlandstalige romanpublicaties van het literaire jaar 1987.
Georges Lambrechts
Willem Brugmans: De Rijn in Vlammen. De Vleermuis, Roermond-Antwerpen, Epo 1987, 236 pag.