de doorschijnende schaduwe, welke de breede randen van den hoed op de benedendeelen van het gelaat werpen, dat men geboeid blijft staan voor het bescheiden werk.
Wie den meester kent, den heldenschilder van den Eed der Horatiën, den Dood van Socrates, Belizarius, de Kroning van Napoleon; wie

Teekening en plaatsnede van Ed. Vermorcken.
weet, dat hij de groote aanvoerder was der neo-klassieken, die een overwegenden invloed uitoefende op al de schilders van het keizerrijk, zal zich verwonderen hier een zoo eenvoudig realist en een zoo gemoedelijken weergever van het burgerlijke te vinden.
Zoo is het wel meer gegaan: schilders laten zich meeslepen door hunne idealen, door hun aangenomen, (conventioneelen) trant, maar eens, dat zij voor de werkelijkheid, voor het menschelijk portret staan, worden zij waar en vergeten hunne schoolsche leer. Zoo deden onze Vlamingen ook in tijden van verbastering: Frans Floris was een uitmuntend portretschilder en Antonius Moro, de meesterlijke conterfeiter, was de eenige waarheidslievende, die overbleef bij de Nederlanders in den tijd der algemeene Italiaanschgezindheid.
M.R.